WPDetails

WPDetails | 23 Kun je het Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN) introduceren? MARIN is een vooraanstaand en wereldwijd opererend onafhankelijk onderzoeksinstituut met hoofdkantoor in Wageningen. We zijn operationeel sinds 1933, hebben meer dan 400 experts en genereren een omzet van ongeveer €45 miljoen. Onze missie is om maritieme constructies en operaties schoner, slimmer en veiliger te maken en bij te dragen aan duurzaam gebruik van de zee. En we beperken ons hierbij niet tot de zee; we onderzoeken alle waterwegen die geschikt zijn voor vaartuigen, waaronder binnenwateren. In 2022 waren we actief in 39 landen, ongeveer 50% van onze omzet kwam uit projecten buiten Europa. Is MARIN een onafhankelijk instituut? Ja, MARIN is een onafhankelijke stichting zonder winstoogmerk. We zijn niet verbonden aan een universiteit of overheidsinstelling zoals veel andere onderzoeksinstituten. Als onafhankelijke kennispartner voor de maritieme sector, overheid en maatschappij bieden we integrale oplossingen en stimuleren we innovatie en wereldwijde samenwerking. Je bent al meer dan 15 jaar betrokken bij onderzoek naar de Amelander vaargeul. Kun je jezelf introduceren? Als wetenschapper bij MARIN ligt mijn expertise vooral op het gebied van scheepvaartoperaties. Ik richt me op het ontwikkelen van richtlijnen en regelgeving voor de inrichting van vaarwegen. Dit omvat zowel de Nederlandse regelgeving als internationale normen. Ik doe dit werk al bijna 40 jaar en mijn betrokkenheid bij Wagenborg begon in 2008 toen we voor het eerst soortgelijk onderzoek deden. Dit voorjaar hebben we dat onderzoek herhaald, nu 15 jaar later. Kun je iets meer vertellen over dat MARIN onderzoek? Op verzoek van Wagenborg vond er een actualisatie plaats van ons onderzoek uit 2008. Aanleiding was dat kapiteins van de veerdienst aangaven dat de risico’s onaanvaardbaar hoog werden. Terwijl ons onderzoek lopende was, liep de sneldienst van Wagenborg in volle snelheid vast op een zandbank. De resultaten van ons onderzoek, gecombineerd met deze aanvaring, waren voor de rederij aanleiding om de dienstregeling dit voorjaar aan te passen naar eenrichtingsverkeer in de geul. In augustus verscheen het Rapport Dimensionering Vaargeul Holwert – Nes, een vervolgonderzoek op jullie eerdere rapport. Wat hield dit in? Ons eerdere advies was op basis van algemeen beschikbare gegevens zoals stroom, tij en wind. Deze zomer kwam het verzoek om meer gedetailleerde informatie, waaronder exactere stroomberekeningen, nauwkeurigere gegevens over de geulligging en peilgegevens, en om rekening te houden met specifieke delen van de geul, zoals bochten. Een verfijnde benadering die meer differentiatie mogelijk maakt en een diepgaander inzicht geeft in de variabelen die van invloed zijn op de vaarroute. Dit verzoek kwam van zowel Wagenborg als Rijkswaterstaat, die beide een sterke interesse hadden in een gedegen onderbouwing. Aangezien de dienstregeling in het geding was, werd deze kwestie naar een hoger beleidsniveau getild, met de betrokkenheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit alles resulteerde uiteindelijk in een vervolgrapport dat op 18 augustus verscheen. Wat waren de uitkomsten van dit vervolgonderzoek? Het vervolgonderzoek is gebaseerd op een grondige analyse van drie specifieke scenario’s. Allereerst hebben we gekeken naar enkelstrooks gebruik, waarbij slechts één schip zich in de vaargeul bevindt en ontmoetingen worden vermeden. Daarna hebben we een tweestrooks geul onderzocht, waarin beide schepen elkaar ruimte geven om op snelheid voorbij te varen, hoewel de haalbaarheid hiervan praktisch onmogelijk is. Het derde scenario betrof voorzichtig passeren, waarbij één schip de rand van de geul opzoekt om het andere schip veilig te

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=