PrO De Baander

8 Op weg naar werk doorloopt de leerling de volgende onderdelen: In het eerste leerjaar krijgen de leerlingen het vak ‘Technische Dienst / Facilitaire Dienst’ aangeboden. In een periode van 10 weken verrichten zij divers onderhoudswerk in en rond het schoolgebouw onder leiding van een leerkracht en de conciërge. Samenwerken, taakgerichtheid en veilig werken zijn hierbij belangrijke competenties. In leerjaar twee starten de intern begeleide stages. Hierbij voeren de leerlingen in kleine groepjes onder begeleiding van een docent van de school diverse administratieve-, en technische werkzaamheden uit. Leerlingen oriënteren zich in deze stages op verschillende uitstroomsectoren. Daarnaast werken zij aan algemene arbeidsvaardigheden. Technische Dienst / Facilitaire Dienst Intern Begeleide Stage Extern Begeleide Stage Werkveldoriëntatie Gedurende een half jaar krijgen de tweedejaars leerlingen in groepjes de kans zich te oriënteren op stage en werk. Door het bezoeken van bedrijven, organisaties en instanties kunnen leerlingen zich een beeld vormen van verschillende beroepen en sectoren in de maatschappij. Deze bezoeken staan in het teken van ‘ontdekken, ontmoeten, verbazen en verwonderen’. In leerjaar drie starten de extern begeleide stages. Tijdens dit schooljaar lopen de leerlingen 1 dag in de week stage (vier periodes van ongeveer 10 weken) bij verschillende bedrijven. Dit zijn beroepsoriënterende en/of maatschappelijke stages. Elke stagedag komt de docent langs om te monitoren hoe de ontwikkeling op het gebied van sociale- en werknemersvaardigheden verloopt. Naast algemene arbeidsvaardigheden komen ook vakspecifieke vaardigheden aan bod passend bij de werkzaamheden van de branche. De leerlingen vullen dagelijks hun stagewerkboek in. Aan het eind van elke periode vindt de eindreflectie plaats. Drie voldoende afgeronde stages zijn in principe de voorwaarde om te mogen starten met een ‘passiestage’.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=