-15- PAASWENSEN Hartelijke oprecht gemeende Paaswensen Aan alle lieve, brave en andere mensen Vergeving van uw fouten van het verleden Een nieuw hoopvol begin, startend vanaf heden De wens: een schone, propere lei Met geluk Gods zegen er nog bij Een nieuwe lente een nieuw seizoen Een navolging van de natuur, een herboren leven Een super start en dan opnieuw alles geven Zoals de jonge verse blaadjes in de bomen Zoals de kuikentjes uit de paaseieren komen Zoals de lammetjes huppelen in de wei Iedereen vrolijk, gelukkig, voldaan en blij Zoals de vogels hun nestjes bouwen met nieuwe hoop en vol vertrouwen laat ons heel dankbaar wezen: Want Christus is verrezen! Namens de werkgroep Mariabedevaart Een dag niet gelachen... Vlak voor zijn overplaatsing naar een grote stadsparochie krijgt pastoor Godefridus bezoek van Bert en Sjan: “Meneer pastoor, we willen graag kinderen. Maar het lukt maar niet….” “Misschien moeten jullie eens naar Lourdes gaan en een gróte kaars aansteken voor Onze-Lieve-Vrouw,” suggereert de pastoor. Zo gezegd, zo gedaan: het koppel tekent in op een busreis naar Lourdes en steekt daar in de grot een extra grote kaars aan voor Maria. Vijf jaar later belt Godefridus, die op bezoek is in zijn oude dorpsparochie, aan bij het huis van Bert en Sjan. De voordeur gaat open en hij treft Sjan aan met een tweeling in de armen, terwijl in de keuken meerdere kinderstemmetjes te horen zijn. “Blijkbaar heeft jullie kaars geholpen!” constateert Godefridus verheugd. “Zeker weten, meneer pastoor,’ glimlacht Sjan, ‘we zijn met maar liefst vijf kinderen gezegend!”. “Ach wat mooi, proficiat! Is je man ook in de buurt? Ik zou hem graag ook even gelukwensen met zijn mooie kroost.” “Helaas, meneer pastoor, Bert is net weer naar Lourdes vertrokken… om er zeker van te zijn dat die kaars wel uit is!” Esther Romeijn
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=