Nationale Opera & Ballet

Petipa’s La Bayadère toont een westerse, oriëntalistische blik op het India van die tijd, rond 1875, als een exotisch oord. Daarbij deed hij veel aannames die niet met de werkelijkheid stroken en die nu als kwetsend kunnen worden ervaren. Daarom brengen wij een eigen productie uit, waarbij Rachel Beaujean verantwoordelijk is voor de choreografie. Het concept is in nauwe samenwerking met co-directors Kalpana Raghuraman (choreograaf en antropoloog), dr. Priya Srinivasan (wetenschapper en choreograaf) en mijzelf tot stand gekomen. Petipa’s choreografische juwelen blijven grotendeels intact, maar omdat we het libretto – na uitgebreide research – grondig hebben bewerkt, creëert Rachel waar nodig aanvullende choreografieën. Wat weinig mensen bijvoorbeeld weten, is dat Petipa destijds mede geïnspireerd werd door Indiase dansers die door Europa rondtrokken. Dat element willen we in ere herstellen. Daarnaast hebben we het ballet in de zeventiende eeuw gesitueerd, in de tijd van de VOC, toen er in Zuidoost-India een aantal Nederlandse handelsnederzettingen waren en die regio een multiculturele samenleving was. Ballet is een levende kunstvorm, geen schilderij waar je een bordje met uitleg naast kunt hangen. We kiezen er daarom bewust voor om ons erfgoed niet alleen te koesteren, maar ook om het, waar nodig, opnieuw uit te vinden.” Verder keert ook Romeo en Julia terug, net als Notenkraker & Muizenkoning. Waarom koos je voor deze twee klassiekers? “Als je tien mijlpalen zou moeten opnoemen in de geschiedenis van Het Nationale Ballet, dan horen deze twee er zeker bij. Rudi van Dantzig maakte zijn emotioneel geladen Romeo en Julia in 1967 en het is daarmee het oudste avondvullende ballet van Nederlandse bodem. Toch oogt het nog steeds fris en werkt het nog altijd. Het blijft mensen – inclusief mijzelf – kippenvel bezorgen en diep raken. Ik vind het dan ook fijn om een nieuwe generatie dansers de kans te geven zich in dit meesterwerk te bewijzen. Notenkraker & Muizenkoning, van Toer van Schayk en Wayne Eagling, hebben we in december 2024 nog gedanst. Maar er was toen zó’n run op de kaarten dat we besloten hebben dit decemberfeestballet in het nieuwe seizoen nogmaals te programmeren.” Van Dantzig en Van Schayk vormden met Hans van Manen de zogeheten ‘drie Van’s’ die Het Nationale Ballet in het verleden wereldfaam bezorgden. In hoeverre hebben zij jou en andere choreografen van jouw generatie beïnvloed? “Enorm. Ikzelf, maar bijvoorbeeld ook Krzysztof Pastor en David Dawson, staan echt op de schouders van deze choreografische reuzen. Bij Krzysztof zie je het expressionistische terug van de hedendaagse werken van Rudi en Toer, maar ook de helderheid en muzikaliteit die Hans’ oeuvre zo kenmerkt. David heeft inmiddels natuurlijk een totaal eigen stijl ontwikkeld, maar ook bij hem zie je elementen van de zogeheten Hollandse school: de heldere constructie, de grote muzikaliteit en de enorme kracht van dans als autonome kunstvorm. Over mijzelf kan ik zelfs zeggen dat mijn choreografische werk waarschijnlijk niet had bestaan zonder dat van Hans. Ik ben dan ook erg blij dat we zijn videoballet Live opnieuw in Carré presenteren, als onderdeel van een volledig Van Manenprogramma: Hans in Carré, met daarin ook enkele nieuwe werken voor ons gezelschap. Foto: Altin Kaftira Ted Brandsen tijdens een repetitie van Classical Symphony (2023) 70 Ballet

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=