SteDoCo

25-26 Presentatiegids 77 76 JORAN SCHRÖDER - 10 JAAR STEDOCO! Tien seizoenen SteDoCo. Tien seizoenen speler, waarvan een flink aantal als aanvoerder. Leraar, leider, boegbeeld. Joran Schröder blikt terug, maar kijkt vooral vooruit. Want als het aan hem ligt, wordt dit zijn mooiste seizoen ooit. “Ik wil nog één keer echt vlammen.” Joran Schröder nog 1 keer vlammen In de aanloop naar het seizoen 2025/2026 blikt Joran Schröder, clubicoon en vaste waarde in het rood-zwarte shirt van SteDoCo, terug op een indrukwekkende periode van trouw, strijd, groei en karakter. Hij stond ruim tien jaar lang symbool voor het sportieve hart van de club: als creatieve speler, als aanvoerder in meerdere seizoenen, maar ook als stabiele kracht in de kleedkamer. Hij is geen schreeuwer. Geen man van grote woorden. Maar wie het veld oploopt met Schröder aan zijn zijde, voelt dat er iemand staat die verantwoordelijkheid neemt. Iemand die jonge spelers opvangt, teamgenoten scherp houdt en altijd vooropgaat als het moet. Toen de club hem vroeg om voor de presentatiegids terug te kijken én vooruit te blikken, ontstond een open gesprek. Geen interview met clichés, maar een portret van een aanvoerder in de meest complete zin van het woord. TERUGKIJKEN MET BETEKENIS De aftrap is simpel, maar krachtig: welke drie momenten schieten je te binnen als je later aan SteDoCo terugdenkt? Joran hoeft er niet lang over na te denken. • “De warmte van de club,” zegt hij als eerste. “Iedereen kent elkaar, iedereen is welkom. Dat gevoel maakt dat ik hier al zolang ben.” • Als tweede noemt hij de promotie in en tegen Capelle, een overtuigende 0-3 overwinning. • En als derde de merkwaardige nacompetitie tegen eerst TEC (4-1 en 0-2), daarna VVSB (1-0 en 2-2) en uiteindelijk GVVV (1-2 en 2-0), waarin hij zeven keer scoorde in zes duels. “Persoonlijk misschien wel mijn sportieve hoogtepunt. Die avonden, die spanning, het publiek langs de lijn… daar train je voor.” Hij benoemt ook nog een dieptepunt: de coronajaren, waarin opeens alles stilviel. Seizoenen werden afgebroken, perspectief ontbrak, trainingsweken vielen weg. “Die jaren vergeet je niet,” zegt Joran, “juist omdat je voelde wat je miste. Je mist het ritme, de kleedkamer, de spanning van het weekend. Alles waarvoor je traint, valt weg. Dat vreet aan je als sportman.” Als het over medespelers gaat, is het niet de vraag wie de beste was, maar wie hem bijblijft. Giovano Gödeken als de meest technische. Yannick Cortie als stille kracht die over meerdere seizoenen altijd zijn waarde bewees. En Simon van Zeelst! “Een echte vriend, iemand met wie je op en buiten het veld een klik hebt. Iemand waarmee je het voetbal deelt, maar ook het leven eromheen. Dat soort mensen maken het verschil.” EEN SEIZOEN VOL FRUSTRATIE Dan schuift het gesprek naar het afgelopen seizoen. De interviewer draait er niet omheen: blessures, frustratie, een trainerswissel, wisselende resultaten. “Ik weet dat je het soms nonchalant maskeert, maar ik zag hoe het aan je vrat,” klinkt het. Joran bevestigt. “Er is niemand die liever op het veld staat dan ik. Als dat door blessures niet lukt, en het blijft terug- komen… dan ga je twijfelen. Doe ik te weinig? Terwijl ik weet dat ik er alles aan doe.” Vanuit de medische staf binnen de club werd die overtuiging ook gedeeld: er was geen enkele twijfel over zijn inzet en discipline. “Dat vertrouwen deed me goed,” voegt Joran toe. “Het maakt je sterker, zeker als het even tegenzit.” De trainerswissel noemt hij noodzakelijk. “Het klikte niet. Niet met de groep, niet met de energie. Klaas Wels heeft het daarna goed opgepakt. Hij bracht rust, duidelijkheid en een nieuwe lijn in het elftal, en ik denk dat we daar met z’n allen baat bij hebben gehad.” Wat óók meespeelde was het feit dat we voor het eerst in de afgelopen drie jaar stevig door moesten selecteren. >>

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=