Damstede Lyceum

Het jaar is opgedeeld in vier periodes en in elke periode werken we ongeveer een of twee hoofdstukken uit het boek door. De eerste twee periodes van het jaar toetsen we voornamelijk de leesvaardigheid en de kennis die je opdoet uit het boek. In de tweede helft van het jaar zullen we steeds meer aandacht besteden aan spreken, luisteren en schrijven. Je maakt dan dus ook een spreektoets, een luistertoets en een schrijftoets om te testen of je vooruitgang boekt in die vaardigheden. Het cijfer van de vierde klas is voornamelijk opgebouwd uit voortgangstoetsen, dat wil zeggen dat je werkt voor de overgang naar de vijfde klas. Daarnaast zal er één schoolexamencijfer voor literatuur worden behaald; dit cijfer telt dus al mee voor je examendossier. Het centraal schriftelijk examen in 5 havo en 6 vwo gaat over de leesvaardigheid. We bereiden het idee van het examen voor vanaf de vierde. Dat betekent dat we telkens aangeven wat je nu echt moet kunnen en waarom. Dit lijkt ons een goede voorbereiding op het examen, dat niet meer is dan de afsluiting van de door jouw opgedane kennis. GESCHIEDENIS Bij geschiedenis leer je hedendaagse verschijnselen te verklaren en te begrijpen vanuit het verleden. Je leert oorzaken en gevolgen van bepaalde gebeurtenissen te onderscheiden en in hoeverre deze gebeurtenissen een grote verandering zijn of juist een voorbeeld van continuïteit. Niet alleen kan je actuele gebeurtenissen beter begrijpen, je ontwikkelt ook vaardigheden die je helpen kritisch om te gaan met informatie. Denk bijvoorbeeld aan de grote hoeveelheid informatie die tegenwoordig op internet te vinden is. Wat is nepnieuws en wat niet? De historische vaardigheden die je leert, ga je steeds vaker gebruiken in je dagelijks leven. Omdat geschiedenis over mensen gaat, leer je ook om je in te leven in een ander. Waarom maakten mensen in die tijd een bepaalde keuze? Je verplaatsen in de tijd is niet mogelijk en ook het innemen van het standpunt van een ander is niet gemakkelijk. Als je het verleden beoordeelt vanuit het standpunt van het heden kan dat leiden tot het veroordelen van dat gedrag als ‘dom’, ‘primitief’ of ‘schandalig’. Daar word je niet wijzer van. Beter is het om te onderzoeken waarom mensen in het verleden deden wat ze deden. Centraal staan natuurlijk de grappige, mooie of soms ontroerende verhalen die te vertellen zijn over het verleden en hoe dit verleden onze huidige samenleving heeft vormgegeven. Hoe ziet het vak eruit in de bovenbouw? Net als in de onderbouw worden de tien tijdvakken behandeld. Deze tijdvakken helpen je de geschiedenis te ordenen en de belangrijkste ontwikkelingen te onderscheiden.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=