Sepsis alarmboek

8 9 LEONIE VERTELT: LEONIE VESTERING (1984), TWEEDE KAMERLID PARTIJ VOOR DE DIEREN Leonie Vestering kreeg in 2022 een sepsis a.g.v. een streptokokken groep A-bacterie. Zij is Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren. In januari 2022 kreeg ik sepsis door een infectie met een streptokokken groep A-bacterie, ook wel “de verschrikkelijke GAS” genoemd. En dat de bacterie verschrikkelijk was, dat wist ik al. Eerder verloren we een familielid aan dezelfde bacterie. Maar van sepsis had ik niet eerder gehoord. Het was zaterdagochtend toen ik vreselijk beroerd wakker werd. Omdat we midden in de coronapandemie verkeren neem ik voor de zekerheid mijn temperatuur op. Geen koorts. Ik voel me snel slechter worden. Binnen een uur stijgt mijn lichaams-temperatuur naar meer dan 40 graden koorts. Ik stuur mijn man een berichtje en vraag hem of hij zijn telefoon in de buurt wil houden omdat ik me zorgen maak. Twintig minuten later stuur ik hem nog een berichtje: “je moet komen, ik heb het idee dat ik flauwval”. Ik bel de huisartsenpost, die zegt “dat ik het nog even moet aankijken”. In het dossier schrijft de arts: “geen alarmsignalen, niet ernstig ziek, klinkt als griep.” Ik kan nog nauwelijks op mijn benen staan. ‘ONDERTUSSEN ZIE IK “DINGEN DIE ER NIET ZIJN”: IK HEB DELIERS.’ Eten en drinken lukt vrijwel niet. De palmen van mijn handen, de binnenkant van mijn knieën, mijn voetzolen en zelfs mijn tong zijn warm, opgezwollen en vuurrood. Ik houd niets meer binnen. Het wordt steeds lastiger om te praten. Ik kan me niet heel veel meer herinneren van deze dagen. Ik lig alleen nog maar in bed, en val onderweg naar het toilet flauw in de badkamer. Met mijn hoofd over de rand van de badkuip word ik wakker. Ik bel weer naar de huisartsenpost. Het gesprek kan ik mij niet meer herinneren. In het dossier lees ik terug dat de arts het volgende adviseert: “Uitzieken, bouillon nemen en pijnstilling”. Op de maandag belt mijn man opnieuw de huisarts. Hij maakt zich grote zorgen. De huisarts besluit om in de middag op huisbezoek te komen en geeft mij medicatie tegen de misselijkheid, wat helpt. In de middag belt ze me nog even. In het medisch dossier schrijft ze: “Afwachten voor nu, gerustgesteld, alarmsymptomen besproken.” Maar ik ben aan het uitdrogen, plassen doe ik niet meer. Het is dinsdag. Ik houd nog steeds niets binnen en plas inmiddels bloed. Ondertussen zie ik “dingen die er niet zijn”: ik heb deliers. Mijn man belt de huisarts op en hij krijgt het advies om mijn urine te laten testen op een nierbekkenontsteking omdat ik bloed plas. Bij de huisarts volgt onmiddellijk de uitslag. Geen nierbekkenontsteking. Tóch krijg ik daar medicijnen voor. Ondertussen zak ik steeds verder weg.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=