Ons onderwijsprogramma is verdeeld in vijf leerjaren en bevat een combinatie van praktijk- en theorievakken. Praktijkvakken De praktijklessen worden verzorgd door vakdocenten en instructeurs. Tijdens praktijkvakken wordt de klas vaak verdeeld in tweeën en bestaat de groep uit maximaal acht leerlingen. Op het ProNovaCollege geven we de onderstaande praktijkvakken: l Koken/consumptief l Groen l Bakken & verkoop l Zorg l Techniek l Fietstechniek l Creatieve vorming l Vorkheftruck l Sport & Bewegen l VCA l Muziek l Rijbewijs l Sociaal welbevinden (KIC)/drama (niet alle vakken worden in elk leerjaar gegeven) Theorievakken De mentor geeft alle theorievakken, zoals Nederlands en rekenen. Hier besteedt hij een groot deel van de lestijd aan. We hebben aandacht voor de onderdelen die uw kind nog niet gehad heeft of lastig vindt. De vakken burgerschap en loopbaanbegeleiding (LOB) zijn ook vaste onderdelen van het wekelijkse lesprogramma. Bij burgerschap leren we leerlingen kritisch na te denken over hun mening en de keuzes die ze maken. Bij LOB gaan leerlingen nadenken over hun toekomst aan de hand van verschillende loopbaanvragen. De mentor is de centrale persoon in de begeleiding van uw kind op school en het contact met thuis. Hij is voor zowel u als uw kind het eerste aanspreekpunt. U spreekt de mentor minimaal drie keer per jaar op school; tijdens het startgesprek en bij de twee MOP-gesprekken. De mentor heeft minimaal vijf keer per schooljaar een individueel coachgesprek met uw kind. In een mentorklas zitten maximaal zestien leerlingen. Stage Ons doel is leerlingen na vijf schooljaren uit te laten stromen naar een passende plek op de arbeidsmarkt. Daarom lopen onze leerlingen in elk leerjaar stage. Bij stage 1 en 2 (in leerjaar 1 en 2) gaan leerlingen in school, in een praktijklokaal, aan de slag om in verschillende sectoren werkervaring op te doen. In leerjaar 3 gaat uw kind voor het eerst stagelopen in een bedrijf. Dit is één dagdeel per week in een klein groepje. Uw kind wordt hierbij begeleid door een stagebegeleider van school. Tijdens het werk ontwikkelt uw kind zijn (werknemers)competenties. Gedurende het jaar gaat uw kind steeds zelfstandiger aan de slag. In leerjaar 4 gaat uw kind tenminste één dag in de week zelfstandig stagelopen en wisselt hij gedurende het schooljaar één of twee keer van werkplek. Op deze manier doet hij in verschillende beroepssectoren ervaring op. In leerjaar 4 staat ook het vak sector-oriëntatie op het rooster. Leerlingen maken praktisch en theoretisch kennis met de vijf sectoren die wij op school aanbieden in leerjaar 5. Aan het eind van leerjaar 4 kiest uw kind voor één sector waarmee hij het volgende jaar verder wil gaan. 10
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=