CPS

6 1946: Christelijk Pedagogisch Studiecentrum CPS is vlak na de Tweede Wereldoorlog, op 21 november 1946, ontstaan als het Christelijk Pedagogisch Studiecentrum in Scheveningen en later Den Haag. Op initiatief van de Schoolraad voor Scholen met de Bijbel zijn verschillende verenigingen uit het onderwijs bij elkaar gebracht. Zij vonden het belangrijk een adviserend orgaan te starten om het onderwijs te helpen verbeteren. Ons land kende toen naast CPS nog enkele kleine pedagogische centra. In de loop der jaren fuseerden die tot het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS) en het Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC). Voor CPS was het protestants-christelijke aspect belangrijk. Jarenlang werkte CPS met vrijwilligers: leraren die in hun eigen tijd bij scholen achterhaalden welke vragen zij hadden, de gewenste antwoorden en informatie verzamelden en onder scholen verspreidden. Pas in 1956 werden de eerste betaalde medewerkers aangesteld: buitengewoon hoogleraar VU Gerrit Wielenga als voorzitter en drs. C. van der Zwet, voormalig leraar op een kweekschool, als pedagogisch-didactisch medewerker. 1968: Mammoetwet In 1968 werd de Mammoetwet van kracht; scholen moesten beter op elkaar aansluiten, zodat minder problemen ontstonden als kinderen van schooltype veranderden. De mulo (meer uitgebreid lager onderwijs), de hbs (hogere burgerschool) en het gymnasium werden mavo, havo en vwo. Scholen gingen daardoor fuseren en vakinhouden, leerstijlen, enzovoort moesten worden afgestemd. De pedagogische centra kregen de taak dat proces in goede banen te leiden. Ze werden sterk uitgebreid en ook CPS kreeg er toen veel medewerkers bij. Een groot deel van onze organisatie kwam in het teken te staan van de invoering van het overheidsbeleid. Ook kregen we de opdracht om inzichten uit onderzoek naar het onderwijs te vertalen. Dat betekende onder meer paginarijke aanvragen, grondig onderzoek en vele projectplannen die we met allerlei overheidssubsidie ontwikkelden. Om het 75-jarig bestaan van CPS te vieren, blikken we terug op de lange geschiedenis van CPS. Als oorspronkelijk kleine organisatie zijn we steeds verder gaan uitbreiden tot een landelijk opererende organisatie in schoolontwikkeling en professionalisering. Minke Zijlstra werkte van 1966 tot 1994 bij CPS in het voortgezet onderwijs. ‘Er zou meer aandacht voor musische vorming moeten zijn. Zo schreef de Mammoetwet voor. De scholen waren er, zacht gezegd, niet blij mee. Ieder vak wilde wel uren erbij, maar niemand had behoefte aan nog een vak ‘achter de streep’. Dus organiseerde CPS een voorlichtingsdag voor directieleden. Ze zouden niet alleen inspirerende lezingen krijgen over de vormende waarde van kunst en cultuur. Nee, ze konden ook zelf als leerling een les meemaken. De les werd gegeven door een befaamde muziekdocente, Magda Evertse-Bledl. De zaal drumde enthousiast mee. Kunst was toch meer de moeite waard dan ze eerst dachten. De muze kwam, toonde haar kunst en overwon.’ Het ONTSTAAN van CPS Linda Odenthal (adviseur sinds 2002): ‘De mensen die de SLOA-tijd (19972013) hebben meegemaakt, vinden dat we oud goud hebben liggen: heel veel kennis en ervaring waar we nog steeds op kunnen voortborduren.’

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=