Schoolplan ProNovaCollege 2024-2028

3.2 Zicht op ontwikkeling en begeleiding De start bij onze school Wanneer een leerling vanuit het basisonderwijs wordt aangemeld bij onze school dan krijgen we direct het digitale dossier van deze leerling van de aanleverende school. Als extra informatiebron dient het gesprek dat tijdens de warme overdracht in juni wordt gevoerd met het basisonderwijs. Dit wordt jaarlijks georganiseerd door het samenwerkingsverband. Indien sprake is van tussentijdse instroom vindt een warme overdracht plaats met de aanleverende school. Op basis van de beschikbare gegevens wordt een eerste ontwikkelperspectiefplan (OPP) opgesteld, dit noemen wij het startdocument. Dit document wordt opgesteld door de mentor en/of de ondersteuningscoördinator (oco). Het startdocument bestaat onder andere uit: de algemene gegevens van de leerling, informatie over de thuissituatie, toetsresultaten, begeleidingsbehoeften, bevorderende en belemmerende factoren en de verwachte uitstroom. Voor wat betreft de verwachte uitstroom gaan we standaard uit van arbeid conform de hoofddoelstelling van het praktijkonderwijs. Binnen 6 weken na de start bij onze school vindt een startgesprek plaats. Hieraan nemen deel: de ouders/ verzorgers, de leerling en de mentor. De ouders/ verzorgers ondertekenen dan het startdocument. Het vervolg bij onze school Het startdocument wordt na ondertekening door de ouders/verzorgers een groeidocument. Het groeidocument is de basis voor het Mijn Ontwikkel Plan (MOP). Gedurende het schooljaar kunnen de mentor en oco gegevens van het groeidocument aanpassen. De onderliggende cyclus is beschreven in een procesbeschrijving ‘groeidocument’. Jaarlijks vinden twee leerlingbesprekingen plaats over de leerling aan de hand van het MOP. Hieraan nemen deel: de mentor en de oco. Het is de taak van de mentor om deze bespreking voor zijn leerlingen voor te bereiden. Onderwerpen van gesprek zijn: de resultaten van de individuele leerling, de ontwikkeling van de leerling (is deze conform verwachting?) en de begeleidingsbehoefte (is sprake van een passend aanbod?). Tijdens de leerlingbespreking kan op basis van de beschikbare gegevens besloten worden het uitstroomprofiel van een leerling aan te passen. De school werkt met de volgende drie uitstroomprofielen: a) Beschermde arbeid b) Arbeid c) Arbeid en leren Na de leerlingbesprekingen vinden de MOPgesprekken plaats met de leerling, ouders/ verzorgers en de mentor. Dit betreft twee voortgangsgesprekken per schooljaar die plaatsvinden in januari en juni. Tijdens deze gesprekken worden de theoretische kennis, de praktische vaardigheden en de algemene competenties besproken aan de hand van het MOP. In het MOP zijn ook het OPP (inclusief het uitstroomperspectief) en (vanaf leerjaar 3) de stages onderwerp van gesprek. De ouders/verzorgers, leerling en de mentor ondertekenen het document aan het eind van het gesprek. Ook hier is de onderliggende cyclus beschreven in een procesbeschrijving (‘MOP’). Het MOP bestaat uit de onderdelen: - Algemene gegevens - Aanwezigheid - Ontwikkeling: • Leerniveau • Cijfers • Competenties • Vakvaardigheden • Doelen • Bevorderende en belemmerende factoren • Onderwijsbehoeften • Verwachte ontwikkeling • Verwachte uitstroom • Algemene competenties stage (vanaf leerjaar 3) Voor wat betreft de individuele coachgesprekken met een leerling starten we altijd met een kennismakingsgesprek. Daarna vinden er gedurende het schooljaar vier coachgesprekken plaats. Per periode staat minimaal één coachgesprek op de agenda. Voorafgaand aan het eerste en vierde coachgesprek vullen de mentor en de leerling een algemene competentielijst in. Op basis hiervan worden tijdens het coachgesprek persoonlijke doelen opgesteld of bijgesteld. Daarnaast zijn de bevorderende en belemmerende factoren en ondersteuningsbehoeften onderwerp van gesprek. We checken samen met de leerling of deze nog actueel zijn of eventueel bijgesteld dienen te worden. Ook dit kan leiden tot persoonlijke leerdoelen. De 9

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=