-4- 3. Het aanvankelijke ongeloof van Jezus' eigen discipelen in zijn opstanding, ondanks zijn herhaalde verschijningen. Dit dient als een sterk bewijs van zijn opstanding. Het verklaart immers waarom de apostelen pas begonnen met het verkondigen van de opgestane Christus nadat ze op de Pinksterdag de zalving van de Heilige Geest hadden mogen ontvangen. 4. De transformatie van Jezus' discipelen zelf: de discipelen van Jezus veranderden van hopeloze en angstige mannen na de kruisiging [Lucas 24:21; Johannes 20:19] in zelfverzekerde en moedige getuigen van de opstanding nadat de Heilige Geest tot hen gekomen was [Handelingen 2:24; 3:15; 4:2]. 5. De joden en de Romeinen konden de opstanding van Jezus niet weerleggen door anderen Zijn dode lichaam te laten aanschouwen. 6. De apostelen en vroege christenen zouden het martelaarschap nooit aanvaard hebben wanneer ze niet zeker waren van de verrijzenis. Zouden mensen immers hun eerdere religieuze overtuigingen over verlossing opgeven? Hun carrière, huis en gezin verlaten, naar de uitein-den van de aarde gaan en een gruwelijke pijnlijke dood sterven? Wanneer dat allemaal slechts zou zijn om een leugen te beschermen? Hoewel ze werden onthoofd, aan leeuwen gevoerd, in olie gekookt, ondersteboven gekruisigd of levend verbrand, veranderde geen enkele van hen hun verhaal. In plaats daarvan zongen ze hymnen van vertrouwen en lofprijzing, wetende dat de Heer die de dood versloeg hen ook zou verwekken. 7. De ommezwaai van de apostel Paulus van het vervolgen van christenen tot de ijver van een apostel om het Goede Nieuws van Jezus te prediken in een groot deel van de heidense wereld, ondersteunt de waarheid van Jezus' verrijzenis [Galaten 1:11-17; Handelingen 9:1; Handelingen 9:24-25; Handelingen 26:15-18]. 8. Alleen al het bestaan van een bloeiende vroegchristelijke Kerk, die dapper drie eeuwen van vervolging onder ogen zag, ondersteunt de waarheid van de verrijzenis. 9. Zij die getuigen in het Nieuwe Testament dragen niet het stempel van gedupeerden of bedriegers. 10. De apostelen en de vroege christenen waren overtuigd van de verrijzenis van Jezus. “Hoe kunnen sommigen onder jullie zeggen dat er geen opstanding is? Als Christus niet is opgewekt, dan heeft wat wij prediken geen waarde; zo ook uw geloof; als Christus niet is opgewekt, dan heeft ook uw geloof geen waarde; Je leeft nog steeds in zonde." [1 Korintiërs 15:12-18]. Broeders en zusters, vanwege wat er aan dat kruis en in dat graf gebeurd is, zo'n 2000 jaar geleden, hebben we God de Vader goed mogen leren kennen, wandelen we dagelijks met Christus en worden we voor eeuwig geleid door de Heilige Geest. Dat is de waarheid, en wat een mooie waarheid is het.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=