In dit hoofdstuk beschrijven we hoe het onderwijs is ingericht. We starten met ons aanbod en de basisvaardigheden. 3.1 Aanbod en basisvaardigheden Ons onderwijs is gericht op de realisatie van een passende uitstroombestemming (werk en/of vervolgonderwijs) en brede ontwikkeling binnen de vier domeinen wonen, werken, vrijetijdsbesteding en burgerschap. Deze hoofddoelen staan centraal in de leerjaren 1 tot en met 5. We beschrijven nu per vakgebied de belangrijkste kenmerken van ons aanbod. Te beginnen met de basisvaardigheden Nederlands, rekenen en burgerschap. Basisvaardigheden a) Nederlands Het vak Nederlands staat in ieder leerjaar meerdere keren per week op het lesrooster. We werken op basis van een methode, Deviant, met daarbij enkele aanvullingen zoals nieuwsbegrip (begrijpend lezen), de schoolbibliotheek en remedial teaching (RT). De inhoud is hiermee dekkend voor de kerndoelen en gericht op de referentieniveaus. Tijdens de lessen werken leerlingen aan dezelfde doelen. Hierbij is sprake van tempodifferentiatie. Dit houdt in dat leerlingen voor wie het basisaanbod te moeilijk is bepaalde onderdelen niet hoeven uit te werken. De opbrengsten bij het vak Nederlands worden in beeld gebracht aan de hand van de methodegebonden toetsen van Deviant, de beoordeling van werkstukken/activiteiten (bijvoorbeeld bij schrijven en gespreksvoering) en de methodeonafhankelijke toetsen van Cito (gericht op begrijpend lezen). Deze laatste wordt tweemaal per schooljaar afgenomen in leerjaar 1 tot en met 4. Ook nemen we, aan de hand van AVI, in leerjaar 1 een 0-meting af die gericht is op technisch lezen. Op basis van de resultaten wordt de behoefte aan RT ingeschaald. b) Rekenen Het vak rekenen staat in ieder leerjaar meerdere keren per week op het lesrooster en wordt gegeven op basis van een methode met enkele aanvullingen. De methode voor leerjaar 1 tot en met 3 is Deviant. In leerjaren 4 en 5 wordt gewerkt met de methode ffLeren Rekenen. De inhoud is hiermee dekkend voor de kerndoelen en gericht op de referentieniveaus. Tijdens de rekenlessen is, net als bij Nederlands, sprake van lessen bestaande uit een basisaanbod voor de hele klas met verdieping of tempodifferentiatie indien nodig. De opbrengsten worden in beeld gebracht aan de hand van methodegebonden toetsen en methodeonafhankelijke toetsen van Cito. De Cito rekentoets wordt tweemaal per schooljaar afgenomen in leerjaar 1 tot en met 4. c) Burgerschap Het vak burgerschap staat wekelijks op het lesrooster in leerjaar 1 tot en met 5. We werken binnen alle leerjaren met de methode ‘Kies’ van Deviant. De inhoud van het vak burgerschap is daarmee gericht op de kerndoelen. Binnen de lessen worden de thema’s klassikaal behandeld. Het leren van en met elkaar staat hierbij centraal. Onze visie op burgerschapsonderwijs hebben we beschreven in een beleidsdocument. De opbrengsten worden in beeld gebracht aan de hand van methodegebonden toetsen aan het eind van ieder thema. We werken voor het vak burgerschap ook nauw samen met De Kleine Ambassade in Schiedam. Op het ProNovaCollege vinden we het belangrijk dat onze leerlingen naast goed onderwijs ook sociale vaardigheden aanleren, zodat ze als goede burgers een positieve bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Burgerschapsvorming is binnen de school niet alleen een aparte les op het rooster, maar is iedere dag aanwezig in alle lessen, projecten, excursies en workshops. Wij verwachten van de leerlingen dat ze de gewenste en juiste burgerschapsvaardigheden laten zien in hun gedrag en ondersteunen hen bij het aanleren hiervan. Andere vakken: We beschrijven achtereenvolgens ons aanbod bij de praktijkvakken (d), het domein vrijetijdsbesteding (e) en loopbaanoriëntatie en -begeleiding (f). d)De praktijkvakken In leerjaar 1 tot en met 4 volgen leerlingen alle praktijkvakken volgens het lesrooster. Hierbij worden de volgende vakken aangeboden: • Consumptieve technieken in leerjaar 1 tot en met 4. Dit betreft een aanbod gericht op 3Onderwijsproces 6
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=