Ook van de beide andere ‘Van’s’ brengen we, in het programma Monument, belangrijke successen terug. Rudi’s expressionistische, aangrijpende en in de tijd waarin het gemaakt is (1965 – red.) grensverleggende Monument voor een gestorven jongen. En Toers juichende, wervelende 7e Symfonie. Omdat homoseksualiteit in beide werken een belangrijk thema is, presenteren we ze in het kader van Pride Amsterdam. Gecombineerd met een nieuw werk van Juanjo Arqués, die daarin gender- identiteit en queerness vanuit een eigentijds perspectief beziet en daar- voor samenwerkt met componist (en Project Rembrandt-winnaar – red.) Thomas van Dun.” Ook van David Dawson, Krzysztof Pastor en jouzelf gaan we werken zien, net als van de nieuwe Associate Artist van Het Nationale Ballet, Alexei Ratmansky. Wat kun je daarover vertellen? “Krzysztof – die inmiddels alweer vele jaren het Nationale Ballet van Polen leidt – gaat een nieuwe creatie maken voor een grote danserscast, waar ik erg naar uitkijk. Ook van Alexei Ratmansky presenteren we een nieuw werk. Ik ben er trots op dat we de banden met hem, door zijn benoeming tot Associate Artist, nog nauwer kunnen aanhalen. Van David, die net als Alexei tot de choreografische wereldtop behoort, brengen we Empire Noir terug. Dit juichend ontvangen ballet dateert uit 2015, maar bevat al alle kenmerken van Davids stijl: de enorme drive, technische virtuositeit en uitzonderlijke fysieke kracht. Van mijzelf komt Carmen terug, dat ik in 2000 voor het West Australian Ballet maakte (en dat werd onderscheiden met de Australian Dance Award–red.). Het past goed in de traditie die we inmiddels hebben opgebouwd om producties uit te brengen over sterke vrouwen– Coppelia, Mata Hari, Frida, Raymonda en Lady Macbeth –als tegenwicht voor de slachtofferrol die vrouwen in het klassieke ballet traditioneel vaak hebben. We combineren Carmen met het al even zonnige als temperamentvolle Paquita, dat zich het best laat omschrijven als een fonkelende uitstalkast van de klassieke ballettechniek.” Je zei in een interview ooit: “Nieuw talent is het levensbloed van elk balletgezelschap.” Welke nieuwe talenten kunnen we komend seizoen verwachten? “We hebben diverse programma’s waarin we jonge choreografen en/of dansers de kans geven om nieuw werk te maken, zoals New Moves, NextSteps en onze Choreographic Academy (zie pagina 104). Verder presenteren we in het Junior Company-programma Ballet Beats nieuwe werken van drie jonge makers die hun talent al hebben bewezen: Joshua Junker, Mthuthuzeli November en Arielle Smith Jones. Alle drie geven ze vanuit hun oorspronkelijke achtergrond – respectievelijk de hiphop, de Afrikaanse dans en de moderne dans – nieuwe impulsen aan het balletvocabulaire en daarmee aan onze dansers. Het is een verfrissende ‘dialoog’ die Ernst Meisner en ISH-directeur Marco Gerris de afgelopen jaren met hun gezamenlijke producties in gang hebben gezet. Eén daarvan, GRIMM, brengen we dit seizoen, vanwege het enorme eerdere succes, opnieuw door heel Nederland op de planken.” Hoe kijk je terug op je tijd als artistiek directeur en welke wensen heb je voor de toekomst? “Ik ben uiterst dankbaar voor alles wat ik de afgelopen ruim twintig jaar heb mogen doen. Ik prijs mijzelf gelukkig dat ik de kans heb gehad om met zóveel fantastische mensen samen te werken! Ballet doe je niet alleen, it takes a village! Ik kijk regelmatig met verwondering naar alles wat we gerealiseerd hebben. De Junior Company die, onder Ernst Meisner en Caroline Sayo Iura, een nóg groter succes is geworden dan we hadden durven hopen. Rachel Beaujean die zich ontwikkeld heeft tot een expert in het opnieuw onder de loep nemen van beroemde klassiekers. De wijze waarop we het oeuvre van Hans van Manen met de oprichting van de Van Manen Foundation hebben weten te bestendigen voor de toekomst. De talloze nieuwe werken, de vele tournees en al die geweldige dansers die ik boven zichzelf heb zien uitstijgen. Toen ik in 2003 tot artistiek directeur benoemd werd, verkeerde het gezelschap niet in de allerbeste toestand en ik ben er trots op dat ik het straks een flink stuk gezonder achterlaat. Ik hoop dat de groep de komende decennia nog verder kan groeien. Maar ook dat nog meer mensen zich realiseren wat een geweldig rijk repertoire en wat een fantastische dansers wij hier hebben, en op wat voor een enorme hoogte Het Nationale Ballet internationaal staat. De waarde daarvan, van kunst in het algemeen, kun je niet overschatten. Zonder verbeelding kunnen we ons niet voorstellen hoe anderen zijn en denken. En zonder de verbinding die kunst teweegbrengt, en die ik in onze groep met dertig verschillende nationaliteiten dagelijks zie ontstaan, kunnen we geen muren slechten. Als maatschappij hebben we een keuze voor het licht, een keuze om elkaar vast te houden en een verschil te maken. Ik hoop dat veel meer mensen – en zeker ook politici – daarvan doordrongen raken.” “B allet is geen schilderij waarnaast je een bordje met uitleg kunt hangen” 71
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=