Pol Heteren B.V.

5 E-mail: signalering@pol.nl Regelmatig wordt ons gevraagd waar je aan moet voldoen als je met een voertuig langs de weg werkt. Welke regels zijn er en hoe vertalen die zich in de praktijk? In verschillende publicaties en richtlijnen wordt hierover gemeld. In de NEN ECE R65 norm staan de technische eisen waaraan signaalgevers moeten voldoen, zoals uitstralingshoek, lichtintensiteit en frequentie. De richtlijn ‘Optische en akoestische signalering’ uit 2009 beschrijft waaraan blauwe en amberkleurige signalering moet voldoen en welke verkeersdeelnemers deze wanneer mogen of moeten gebruiken. CROW publicatie 96A/96B beschrijft het juiste gebruik van voertuigsignalering, afzetmateriaal, actieraamwerken en pijlinstallaties voor het veilig werken langs de weg. In artikel 30 van het RVV staat bij welk type werkzaamheden gele zwaai- of knipperlichten gevoerd moeten worden. Dit zijn onder meer werkzaamheden ten behoeve van wegen, werken of inrichtingen op, aan, in of boven wegen. Hieronder vallen ook gladheidsbestrijding en sneeuwruimen. Als de veiligheid op de weg in gevaar kan worden gebracht moet een geel zwaai- of knipperlicht gevoerd worden. Goedgekeurde signalering herkent u in onze Catalogus aan dit icoon: Rondom zichtbaar op 20 meter afstand, gemeten op 1,5 meter hoogte. R65 kl1 Conclusie De basisregel is dat signaalverlichting 360º rondom het voertuig op 20 meter afstand goed zichtbaar is, gemeten op 1,5 meter hoogte. Amber signaalverlichting moet ECE R65 klasse 1 goedgekeurd zijn. Voor 360º verlichting is dat aangegeven met de codering TA1. Één of twee zwaailampen of LED beacons volstaat in veel gevallen. Andere opties zijn een LED dakset of een zwaailampbalk. Daarnaast mag of kan er gebruik worden gemaakt van grillflitsers voor extra zichtbaarheid of om eventuele blind spots in de 360º zichtbaarheid op te lossen. Deze flitsers moeten ook ECE R65 klasse 1 goedgekeurd zijn, herkenbaar aan de vermelding XA1 op de behuizing of lens. Verlichting die voor 360º zichtbaarheid zorgt wordt primaire verlichting genoemd, aanvullende (grill)flitsers zijn secundair verlichting. Situaties waarbij een voertuig amberkleurige signalering voert als de kans bestaat dat deze niet tijdig door andere weggebruikers wordt opgemerkt: • Hulpverlening op of langs de weg • Werkzaamheden aan wegen, werken of inrichtingen • Hulpverlening, reparatie of wegslepen van voertuigen • Vervoer van afwijkende of lange ladingen • Begeleiden van transporten • Het rijden met land- of bosbouwtrekkers • Overige voertuigen met beperkte snelheid Voorbeelden van mogelijke configuraties: Regelgeving Signalering

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=