WPDetails

24 | WPDetails laten passeren, vooral in de smallere delen. Onze aanbeveling aan Rijkswaterstaat omvatte het markeren van specifieke delen van de vaargeul waar voorzichtig passeren mogelijk was. Dit zou kapiteins helpen deze zones duidelijk te herkennen. En om deze zones regelmatig bij te werken op basis van peilingen. In praktische termen betekende dit, dat voor enkelstrooks gebruik, de geul idealiter een breedte van ongeveer 50 tot 60 meter moet hebben. Voor een volledig tweestrookse geul zou de benodigde breedte toenemen tot 100 - 110 meter. Bij voorzichtig passeren is een breedte van 70 tot 80 meter voldoende, dergelijke zones zijn aanwezig in de geul. Zelfs bij lage waterstanden zijn er geschikte passeergebieden. Bij zeer lage waterstanden, ongeveer vanaf 1,20 meter onder NAP, zou er niet gevaren moeten worden, maar vanaf 1,20 meter onder NAP en hoger zijn er meerdere zones waar schepen elkaar kunnen ontmoeten en voorzichtig kunnen passeren. Is de vaargeul veranderd sinds 2008? De schepen zijn hetzelfde, maar de geul niet. De ligging is aanzienlijk veranderd, waarbij het eerste deel vanaf Holwert, dat kunstmatig wordt onderhouden, min of meer hetzelfde is gebleven. Echter, in het tussenliggende gebied zien we dat bochten in de loop van de jaren aanzienlijk zijn uitgesleten, waardoor de geul zich dieper in de zandplaten heeft verplaatst. Verderop zien we delen die vroeger recht waren, maar nu kronkelende bochten zijn. Dit bemoeilijkt het navigeren. Een ander opvallend verschil is het meanderende effect, dat heeft bijgedragen aan meer ondiepe gedeelten in de geul. Kortom, de vaargeul zorgt voor meer uitdagingen voor veilig en efficiënt varen. Ondersteunen de resultaten van jullie onderzoek de 5-kwartier dienstregeling? De 5-kwartier dienstregeling past bij wat we hebben ontdekt. Er wordt rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van de vaargeul en tegelijkertijd wordt de veiligheid en betrouwbaarheid gewaarborgd. Sommige delen van de vaargeul beperken de snelheid, wat betekent dat de reistijd soms langer dan een uur kan zijn. Het nieuwe vaarschema zorgt voor een betrouwbaardere dienstregeling. Moet er regelmatiger dergelijk onderzoek en peilingen plaatsvinden? Het frequent peilen en bijhouden van de vaargeul en daarop anticiperen is vanwege de dynamiek essentieel. Ons onderzoek had nu betrekking op de veerdienst, het kan zijn dat we bij een nieuw onderzoek de sneldienst ook nog een keer betrekken. Op dit moment is MARIN trouwens bezig met een vergelijkbaar onderzoek naar de vaargeul Lauwersoog – Schiermonnikoog. Hoe kijkt MARIN naar de toekomst? MARIN blijft graag betrokken en streeft naar veilige en betrouwbare vaarroutes in samenwerking met belanghebbenden, zoals Wagenborg en Rijkswaterstaat. We zullen als instituut blijven bijdragen aan de verbetering van de maritieme bereikbaarheid van Ameland. MARITIEM ONDERZOEK MARIN NAAR VAARGEUL AMELAND Deze afbeelding laat zien dat de ligging van de vaargeul de afgelopen 15 jaar aanzienlijk is veranderd en de bochtige gedeelten zijn toegenomen.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=