NIEUWS UIT DE GROEP Geheimen onthuld: van de veerboot naar de wereldzeeën Wie op Ameland of Schiermonnikoog woont, kent Wagenborg vooral van de veerboten. De vertrouwde overtocht hoort bij de eilanden. Maar wist je dat Wagenborg nog veel meer schepen heeft? Grote vrachtschepen, die elke dag over de hele wereld varen. Deze zogenaamde ‘general cargo’ schepen vervoeren grondstoffen en halffabricaten voor grote internationale multinationals. Dat zijn spullen die later in de fabriek worden verwerkt tot iets dat jij misschien wel in huis hebt. Denk aan papier voor de Telegraaf, het staal in je Volvo of het hout van jouw nieuwe vakantiewoning. Met zo’n 160 vrachtschepen is Wagenborg een belangrijke speler in de wereldhandel. Toch merk je daar op Ameland weinig van. Het is de ruggengraat van Wagenborg, maar ook de meest onzichtbare. Daarom lichten we in dit artikel een tipje van de sluier op: hoe gaat dat eigenlijk, zo’n wereldreis met vracht? Het laden: alles begint in de haven Het avontuur van een vrachtschip begint in de haven. Wagenborg heeft geen vaste laad- en loshaven. De schepen varen waar het werk is, of in dit geval waar de lading geproduceerd wordt. Vaak wordt er geladen in havens rondom de Noordzee en de Baltische Zee. Denk aan Zweden, Finland of Duitsland. De lading kan van alles zijn: rollen papier zo groot als een auto, stapels boomstammen, staalrollen of zakken kunstmest. Het laden gebeurt met verschillende manieren, afhankelijk van wat er in een laadhaven beschikbaar is. Soms heeft het schip ook eigen kranen aan boord. Dat is handig in kleine havens, waar niet altijd een havenkraan beschikbaar is. De kapitein en de bemanning hebben vooraf al bepaald hoe de lading verdeeld moet worden in de ruim van het schip. Alles moet netjes en stevig vastgezet worden, zodat het tijdens de reis niet kan VAKTAAL Wie aan boord stapt van de veerboot merkt het al snel genoeg: hier wordt een andere taal gesproken. Geen complete andere taal, maar wel eentje vol jargon, afkortingen en zegwijzen die voor een leek als geheimtaal kan klinken. Het is de taal van de zeevarenden, die ook bij ons aan boord dagelijks gesproken wordt. Deze vaktaal is niet bedoeld om mensen buiten te sluiten, maar om snel en precies te communiceren. Een greep uit ons scheepvaartwoordenboek: achtersector (de; v) | het gebied van 135° achter het schip, tussen stuurboord en bakboord. achtersteven (de; m/v) | achterkant van het schip. bakboord (het; o) | linkerzijde van het schip, 112,5° naar links vanaf recht vooruit. baggeren (ww) | modder of zand van de bodem zuigen of verplaatsen. betonning (de; v) | boeien die de vaargeul aangeven. bolder (de; m) | stalen punt op de kade waar een touw omheen kan voor het vastleggen van het schip. boeg (de; m) | voorkant van het schip. brug (de; v) | stuurhut; plek van waaruit het schip wordt bestuurd. dek (het; o) | bouwlaag van een schip, bijv. autodek. diepgang (de; m; g.mv.) | de verticale afstand tussen de waterlijn en het diepste punt van een schip. doodtij (het; o) | getij met het kleinste verschil tussen hoog- en laagwater. dwarsstroom (de; m;) | waterstroom die haaks staat op de vaarrichting van een schip. eb (de; v) | lage waterstand. ECDIS (Electronic Chart Display and Information System) (de; g.mv.) | elektronisch systeem voor navigatie dat officiële digitale zeekaarten en plaatsbepalingsgegevens weergeeft. ETA (afk.) | Expected Time of Arrival; verwachte aankomsttijd. gangway (de; v) | loopbrug tussen schip en wal. GPS (afk.) | Global Positioning System; satelliet-navigatie. Gronden (ww) | vastlopen op de bodem. HOMO (afk.) | hoofdmotor; zorgt voor voortstuwing van het schip. HUMO (afk.) | hulpmotor; drijft de generatoren aan. journaal (het; o) | scheepsdagboek. knopen (meerv.) | snelheidseenheid op zee (1 knoop = 1 zeemijl/u). langstroom (de; m;) | waterstroom die parallel loopt aan de vaarrichting van een schip. lij (de; v) | kant waar de wind naartoe waait. loodsen (ww) | navigeren door ondiep of gevaarlijk water. loef (de; v) | kant waar de wind vandaan komt. MOB (afk.) | Man Over Boord; noodsituatie waarin iemand overboord is gevallen. monsteren (ww) | je inschrijven als bemanningslid. m.s. (afk.) | motorschip. onder de brug (uitdr.) | het schip klaarmaken voor boarding. op tij varen (uitdr.) | met de getijdenstroom meevaren. peilkaarten (meerv.) | kaarten met dieptes van geulen en wad. radar (de; m/v) | apparaat dat met radiogolven de omgeving toont. recht zo die gaat (uitdr.) | deze koers aanhouden. schottel (de; m) | machine die via gerichte waterstromen stuurt. springtij (het; o) | getij met het grootste verschil tussen hoog- en laagwater. stroom tegen (uitdr.) | varen tegen de getijdenstroom in. stroming (de; v) | beweging van water. stuurboord (het; o) | rechterzijde van het schip, 112,5° naar rechts vanaf recht vooruit. UKC (under keel clearance) (de; g.mv.) | de verticale afstand tussen de onderzijde van de kiel van een schip en de bodem van het vaarwater. vaarwater (het; o) | bevaarbaar deel van zee of rivier. vetput (de; v) | bijnaam voor de machinekamer. vlotten (meerv.) | reddingsvlotten voor noodsituaties. vloed (de; v) | hoge waterstand. waterjet (de; m) | aandrijving via een krachtige waterstraal. water maken (uitdr.) | lekkage hebben. Geheimtaal aan boord Stapels boomstammen voor nieuwe vakantiewoningen 46 I WPDetails Zomer 2025 WPDetails Zomer 2025 I 47
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=