De VBS

Regels en aandachtspunten rond aanmelding leerling 8 Van ouderbestuur naar directeurbestuurder Bevindingen pilot visitatietraject met vier basisscholen De VBS mei 2023 6 8 14 Welke ruimte heb je als school om jezelf te zijn? 4 VBS Ledenevent over vormgeving burgerschapsonderwijs opent ogen: ‘Door alles wat ik heb gehoord, is burgerschap veel dichterbij gekomen’

» 2 VBS - mei 2023 Colofon De VBS is het tijdschrift van VBS, de vereniging van zo’n 350 algemeen bijzondere scholen. Het verschijnt vier keer per jaar en wordt gratis toegestuurd aan leden. Donateurs ontvangen, afhankelijk van hun bijdrage, eveneens het tijdschrift. VBS aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van bijdragen die door niet-VBS-medewerkers zijn geschreven. ISSN 2451-9707. Redactie Edward Moolenburgh, Peter Warnders en Steffie Bom (hoofd- en eindredactie) Vormgeving Luupa Contact Binckhorstlaan 36, 2516 BE, Den Haag, 070-331 52 52, redactie@vbs.nl Druk GrafiMedia Solutions Website www.vbs.nl Editie Jaargang 9 / nummer 2 Inhoud - mei 2023 4 Welke ruimte heb je als school om jezelf te zijn? We vroegen het aan Montessorischool Leidschenveen en Basisschool ExpeditieWijz 6 Regels en aandachtspunten rond aanmelding leerling Helpdesk, inclusief tips om toelatingsbeleid te toetsen 8 Van ouderbestuur naar directeur-bestuurder Kijkje achter de schoolmuur 9 Hoe iets meer chaos leidt tot meer collectief leiderschap Column Bart Schipmölder, directeur- bestuurder NSO-CNA Leiderschapsacademie 10 VBS Ledenevent over burgerschaps- vorming opent ogen Alle highlights van dit event op een rij 14 Pilot visitatietraject met vier basisscholen Interview met Madelon Nawijn, directeur van Jenaplanschool Klavertje 4 en Hanneke Vermunt, directeur-bestuurder van de Comeniusschool 16 Overheid, koester de eenpitters! Column Martijn Slaats, directeur-bestuurder Jenaplan Basisschool Vlinderbos in Wilnis 17 Laatste nieuws! Met o.a. checklist meerjarenbestuursplan 18 ‘We willen zoveel mogelijk kinderen verbinden met onderwijs’ Interview Sander Verheul, voorzitter van het College van Bestuur van de Leo Kanner Onderwijsgroep 8 Lianne van den Essenburg over het traject van ouderbestuur naar directeur-bestuurder 4 Welke ruimte heb je als school om jezelf te zijn? 6 Samen in gesprek tijdens het VBS-Ledenevent

» 3 W e vroegen ons af hoeveel vrijheid je als school hebt om binnen de kaders van de wet jezelf te kunnen zijn? Het werd voorgelegd aan Montessorischool Leidschenveen, die liet weten dat ze het al honderd jaar oude montessorionderwijs nog steeds goed kunnen bieden. ‘We hebben vooral last van hoe anderen de wet interpreteren’, vertelt directeur-bestuurder Bianca Boutenstijn. De drie jaar geleden opgerichte basisschool ExpeditieWijz benadrukte dat als je iets nieuws begint, er ruimte moet zijn om dingen te laten ontstaan. ‘We hebben gemerkt dat de inspectie binnen de kaders van de wet die ruimte geeft’, aldus oprichters Monique Engberink en Kim Huiskes. Het interview met beide scholen lees je op pagina’s vier en vijf. Dat de ruimte krijgen uitdagingen met zich meebrengt, bewijst het burgerschapsonderwijs. Veel scholen hebben vaak wel een beeld van wat ze leerlingen willen meegeven voor als ze later aan de maatschappij deelnemen. Maar hoe dat vorm te geven in de klas? Het stond centraal tijdens het druk bezochte VBS-ledenevent op 16 maart. Een van de stellingen was dat ‘ouders geen rol moeten spelen in het burgerschapsonderwijs’. Slechts een paar mensen waren het hier mee eens, wat niet verbazend is gelet op de hoge mate van betrokkenheid van ouders bij veel VBS-scholen. Toch valt er voor zowel de argumenten voor als tegen iets te zeggen. Je leest het vanaf pagina tien in het verslag van deze avond, waar ogen werden geopend en burgerschap voor velen dichterbij kwam. Andere voorbeelden van ruimte krijgen en benutten: als basisscholen een visitatie bij elkaar uitvoeren (pagina’s veertien en vijftien) en als so-school maatwerk bieden om zodoende zoveel mogelijk kinderen te verbinden met het onderwijs (pagina’s achttien en negentien). Dat de ruimte ook wordt beknot, blijkt uit de column op pagina 16 van Martijn Slaats, directeur-bestuurder van Jenaplan Basisschool Vlinderbos. ‘De verantwoordingslast voor scholen wordt steeds zwaarder, elk jaar komt er wel iets bij op de lijst.’ Volgens Slaats is het belangrijk om verantwoording af te leggen, ‘al moeten we er niet in doorschieten’. Een mooie afsluiter wat ons betreft, als het gaat om ‘de ruimte krijgen om jezelf te zijn’. Op pagina negen lees je bovendien wat een bijkomend voordeel is als we er niet in doorschieten: iets meer chaos leidt tot meer collectief leiderschap. Team VBS ‘Gewoon’ jezelf zijn Wat VBS onder meer voor je deed In 2023 organiseerde VBS tot dusverre de volgende online kennissessies: Bekostiging, Informatieverstrekking aan ouders en derden, Handvatten voor een constructieve relatie bestuur & toezicht, Handvatten voor personeelsvraagstukken, Ontslag in het onderwijs en Zorgplicht voor de school en toelatingsbeleid. We zijn druk bezig met de agenda voor volgend schooljaar, je hoort snel meer hierover via onze media! In februari nam VBS deel aan een door OCW georganiseerd breed gesprek over governance en (mede) zeggenschap. Tijdens de slotbijeenkomst in april werden de voorlopige conclusies met bijbehorende aandachtspunten gepresenteerd . Het definitieve rapport gaat voor de zomer, voorzien van een reactie van de minister, naar de Tweede Kamer. VBS is een van de oprichters van ECNAIS, een internationale (niet-politieke) vereniging voor samenwerking tussen nationale verenigingen van bijzonder scholen in Europese landen. Op 20 en 21 april is VBS samen met het Canisius College uit Nijmegen naar het ECNAIS Debat Event in Lissabon geweest, waar leerlingen uit elf landen aan de hand van stellingen het debat met elkaar zijn aangegaan . Voorwoord Tekst Redactie De VBS www.vbs.nl

» 4 VBS - mei 2023 Welke ruimte heb je als school om jezelf te zijn? Montessorischool Leidschenveen, Den Haag Montessorischool Leidschenveen werd 25 jaar geleden opgericht in de nieuwe wijk Den Haag-Leidschenveen. Inmiddels bestaat de school uit ongeveer 460 kinderen, verdeeld over 18 groepen. Directeur-bestuurder is Bianca Boutenstijn. ‘Meer dan 22 jaar geleden ben ik op deze school begonnen als leerkracht, in die jaren heb ik zowel onderbouw, middenbouw als bovenbouw gedaan, naast allerlei coördinerende taken. Toen de vorige directeur met pensioen ging, heb ik het stokje overgenomen. We brengen de visie die Maria Montessori meer dan honderd geleden bedacht in de praktijk, in de tijdgeest van nu. We kijken naar wat we moeten behouden of juist moeten aanpassen. De essentie is dat we de kinderen in hun eigen ontwikkeling volgen.’ ‘In de basis willen we allemaal goed onderwijs voor alle leerlingen’ ‘Binnen de kaders van de wet kunnen we heel goed het Montessori-onderwijs bieden. In de basis willen we allemaal hetzelfde: goed onderwijs voor alle leerlingen. Het is daarom goed dat er geïnspecteerd wordt. Er is vooral één ding dat schuurt: de verplichte toetsen. Wij toetsen een leerling niet om te vergelijken met anderen. Je wil weten waar het kind staat en wat de volgende stap is. Ik denk dat heel veel mensen en scholen denken dat alle toetsen moeten, maar dat is niet zo. Natuurlijk kijkt de Onderwijsinspectie naar de toetsing. Onze ervaring is dat ze een gesprekspartner zijn, zolang je als school goed kunt onderbouwen waarom je doet wat je doet - en kunt laten zien dat je goed onderwijs geeft - dan kun je eigenlijk doen wat je wilt.’ ‘We hebben veel meer last van hoe anderen de wet interpreteren’ ‘Middelbare scholen in onze regio vinden het erg lastig dat we geen toetsgegevens meegeven met onze leerlingen. Ze willen harde cijfers zien. Maar ze moeten erop vertrouwen dat we het kind in die acht jaar goed hebben gezien en op basis daarvan een gedegen advies hebben gegeven. Cijfers zijn ook helemaal niet verplicht. In ons leerlingvolgsysteem staan ook niet de uitkomsten van alle toetsen, maar vooral de observaties, werkjes van leerlingen, et cetera. Ook ouders willen vaak weten wat op een bepaald moment het niveau van hun kind is, dat komt door de nadruk die de media geven aan toetsen. We hebben in die zin veel meer last van mensen die de wet anders interpreteren dan van de inspectie.’ ‘Waar we wel tegenaan lopen is als leerlingen bijvoorbeeld dyslexie-ondersteuning nodig hebben. Dan moet je zo’n kind meerdere malen toetsen, en is het noodzakelijk dat de score elke keer onvoldoende is. Scoort een leerling een keer iets beter dan heb je een probleem. Dat is natuurlijk de omgekeerde wereld.’ Tekst Martijn de Graaff Cartoon Saltooo www.montessorileidschenveen.nl www.expeditiewijz.nl Hoeveel vrijheid heb je als school binnen alle wet- en regelgeving om jezelf te zijn? We vroegen het twee scholen: Montessorischool Leidschenveen uit Den Haag die al 25 jaar bestaat en Basisschool ExpeditieWijz uit Hengelo die drie jaar geleden is opgericht. Belangenbehartiging

» 5 ‘Ons gedachtegoed past bij deze tijd’ ‘Het mooie aan het gedachtegoed van Maria Montessori is dat het nog steeds passend is in de tijd, en dat steeds meer scholen daar iets van overnemen. Wat de traditionele vernieuwingsscholen, zoals Dalton, Jenaplan en Montessori doen, is bewezen. Het werkt. En dat dragen we ook uit als we met de Inspectie praten, omdat we overtuigd zijn van onze visie en aanpak.’ ExpeditieWijz, Hengelo ExpeditieWijz begon in 2020 met ongeveer 20 leerlingen, inmiddels zijn er bijna 100. De school is opgericht door Monique Engberink en Kim Huiskes. Kim Huiskes: ‘Monique en ik vonden elkaar omdat we beiden zagen dat veel kinderen niet op hun plek zaten in het reguliere onderwijs. Daarom zijn we Expeditiewijz gestart, om kinderen onderwijs te bieden dat aansluit bij hun natuurlijke ontwikkeling. Ze ontdekken hun talenten in eigen tempo.’ Monique Engberink: ‘Het onderwijs in Nederland gaat uit van het gemiddelde kind. Voor de kinderen die wat extra’s nodig hebben worden ondersteunde activiteiten georganiseerd. Voor ons gevoel klopt dat niet. Bij Expeditiewijz werken we vanuit een onderscheidend onderwijsconcept, dat is gebaseerd op de pedagogische ontwikkellijn ‘The Leader in Me’ van Stephen Covey, de onderwijsmethode Jeelo en een rijke, betekenisvolle omgeving. Daarnaast hebben we ook veel aandacht voor kunst, muziek en theater in samenwerking met Oyfo Techniekmuseum en Kunstenschool. We geven kinderen de ruimte hun eigen creativiteit te laten zien.’ ‘Al die verplichte beleidsstukken voelen als een papieren zekerheid’ Huiskes: ‘Een nieuwe school opzetten is een behoorlijke uitdaging. De hoeveelheid plannen en andere documenten die je moet aanleveren is enorm. Het ene protocol of beleidsstuk volgt het andere op. Voor mij voelt dat heel erg als een papieren zekerheid, het zegt weinig over de school. Onze ervaring is wel dat er meer ruimte is dan mensen denken.’ Engberink: ‘We hebben meermalen een mooi gesprek met de onderwijsinspecteur gehad over eigen keuzes maken. Neem bijvoorbeeld toetsen en het leerlingvolgsysteem. Wij vinden het belangrijk dat we weten waar een kind staat, alleen willen we dat een kind alleen met zichzelf wordt vergeleken en niet met het gemiddelde van Nederland. Als school moet je goed lezen wat er nu echt in de wet staat, wat er echt moet. Ik denk dat te veel scholen volgen wat er bijvoorbeeld in de media wordt geschreven.’ ‘Er moet ruimte zijn om dingen te laten ontstaan’ Engberink: ‘Een nieuwe school stichten is een zoektocht. Er moeten veel stukken aangeleverd worden. Je moet niet willen dat alles is dichtgetimmerd voordat je ook maar een les hebt gegeven.’ Huiskes: ‘Als je iets nieuws begint, moet daar ook ruimte zijn om dingen te laten ontstaan. We hebben gemerkt dat de inspectie binnen de kaders van de wet die ruimte geeft. Als je al die protocollen en checklists ziet, dan schrik je wel even. In Nederland heb je het recht om een nieuwe school te starten, maar door al die controle zie dat scholen allemaal een beetje hetzelfde worden. Dat is erg jammer. Het is juist zo mooi als je je als ouder en leerlingen iets te kiezen hebt.’

» 6 VBS - mei 2023 Zeker als een school populair is, willen ouders hun kind zo vroeg mogelijk aanmelden om zeker te zijn van een plek. Een mailtje met de simpele boodschap ‘ik wil mijn kind aanmelden’ volstaat in principe. Een overzicht van de regels die gelden en hoe je als school kunt borgen dat je alle benodigde informatie ontvangt om een besluit over de toelating te kunnen nemen. Regels, aandachtspunten en tips rond aanmelding leerling de toelating moet zijn genomen. Deze termijn mag met maximaal vier weken worden verlengd indien de beslissing niet binnen de termijn van zes weken genomen kan worden. Deze verlenging hoor je te communiceren met de ouders. Geen voorrang met vooraanmelding Dat een ouder een kind pas kan aanmelden vanaf dat het drie jaar is, impliceert dat de school geen besluit kan nemen over de toelating vóórdat het kind de leeftijd van drie jaar heeft bereikt. Zonder een aanmelding kan immers geen besluit worden genomen. Meldt een ouder het kind aan voordat deze de leeftijd van drie jaar heeft bereikt, dan kun je dit als een vóóraanmelding kwalificeren. In juridische zin kunnen ouders hier geen rechten aan ontlenen en zou een vóóraanmelding niet mogen leiden tot voorrang bij de plaatsing op de school noch mag het invloed hebben op de besluitvorming. Juridisch heeft een vóóraanmelding immers geen betekenis. Als school mag je een vóóraanmelding als blijk van belangstelling van ouders zien, welke informatie je kunt gebruiken bij het opstellen van voorlopige prognoses van het te verwachten aantal leerlingaantallen.Het is overigens wel mogelijk om contact op te nemen met de ouders die een vóóraanmelding hebben gedaan en waarvan het kind de leeftijd van drie op korte termijn bereikt, om te verzoeken een aanmelding te doen binnen een bepaalde termijn nadat het kind drie jaar is geworden. In Nederland kan een kind pas vanaf vier jaar worden ingeschreven op een school, wat tevens de toelating omvat. Ouders mogen hun kind vanaf de leeftijd van drie jaar wel al aanmelden op een school om zeker te zijn van een plek. Aanmelden is dus niet hetzelfde als inschrijven. Een ouder meldt het kind aan, de school schrijft het kind al dan niet in nadat hieromtrent een officieel besluit is genomen door het schoolbestuur. Toelating is geregeld in artikel 40 Wet primair onderwijs. Op grond van de wet moet de aanmelding schriftelijk worden gedaan, zo mogelijk ten minste tien weken voordat de ouders willen dat het kind in de klas start. Bij de aanmelding dienen ouders ook aan te geven of het kind bij een of meerdere andere scholen is aangemeld en zo ja, welke. Een mailtje of briefje met de enkele mededeling ‘Ik wil mijn kind graag op uw school aanmelden’ volstaat in principe al en leidt ertoe dat het schoolbestuur de aanmelding in behandeling moet nemen en een besluit moet nemen over de toelating. Aanmeldformulier Om een weloverwogen besluit te kunnen nemen, wil je als school bij de inschrijving zoveel mogelijk informatie over het kind ontvangen. Veel scholen hanteren daarom een aanmeldformulier met vragen die ertoe dienen deze informatie op te halen. Hoe concreter deze vragen, hoe beter. Vanaf de datum dat de aanmelding is ontvangen, gaat een termijn van zes weken lopen waarbinnen het besluit over Tekst Arzu Yandere, VBS-partner en advocaat bij Dworkin Law Meer info, mail naar helpdesk@vbs.nl Ledenservice / Helpdesk

» 7 Toelatingsbeleid en voorrang Scholen kunnen in het toelatingsbeleid voorrangsregels opnemen, denk bijvoorbeeld aan voorrang aan kinderen die al een broertje of zusje op school hebben of voorrang aan kinderen die in de wijk wonen. Er zal behoefte ontstaan om dergelijk beleid te ontwikkelen als het aantal aanmeldingen structureel meer is dan het aantal beschikbare plaatsen. Als er voorrangsregels gelden, moet goed nagedacht worden over de wijze waarop aanmeldingen worden beoordeeld. Verder is het belangrijk dat het toelatingsbeleid transparant is en niet leidt tot ongelijkheid. Van ongelijkheid kan bijvoorbeeld sprake zijn als er wordt gestreefd naar evenveel jongens als meisjes in de klas, waardoor kinderen niet worden toegelaten vanwege het geslacht. Tips om jouw aanmeld- en toelatingsbeleid te toetsen, vind je in het kader hiernaast. Zodra het kind is aangemeld, gaat de zorgplicht van de school in. Deze houdt is dat je als school een leerling plaatst en - als is vastgesteld dat dat niet kan - je een andere passende school voor de leerling moet zoeken. Voor meer informatie over de invulling van de zorgplicht ga naar pagina zes en zeven van De VBS van januari 2023, waar je het Helpdeskartikel ‘Invulling zorgplicht, weet waar je grenzen liggen’ leest. Tips om jouw aanmeld- en toelatingsbeleid te toetsen Voor ouders en leerlingen moet het helder zijn wat de formele procedure is rondom aanmelden en toelaten, alsook welke rechten en plichten daarmee gemoeid zijn. In maart 2022 beaamde minister Wiersma dat de meeste scholen op een goede en integere manier omgaan met het toelaten van leerlingen. Desalniettemin was er ruimte voor verbeteringen. Enkele tips op een rij: TIP 1 Wordt het toelatingsbeleid van de scholen in jouw gemeente besproken in het overleg over de Lokale Educatieve Agenda (LEA)? In de wet is opgenomen dat gemeenten, schoolbesturen en kinderopvang jaarlijks het gesprek voeren over onder andere toelatingsprocedures. Door in het LEA-overleg afspraken te maken, kunnen scholen hun beleid omtrent bijvoorbeeld aanmelding(periodes), voorrangsregels, ouderbijdrage, weigering of spreiding van leerlingen op elkaar afstemmen. TIP 2 Staat het toelatingsbeleid op schrift en is dit vindbaar voor ouders en leerlingen? Door de regels van de school rond toelating op schrift te zetten en in de schoolgids en/of website te plaatsen, draag je bij aan de transparantie van het toelatingsbeleid voor ouders en leerlingen. Denk aan: § Informatie over de maximale toelatingscapaciteit; § De procedure om te worden toegelaten; § Eventuele voorrangsregels bij overaanmelding (eventueel in samenwerking met andere schoolbesturen of de gemeente); § Samenwerking met voorschoolse opvang; § Informatie over de zorgplicht; § De mogelijkheden voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte; § De procedure voor de overgang van po naar vo; § De hoogte en het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage. TIP 3 Hoe verloopt de aanmeldprocedure en is het aanmeldformulier vindbaar op de schoolwebsite en/of schoolgids? Een aanmelding dient altijd schriftelijk te zijn. Daarom mag van een school verwacht worden dat zij een schriftelijke aanmeldmogelijkheid biedt. Daarbij kan er een intake gesprek met ouders zijn, waarbij de school ook vraagt naar de ondersteuningsbehoefte van een kind. Ouders hebben echter altijd het recht om hun kind aan te melden op een school. De school kan ouders verzoeken om informatie omtrent de ondersteuningsbehoefte van een kind, bijvoorbeeld informatie van de voorschool.

» 8 VBS - mei 2023 Kijkje achter de schoolmuur Ook zo benieuwd hoe andere scholen werken of innoveren? Deze rubriek geeft je inspiratie en ideeën. sparringpartner voor mij. Ze geven gevraagd en ongevraagd advies. Het is prettig dat ik gebruik van hun expertise kan maken, zo is er bijvoorbeeld een bestuurslid met know how op het gebied van huisvesting, een ander heeft juridische kennis en er is iemand met politieke ervaring.’ ‘Er is nu één kapitein op het schip. Dat maakt dat de lijnen korter zijn en de beslissingsprocessen verlopen sneller. Ik heb het totaaloverzicht over de verschillende gelden voor huisvesting, personeelszaken, financiën, onderwijs. Ook zijn de externe contacten vereenvoudigd. Ik heb nu rechtstreeks contact met de gemeente en het samenwerkingsverband. Ook als schoolteam hebben we meer professionele ruimte. Vroeger moest een plan eerst door de verschillende lagen. Nu komt het idee bij mij en omdat ik deel uitmaak van de organisatie, krijg ik beter mee hoe het plan tot stand is gekomen. Ik zie wat belangrijk is voor de kinderen en de teamleden, en kan een beslissing nemen op basis van onderwijskwaliteit. Tegelijkertijd heb ik natuurlijk ook zicht op het financiële plaatje.’ ‘We blijven een vereniging en leggen verantwoording af op de ALV. Er is een mooie balans ontstaan tussen onderwijsprofessionals en betrokken ouders. Ik zie de toekomst positief in. We kunnen nog prominenter vanuit onze visie werken en onze eigenheid behouden. Dit is een goede basis om je te kunnen richten op wat het onderwijs nodig heeft. We hebben de slagkracht om met nieuwe uitdagingen om te gaan op onze school.’ ‘Vanwege de veranderende wet- en regelgeving vond het ouderbestuur het belangrijk om iemand met inhoudelijke kennis en expertise aan het roer te hebben. Er werd veel van de bestuursleden gevraagd en de manier van werken was onaantrekkelijk voor de medewerkers en de directeur. Met een andere bestuursinrichting schep je ruimte voor de directeur-bestuurder om zelfstandig te kunnen opereren, op zowel onderwijskundig en financieel vlak als richting het team. Het is dan niet meer nodig om op elk gebied de besluiten terug te koppelen naar het bestuur. Bij mijn aanstelling per augustus 2021 was het proces nog in de oriënterende fase, de statuten moesten nog worden aangepast. Per december 2022 zijn de statuten veranderd en werd ik directeur-bestuurder.’ ‘Het toezichthoudend orgaan en de medezeggenschapsraad zijn steeds meegenomen in het proces dat het ouderbestuur doorliep. Er is informatie opgehaald bij andere schoolbesturen en er is een begeleidingstraject vanuit VBS geweest. Het bestuur wilde dat de ouders betrokken zouden blijven en dat de school niet onder een grotere bestuurlijke paraplu zou gaan vallen. Mede om ervoor te zorgen dat de financiële middelen direct in het onderwijsproces gestoken konden blijven worden. Voor de ouders is een informatieavond gehouden, waarin het doel is uitgelegd en er ruimte was voor een gesprek. Na een jaar stemde de Algemene Ledenvergadering in, waarna het nieuwe model meteen is ingegaan. Er is een toezichthoudend orgaan ingericht, met vier leden. De verhouding is gelijkwaardig nu, we vormen één bestuur. Als directeur-bestuurder verzorg ik kwartaalrapportages zodat de toezichthoudende bestuursleden zicht hebben op de onderwijskwaliteit, financiën, personeelsbeheer en huisvesting. Ze kunnen ook zelf thema’s agenderen en ze fungeren, zowel formeel als informeel, als Tekst Susan de Boer www.montessoribilthoven.nl Montessorischool Bilthoven heeft sinds december geen ouderbestuur meer, maar een bestuur dat bestaat uit directeur-bestuurder en vier toezichthoudende bestuursleden. ‘Dat betekent kortere lijnen, snellere beslissingsprocessen en meer professionele armslag voor het schoolteam’, zegt directeur-bestuurder Lianne van den Essenburg. Van ouderbestuur naar directeur-bestuurder

» 9 Hoe iets meer chaos leidt tot meer collectief leiderschap Column Tekst Bart Schipmölder, Directeur-bestuurder NSO-CNA Leiderschapsacademie D eze winter was ik op reis in Nepal. Wij bezochten daar drie scholen en maakten een lange wandeltocht. Tijdens de reis raakte ik gefascineerd door het ogenschijnlijk ordeloze verkeer. Bussen, vrachtwagens, auto’s, motoren, brommers, fietsers en wandelaars: het krioelt door elkaar op vaak veel te nauwe wegen en straten. Er lijken maar weinig regels te zijn. Naast dat men in principe links rijdt, kon ik er nog twee ontdekken: je rijdt elkaar niet aan en als de een de plek heeft, heeft de ander hem niet. Het verkeer bewoog zich vloeiend, vergelijkbaar met een spreeuwenzwerm. Ik heb geen ongelukken gezien. Op overvolle kruispunten vroeg ik me met schrik af hoe we veilig aan de overkant gingen komen. En elke keer lukte dat doordat onze chauffeur geduld had en met lef zijn plek in nam. Ik voelde mij vertrouwd bij de verschillende chauffeurs die we hadden. Door de verkeersituatie waren zij juist heel bekwaam geworden en geoefend in het manoeuvreren door de ogenschijnlijke chaos. Geen spoortje van terughoudendheid. Ook geen irritatie. Ze namen de situatie zoals die is en paste zich daarop aan. Waren we te laat, dan wijzigde het programma gewoon. En er was een soort collectieve verantwoordelijkheid voor de vloeiende doorstroming voelbaar. Zo hield onze chauffeur zonder morren in als een tegemoet komende auto aan het inhalen was op ‘onze’ rijstrook en niet op tijd terug kon naar zijn eigen weghelft. Die collectieve verantwoordelijkheid is niet belegd in vele regels en ingewikkelde structuren zoals rotondes en zebrapaden. Tijdens de coronapandemie hebben veel leidinggevenden de leiding, noodgedwongen, laag in de organisatie terug gelegd. Zo gaf een van onze studenten toen aan: ‘Deze tijd leert me hoe belangrijk vertrouwen en loslaten zijn.’ Over het algemeen pakte dat zeer goed uit. Ook uit onderzoek bleek dat nadat aanvankelijk directiever werd gestuurd, de crisisreflex, er daarna meer participatief werd leidinggegeven. Op veel terreinen werd de bestaande status quo doorbroken en vielen oorspronkelijke spelregels weg. We moesten als leidinggevenden en medewerkers collectief op zoek naar een nieuw evenwicht en nieuwe spelregels. Mensen werden aangesproken om beleid te maken op basis van hun eigen morele kompas. Er werd een beroep op mensen gedaan om leidinggevende vaardigheden, die ze best wel in huis hebben maar niet meer lieten zien, in te zetten en nu in relatie met anderen te oefenen. Samenwerken gaat niet vanzelf, maar is een voortdurende oefening en vraagt de motivatie om het met elkaar aan te gaan. Corona motiveerde ons daartoe. Leerlingen daarentegen hadden minder contact met elkaar. Zij oefenden daardoor hun betrokkenheid op anderen en de vaardigheid om in dialoog gezamenlijk betekenis te geven aan hun leefruimte, niet. En dat leidde op verschillende plaatsen tot gedoe in de school. Ik hoop dat we de les dat mensen tot meer in staat zijn dan we van ze te zien krijgen mee nemen naar de toekomst. Vaardigheid ontwikkelt zich als mensen daarmee kunnen oefenen, en trekt zich terug als die ruimte er niet is. Samen leven is nodig om de basisvaardigheden van dat samenleven te oefenen. Van leiders vraagt dat mensen te blijven aansporen om leiderschap te nemen in verbinding met elkaar. Alleen als we collectief groeien komen we verder. Dan worden we allemaal betrouwbare chauffeurs in een ordeloze chaos. En ik ben in Nepal geen enkel stoplicht tegengekomen.

» 10 VBS - mei 2023 VBS Ledenevent over vormgeving burgerschapsonderwijs opent ogen vroeg ze aan de zaal. Diverse antwoorden volgden, waaronder: mening vormen, genormeerd gedrag, verbinding via kunst en religie, samen anders leren, delen van verschillende perspectieven en je verplaatsen in de ander. Dit laatste greep ze aan om haar verhaal te vervolgen. ‘Bij de Masai, een nomadisch volk in Kenia, staat de filosofie Ubuntu centraal. Die draait om toewijding in het geven en nemen, en het delen in groepen.’ Het brengt Reitsma bij Hoogleraar Public Education Gert Biesta, volgens wie burgerschap niet alleen over ik gaat, maar ook over hoe deze ik zich verhoudt tot de ander. ‘Je kunnen verhouden tot de ander en het omgaan met de weerstand die je hierin kunt ondervinden - om zo tot verbinding met elkaar te komen - dat is waar burgerschap wat mij betreft om draait.’ Er werd die avond nog veel door anderen naar verwezen. Reitsma gaf de deelnemers mee te bouwen aan hun eigen verhaal, wie de school als gemeenschap wil zijn en wat zij als oefenplek aan de leerlingen wil meegeven. ‘Pas dan volgen de onderwijskundige elementen.’ Vragenlijst burgerschapsopvattingen Over wat voor een gemeenschap je als school wilt zijn en waar je voor gaat en staat, spraken Symen van der Zee en Lida Klaver, lector respectievelijk onderzoeker Vernieuwend Onderwijs bij Saxion Hogeschool. Ze startten met een voorbeeld van een leerkracht die zich zorgen maakt over het klimaat. Zij wil dat haar leerlingen bewust omgaan met de wereld en begint hiertoe een project rondom de kledingindustrie. Samen met de leerlingen onderzoekt ze hoeveel water en chemicaliën deze industrie verbruikt en hoe de arbeidsomstandigheden zijn. Vervolgens bezoeken ze een tweedehands winkel waar de kinderen kleren uitzoeken voor een modeshow op school. Tekst Steffie Bom Beeld Rolf Van Koppen Fotografie De een omarmt het meer dan de ander: burgerschapsonderwijs. Feit blijft dat het sinds de zomer van 2021 verplicht is. Scholen hebben vaak wel een beeld van wat ze leerlingen willen meegeven voor als ze later aan de maatschappij deelnemen. Maar hoe dit in de klas vorm te geven, daarover ging het gesprek tijdens het VBS Ledenevent. De highlights van de avond. ‘Fijn dat we na zo’n lange online periode weer met onze leden samen kunnen komen’, opende VBS-voorzitter Artho Jansen het VBS Ledenevent. Ruim zestig deelnemers – waaronder bestuurders, directeuren, rectoren en leerkrachten - waren naar het event gekomen, dat plaatsvond bij so-school College De Trappenberg in Hilversum, onderdeel van Stichting De Kleine Prins. Ik ben omdat wij zijn Maartje Reitsma van Stichting School & Veiligheid trapte de avond af met een schets van een klas met hun leerkracht in een museum, die voor een schilderij met elkaar in gesprek waren. ‘Waarom is dit burgerschap?’ Verbinding Maartje Reitsma Symen van der Zee en Lida Klaver

» 11 ‘Een mooi voorbeeld van burgerschapsonderwijs?’ vraagt Klaver aan de zaal. De twijfel overheerst. ‘Zo op het eerste oog is het een mooi voorbeeld’, vervolgt Van der Zee. ‘Tegelijk kun je je afvragen welke keuze de leerlingen hebben gehad. Zijn ze door de leerkracht niet te veel ingezet als gamechanger?’ Het brengt Van der Zee en Klaver bij een door hen opgestelde ‘vragenlijst burgerschapsopvattingen’, die als doel heeft scholen houvast te bieden bij een waardevolle dialoog over de vormgeving en invulling van burgerschap. ‘Zo kun je je visie scherp krijgen, je doelen expliciet maken en de leerlijnen helder.’ Een greep uit de vragen: § Waarom burgerschapsonderwijs? Voor de maatschappij of het kind? § Wie bepaalt de doelen van burgerschapsonderwijs? Maatschappij of kind (wat wil jij leren)? Bied je één visie aan of meerdere? § Wat is de ideale burger? Aangepast of kritisch? Mening omvormen of niet? § Wat is belangrijker? Bewustzijn van de complexe realiteit of onbezorgdheid? § Wat is de context? Lokaal of wereldwijd? § Waarop ligt de nadruk? Sociaal of politiek? Conflict of vreedzaamheid? De eigen cultuur of diverse culturen? Eens of oneens In het verleden was Dieuwertje de Graaff van Common Ground geschiedenisdocent. Tijdens een van haar lessen over religies zei een leerling dat hij er niet aan mee zou doen, omdat zijn vader de te behandelen religie achterlijk vond. ‘Wat ik destijds als jonge docent niet deed, maar wel had moeten doen, is het gesprek met de leerling aangaan.’ Ze wil ermee zeggen dat burgerschap meer omvat dan weten hoe de democratie in elkaar steekt. ‘Je stem laten horen, weten hoe je maatschappelijk het verschil kunt maken en weten hoe te vechten voor je idealen, horen er ook bij.’ Aan de hand van drie stellingen ging ze vervolgens met de zaal het gesprek aan. Op je stoel blijven zitten was geen optie. Was je het oneens met de stelling dan ging je links in de zaal staan, was je het eens dan ging je naar rechts. Je zag mensen fier lopen, maar ook peinzend. #1 Toenemende segregatie in het onderwijs zit goed burgerschapsonderwijs in de weg De groep die het eens was met deze stelling was ongeveer gelijk aan de groep die het oneens was. ‘Om begrip jegens elkaar te krijgen en kennis te kunnen overdragen, moet je elkaar ontmoeten’, zei iemand die het eens was met de stelling. ‘Het risico is ook dat je in een meer gelijkgestemde omgeving te veel dezelfde visie te horen krijgt’, voegde een ander hieraan toe. ‘Ligt hier niet juist een mooie taak van de school en leerkracht’, zei iemand die het oneens was. ‘Bovendien kunnen kinderen zich in zo’n omgeving veiliger voelen, waardoor ze juist hun mening durven te geven.’ De Graaff vatte aan het eind samen dat het vooral belangrijk is dat het schoolteam zich bewust is van de situatie op school en waar nodig mensen van buiten haalt, om het inlevingsgevoel te vergroten. #2 Ouders zouden geen rol moeten spelen in het burgerschapsonderwijs Maar een paar mensen waren het hiermee eens. ‘Kinderen moeten op school de vrije ruimte krijgen om met leeftijdsgenoten te kunnen praten, zonder de invloed van ouders. Als ouder hoop ik juist dat kinderen op school ook andere meningen en visies opdoen, waar we samen thuis het gesprek over aan kunnen gaan.’ Iemand die het oneens was met de stelling, liet weten dat de ouders op zijn school juist minder ontvankelijk zijn voor andere meningen en visies. ‘Ik wil deze ouders er daarom graag bij betrekken om hun de andere kant van het verhaal te laten horen en om kritisch mee te denken.‘ #3 Als het gaat om burgerschap is een neutrale houding van de leraar het streven Ook bij deze stelling was de zaal gelijkmatig verdeeld. ‘Streven is een mooi woord’, zei iemand die het eens was met de stelling. ‘Of het haalbaar is, is een tweede. Sec geDieuwertje de Graaff

» 12 VBS - mei 2023 kijk maar naar deze lijst’, kreeg Elise Spruijt drie jaar geleden bij haar aantreden als directeur-bestuurder van De van Oldenbarneveltschool (po) te horen. Sec een lijst afvinken, dat volstond volgens haar echter niet. Een team werd samengesteld, een visie ontwikkeld en doelen opgesteld, met uiteindelijk de burgerschapskalender op één A4 als resultaat. Hierin staat rond welke data, aan welke onderwerpen en thema’s aandacht te geven, inclusief verwijzingen naar materiaal. ‘Er staan vieringen op maar bijvoorbeeld ook de week van kindermishandeling. Het idee is dat de leerkracht zelf kiest hoe hij het aanvliegt. Burgerschap is nu niet alleen verankerd, het leeft ook binnen het team mede omdat we het laagdrempelig en overzichtelijk hebben weten te houden. Uiteraard is het een levend document. De Inspectie was er in ieder geval positief over.’ #2 De wijk erbij betrekken voor meer inlevingsvermogen ‘Als een leerling onze school verlaat, moet hij zich kunnen inleven in de ander’, begint Geert Looyschelder, rector-bestuurder van Jordan Montessori Lyceum Utrecht uit Zeist. Bij zijn aantreden twee jaar terug, zat burgerschap verweven in diverse lessen, projecten en excursies. ‘We deden veel met de wereld, maar kenden onze eigen buurt niet. De L-Flat in de wijk Vollenhoven ligt nog geen 100 meter bij ons vandaan, maar geen enkel kind uit die wijk zat bij ons school. Terwijl ik ontmoeten en elkaar zien zo belangrijk vind, juist om je te kunnen inleven.’ Diverse initiatieven zijn vervolgens gestart om contact te leggen met de buurt. ‘Een van de weinige oud-leerlingen die daar woonde is komen vertellen over zijn ervaringen bij ons op school. We hebben contact gelegd met de wijkagent, de kringloopwinkel bezocht en een sportdag opgezet met de groepen 7 en 8 van een basisschool uit de buurt en groepen 1 en 2 van onze school. Ook zijn we een huiswerkinstituut gestart voor leerlingen uit de buurt en gaan onze leerlingen tegenwoordig voorlezen bij kinderen wier ouders minder goed Nederlands spreken.’ Ook binnen de school zijn stappen gezet. ‘Ik heb op verzoek van een aantal leerlingen een genderneutrale kleedkamer ingericht en toen leerlingen aantoonde dat de bank waar het geld van de school stond niet duurzaam investeerde, ben ik van bank veranderd. Dat is ook gezien worden.’ #3 Burgerschap op maat Mozarthof, een (v)so-school in Hilversum die onderdeel is van Stichting De Kleine Prins, heeft zo’n 230 leerlingen. ‘Wij zijn een cluster-3 school, met zeer moeilijk lerende kinderen’, vertelt leerkracht en gedragsspecialist Els de Boer. Hiermee raakt ze direct de crux als nomen is het curriculum niet eens neutraal.’ Toch vindt de helft van de deelnemers dat je als leerkracht ook best je mening mag geven en ergens voor mag staan, zonder de ander af te katten. Zeker als de visie en kaders van de school duidelijk zijn, dan moet dit kunnen. De Graaff sloot af met te benadrukken dat je de leeftijd van de leerlingen in je achterhoofd moet houden. ‘Zijn zij in staat te herkennen dat de leraar iemand is met een mening waar je het niet mee eens hoeft te zijn, of zijn ze te jong of afhankelijk en derhalve beïnvloedbaar?’ In dat geval zou volgens haar neutraliteit van de leraar het streven moeten zijn. Praktijkvoorbeelden ter inspiratie Om het burgerschapsonderwijs ook daadwerkelijk handen en voeten te geven, sloot het Ledenevent af met praktijkvoorbeelden uit het po, vo en so. #1 Burgerschapskalender maakt burgerschap laagdrempelig én levend ‘We doen al veel aan burgerschap, Verbinding VBS-voorzitter Artho Jansen en VBS-bestuurder Pim Spijker geven toelichting op ledenonderzoek Elise Spruijt

» 13 het om burgerschap binnen het so gaat: de leerlingen hebben diverse ontwikkelingsniveaus, cognitieve en praktische mogelijkheden en sociale vaardigheden, dus moet de school op diverse niveaus burgerschap aanbieden. ‘Wij hebben de leerlingraad als voertuig gebruikt voor de ontwikkeling van leerkrachtvaardigheden en bewustwording.’ Thema’s die daar aan bod zijn gekomen, zijn onder meer het nadenken over je mening, adviseren en meebeslissen, democratie en verkiezingen, regels en afspraken middels klassenvergaderingen, en rollen en taken in de mini-samenleving. ‘Tijdens vergaderingen met de leerlingraad zijn de verwachtingen hoog. De leerlingen kiezen een voorzitter en notulist en pakken zelf taken op. De ene leerling doet mee enkel door met een handgebaar te uiten of hij het eens of oneens is, de ander gaat daadwerkelijk het gesprek aan. Ze hebben zelfs een brief gestuurd naar de Tweede Kamer, waarin ze hun beklag deden over het aantal verwensingen die Kamerleden naar elkaar uiten, waar ze ook een reactie op hebben gehad.’ Burgerschap staat inmiddels op de kaart op Mozarthof en het beleid inclusief doelenset hieromtrent is klaar. ‘Er is een samenhang tussen sociale veiligheid, het pedagogisch klimaat en met de gedragsaanpak School Wide Positive Behavior Support. Onze ambitie ligt nu in het uitbouwen en versterken van vaardigheden en in het meenemen van het so in spelend leren thema’s.’ Eerste bevindingen ledenonderzoek Tijdens het Ledenevent lichtte VBS-voorzitter Artho Jansen en -bestuurder Pim Spijker de eerste bevindingen uit het ledenonderzoek toe. ‘De vragenlijst die in februari naar de leden is verstuurd, als onderdeel van het onderzoek naar een nieuwe koers van VBS, is een stuk beter beantwoord dan voorgaande onderzoeken. Gemiddeld is VBS met het cijfer 7.6 beoordeeld, een enkeling gaf een onvoldoende. De leden zien VBS vooral als een betrokken belangenbehartiger en deskundige ondersteuner en adviseur bij hulpvragen’, aldus Pim. ‘Uit het onderzoek komt naar voren dat de verbinding met onze leden warmer is dan we dachten en zeker een basis vormt om verder te gaan’, vertelt Artho. ‘Desalniettemin noopt het teruglopende ledenaantal wel tot nadenken: hoe kunnen we de komende jaren als vereniging van toegevoegde waarde zijn en blijven.’ De opbrengsten van het ledenonderzoek samen met een door Bureau de Bedoeling zelf uitgevoerd onderzoek naar verenigingen in het onderwijsveld, worden in mei voorgelegd aan een ledenpanel. Hoe moeten we het interpreteren? Wat is het verhaal erachter en wat betekent dat? Op basis van deze uitkomsten zal het VBS bestuur diverse toekomstscenario’s ontwikkelen, die in november tijdens de ALV aan de leden worden voorgelegd. Geert Looyschelder Els de Boer

» 14 VBS - mei 2023 Pilot visitatietraject vier basisscholen ‘Jij komt bij mij, ik kom bij jou, en we leren van elkaar’ ‘We wilden geen inspectieonderzoek oude stijl, zegt Madelon Nawijn, directeur van Jenaplanschool Klavertje 4 in Oudewater. ‘Zo’n onderzoek waarbij je een checklist afwerkt. De insteek van onze onderlinge visitaties is ontwikkelingsgericht en positief. Door met elkaar in gesprek te willen gaan we de kwaliteit van ons onderwijs omhooghalen. Ik kom bij jou, jij komt bij mij, en we leren van elkaar.’ Nawijn zit achter haar bureau in de directiekamer. Tegenover haar heeft Hanneke Vermunt plaatsgenomen, directeur-bestuurder van de Comeniusschool in Zeist. Samen praten ze over de pilot waarin vier basisscholen binnen het directienetwerk regio Midden- Nederland van VBS elkaar visiteren. (zie kader voor alle scholen die meededen aan de pilot). Het idee voor de pilot ontstond toen zich tijdens een regiobijeenkomst een gesprek ontvouwde over de vraag hoe je er als eenpitter voor zorgt dat je feedback krijgt en je blik tegelijk naar buiten gericht blijft. Kijkwijzer Vermunt: ‘De eerste vraag was: vogelen we zelf uit hoe we dit gaan doen of schakelen we een externe deskundige in? Toen hebben we Els van Elderen gevraagd, zij heeft een onderwijsadviesdienst. Zij is met ons in gesprek gegaan – over onze uitgangspunten, over het doel – en heeft toen een opzet gemaakt. Na overleg met het netwerk hebben we besloten de visitaties zelf uit te voeren, dus zonder externe erbij.’ ‘Vooral omdat we juist met elkáár in gesprek wilden gaan,’ zegt Nawijn. Vermunt: ‘We dachten: als we constateren dat we tekortkomen of dat we bepaalde dingen niet durven aan te kaarten omdat we elkaar kennen, kunnen we het altijd nog anders gaan doen.’ Als basis voor de visitaties kozen de vier schooldirecteuren voor Goed Worden, Goed Blijven (GWGB) van de PO-Raad, dat zou dienen als kijkwijzer. Verder spraken ze af dat elke school voor de visitatie zijn eigen thema, zijn eigen onderwerp zou bepalen. Voor onderwerpen die buiten het GWGB-kader vallen, zou de te visiteren school zelf een kijkwijzer moeten ontwikkelen. Nawijn: ‘ Een zelfevaluatie is een essentieel onderdeel van het proces. Daarmee activeer je je team al en kun je tijdens de visitatie nog gerichter kijken. Aan de visitatie moet dus altijd een zelfevaluatie voorafgaan.’ Tekst Helga van Kooten Nieuwsgierig naar wat het directienetwerk regio Midden-Nederland voor jou kan betekenen? Mail naar Nienke Daniëls van de VBS Helpdesk via helpdesk@vbs.nl Hoe houd je als eenpitter je blik scherp? En hoe haal je feedback je school binnen? Het directienetwerk regio Midden-Nederland van VBS besloot een pilot op te zetten met vier scholen die elkaar gingen visiteren. ‘Het voelde als een cadeautje.’ Interview Pilot met vier scholen Welke scholen doen mee aan de visitatiepilot van VBS? § H.J. Piekschool in Wageningen. Eerste school die werd gevisiteerd, in het najaar. § Klavertje 4 in Oudewater. Tweede school die werd gevisiteerd, in februari. § Comeniusschool in Zeist. § G.J. van den Brinkschool in Wageningen.

» 15 Inspirerende dag De H.J. Piekschool was als eerste aan de beurt. Er werd gekozen voor een brede invalshoek, omdat er een bezoek van de onderwijsinspectie aan zat te komen. Het Klavertje 4, als tweede aan de beurt, koos voor het thema directe instructie. Er waren drie onderzoeksvragen: activeren leerkrachten de voorkennis, checken ze of de leerlingen de instructie hebben begrepen en maken leerlingen gebruik van elkaars kwaliteiten? ‘Het waren twee compleet verschillende scholen,’ zegt Vermunt. ‘Van de eerste keer hebben we geleerd dat de onderzoeksvragen heel helder moeten zijn.’ Nawijn: ‘Het staat of valt met de voorbereiding. Je hebt er meer aan met smallere onderzoeksvragen, ook omdat je maar beperkt de tijd hebt. En vraag vooral door. Wat bedoel precies? Hoe zit dat dan? Daarom is het ook handig om een vaste voorzitter en vaste secretaris te hebben – die zullen daar dan bedreven in raken.’ Vermunt: ‘Het was een enorm inspirerende dag, ook als observant. Zo’n bezoek zet je aan het denken over je eigen organisatie.’ Bijvangst Nawijn: ‘Uit de visitatie kwam naar voren dat er tussen de leerkrachten best wat verschillen bestaan. We kunnen betere afspraken maken hoe we de leerlingen instrueren, want we willen dat er een gemene deler is: zó doen we dat op deze school. Dit was een mooie manier om het onderwerp open te gooien en ook om de manier van instrueren te kúnnen vergelijken.’ Vermunt tegen Nawijn: ‘Het voelde als een cadeautje dat ik zomaar een dag kon rondlopen in jouw school.’ Nawijn: ‘Ik vind het zelf leuk dat niet alleen de directeur meegaat, maar ook een leerkracht of intern begeleider, afhankelijk van je onderzoeksvraag. Als eenpitter naar een andere school gaan is niet zo vanzelfsprekend, dat is leuk om te doen. De bijvangst is dat je investeert in je netwerk. Doordat je bij elkaar op bezoek komt en je kwetsbaar durft op te stellen, verdiep je de band. En dat werpt z’n vruchten af. Als ik nu ergens mee worstel, is de drempel veel lager om Hanneke even te bellen, want we hebben elkaar gezien.’ De pilot is nu afgerond. Binnen het regionetwerk Midden-Nederland kunnen scholen zich voor het visitatieproject aanmelden. Daarna is het de bedoeling dat er groepjes van drie of vier scholen ontstaan en dat elke school een of twee keer per jaar wordt gevisiteerd. Zeven tips voor een gestroomlijnde visitatie Hoe zet je als groep scholen een visitatie op en hoe haal je er zo veel mogelijk uit? Zeven tips die bij de pilot kwamen bovendrijven: § Zorg voor een strakke organisatie. § Stel binnen je visitatiegroep een vaste voorzitter en vaste notulist aan. § Baken de onderzoeksvragen duidelijk af. § Stel voor de visitatiedag een rooster op, zo weet iedereen precies wanneer hij of zij waar moet zijn. § Ruim tijd in voor een gezamenlijk startmoment in de ochtend. § Stem als leerkracht de les af op de observatiemomenten. § Koppel de bevindingen terug naar de leerkrachten. Hanneke Vermunt (links) en Madelon Nawijn (rechts)

E enpitters zijn kwetsbaar, ik geef het onmiddellijk toe. Hóe kwetsbaar, dat heb ik helaas met eigen ogen gezien. Ruim tien jaar geleden stond ik als directeur van een eenpitter heel dicht bij een andere eenpitter die financieel in zwaar weer verkeerde. De school redde het uiteindelijk niet en ging failliet. Dat veroorzaakte veel leed. De kinderen waren er verdrietig van, de ouders werden er onzeker door, en de leerkrachten allebei. Ik realiseer me dus heel goed hoe kwetsbaar je bent als eenpitter en hoe belangrijk het daarom is extra zorgvuldig te opereren. Niet alleen op het gebied van onderwijskwaliteit en personeel, maar ook op financieel gebied. Over de hele linie moet je de zaken op orde hebben. Daarom ben ik, toen ik in oktober als directeur-bestuurder op Vlinderbos begon, onmiddellijk alles in kaart gaan brengen, overzicht gaan creëren. Hoe staan we ervoor, wat speelt er? En waar willen we naartoe, welke doelen stellen we onszelf? Je kunt zeggen: waarom zou je überhaupt zo’n kwetsbare eenpitter willen zijn? Waarom zou je je school niet de beschutting, de veiligheid van een groter verband gunnen? Maar dan vergeet je dat er tegenover die kwetsbaarheid iets heel kostbaars staat, iets wat de kwetsbaarheid van het eenpitterschap volledig verantwoordt. Want als eenpitter ben je verre van alleen. Je vormt de school samen met de ouders. Wat dat concreet betekent, kan ik misschien het best illustreren met een voorbeeld uit de praktijk. Toen hier op school een leerkracht uitviel, kreeg ik al snel een berichtje van een van de ouders. ‘Ik ben dan wel geen leerkracht, maar als ik iets kan doen, hoor ik het graag.’ Zo’n berichtje is goud waard. Die betrokkenheid is goud waard. Maar samen school zijn, dat gaat nóg verder dan betrokkenheid. In een tijd waarin het lastig is vrijwilligers te vinden, nemen ouders plaats in het toezichthoudend bestuur van de school van hun kind, ieder met hun eigen expertise. Met elkaar dragen we de verantwoordelijkheid voor de school.Ik hoop dat de overheid ook ziet hoe kostbaar die eenpitters zijn, scholen zoals Vlinderbos. En dat ze ons niet uit het oog verliest. We hebben een overheid nodig die het mogelijk maakt voor eenpitters om te blijven bestaan. De laatste jaren wordt dat wel moeilijker. De verantwoordingslast voor scholen wordt steeds zwaarder. Elk jaar komt er wel iets bij op de lijst, wij verbazen ons daar weleens over. Natuurlijk is het belangrijk om verantwoording af te leggen, maar we moeten daar niet in doorschieten. Twee voorbeelden. Dan moeten we opeens de ladder laten keuren. Of een risico-inventarisatie laten maken van het dak, voor het geval de conciërge daar een keer een bal vanaf moet halen. Ik begrijp dat een ladder in orde moet zijn, maar ik heb geen staf dat zich met zulke zaken bezighoudt, ik moet daar iemand voor inhuren, en dat geld gaat dan dus niet naar het onderwijs toe. Als eenpitter heb je de intentie goed onderwijs te bieden. Niemand wordt leraar of directeur van een school om er vervolgens een potje van te maken. Je hoeft niet elk risicolijstje af te vinken, je kunt je niet overal tegen indekken. Er moet ruimte blijven voor eigen verantwoordelijkheid. Daarom zeg ik: overheid, koester die kostbare eenpitters. Geef ze een beetje vertrouwen. Bied ze de ruimte die ze nodig hebben om te kunnen blijven bestaan. Zo’n overheid is goud waard. Overheid, koester de eenpitters! Column Tekst Martijn Staats, directeur-bestuurder Jenaplan Basisschool Vlinderbos in Wilnis www.vlinderbos.nl

» 17 Nieuws Inspectie benadrukt doordachte plaatsing en kansrijk aanbod in brugklas Hoe gaat het momenteel met de leerlingen die in 2021-2022 naar leerjaar 1 van het vo gingen? Deze lichting had het hele laatste basisschooljaar te maken met de coronapandemie. De minister had de basisscholen daarom in 2021 gevraagd deze leerlingen kansrijk te adviseren. In het stelselonderzoek ‘Kansrijk onderwijs in de overgang van po naar vo’ heeft de Inspectie van het Onderwijs gekeken of hieruit meer kan worden geleerd over de overgang van het po naar het vo. In de publicatie van de onderzoeksresultaten en aanbevelingen benadrukt de inspectie het belang van goede overdracht, doordachte plaatsing en een kansrijk aanbod in de brugklas. Nieuws Save the date! 20 september, VBS Startevent inclusief presentatie toekomstscenario’s VBS. Zie achterzijde voor meer informatie Checklist (meerjaren) bestuursformatieplan: dit moet erin staan Schoolbesturen zijn zelf verantwoordelijk om een bestuursformatieplan op te stellen. Een belangrijk proces, want een goed doordachte formatie geeft duidelijkheid over de inzet van personeel en op welke manier middelen worden ingezet, wat bijdraagt aan de dialoog erover en begrip in het geval je als werkgever lastige maatregelen moet nemen. Een goed bestuursformatieplan geeft in de kern antwoord op de vragen: Hoeveel personeel heb ik de komende jaren nodig en wat is mogelijk gelet op de middelen die ik tot mijn beschikking heb? Het vergaren van alle informatie valt niet altijd mee. Op vbs.nl vind je een checklist van wat er allemaal in moet staan. In een wereld die in snel tempo verandert, veranderen ook de daaraan gekoppelde risicoprofielen. Bij VBS-partner Raetsheren - een onafhankelijke registermakelaar in assurantiën - worden onderwijsinstellingen hierop voorbereid, zodat zij de rust en ruimte krijgen om risicobewust en zelfverzekerd te handelen. Zo helpt Raetsheren hun klanten om ambities waar te maken en hun kansen optimaal te benutten. Hiervoor beschikt Raetsheren over een gespecialiseerde Onderwijsdesk waar specialisten zich uitsluitend met risico’s, verzekeringen en schades van onderwijsinstellingen bezighouden. Hier kunt u terecht met al uw vragen over bijvoorbeeld de polisdekking, de schadebehandeling en risicoanalyses. Van alle assurantiemakelaars in Nederland adviseert en verzekert Raetsheren de meeste onderwijsinstellingen, zowel in het primair als voortgezet onderwijs. Als marktleider in het onderwijssegment biedt dit klanten een aantal voordelen, zoals: • Meer Inkoopkracht door een groot volume; • Verzekeringsvoorwaarden die volledig zijn toegespitst op het po en vo; • Een tariefstelling die is gebaseerd op het leerlingenaantal; • Het aanbieden van digitale verzekeringspolissen en online informatievoorziening voor polissen, schadedossiers en verzekeringsvoorwaarden waardoor de papierstroom tot een minimum beperkt blijft. Als lid van de VBS kun je bij Raetsheren terecht voor dienstverlening, advisering en verzekeringsoplossingen die zijn ontwikkeld voor de dagelijkse risico’s waarmee jouw school wordt geconfronteerd. Ze komen graag met je in gesprek Meer weten? Zie www.vbsverzekerd.nl of neem contact op via 072 711 34 55 of info@vbsverzekerd.nl Raetsheren: Uw partner voor risico’s, verzekeringen en schades in het onderwijs

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=