Nutricia | Praatjesmakers #1 2024

twee blikken gerandomiseerd en geven ouders in de eerste week hun baby vijf dagen voeding uit blik 1, gevolgd door twee weekenddagen met de voeding die hun kind gewend was. Hierna krijgt de baby vijf dagen voeding uit blik 2. Tijdens beide weken scoren ouders de klachten die hun kind voor start van de provocatie al had door ze een cijfer te geven. Die score loopt op van geen klachten, naar weinig, middelmatige klachten en tot slot veel klachten. Na de twee weken bekijken wij als team hoe het kind gescoord heeft op de klachten bij de twee verschillende voedingen en ook de ouders doen dat. Hierna wordt de code van de blikken verbroken en zien we of de voeding met koemelk inderdaad de klachten veroorzaakte. Het is belangrijk dat de test echt dubbelblind wordt uitgevoerd. Op het moment dat je weet welk blik koemelk bevat, ben je bevooroordeeld in je conclusies. Voor een goede diagnose is het juist belangrijk dubbelblind en placebogecontroleerd te werken.’ Het belang van provoceren ‘De resultaten van de Blinde Blikken Test zijn heel divers’, zegt Brouwer. ‘Van ouders die tussentijds al bellen omdat ze het gevoel hebben niet door te kunnen met de voeding omdat hun kind té veel klachten heeft, tot kinderen die beide weken heel milde of dezelfde klachten hebben. Dat laatste is overigens voor de ouders ook heel inzichtelijk, want zo zien ze dat het niet aan de koemelk ligt. Ook zien we kinderen die in de placeboweek juist klachten hadden. In ieder geval geeft deze manier van dubbelblind placebogecontroleerd testen helderheid. Bij een duidelijke koemelkallergie geven we een machtiging voor flesvoeding op basis van intensief eiwithydrolysaat, bij de andere kinderen adviseren we de gewone voeding weer te introduceren en zoeken we verder naar de oorzaak van de klachten.’ Ouders vinden het soms spannend om hun kind tijdens de test koemelk te geven. Maar Brouwer merkt ook dat ouders vaak twijfelen of hun kind een koemelkallergie heeft. Een test geeft hen duidelijkheid.’ Voor een machtiging voor vergoeding van hypoallergene voeding bij milde koemelkallergie is een positieve provocatie nodig. Brouwer vindt deze regel terecht: ‘Als iedereen hypoallergene voeding zomaar mag doorgebruiken, kan een kind onnodig lang deze voeding gebruiken. Ik denk echt dat het nadelen heeft voor de smaakontwikkeling en voor de tijdige introductie van bijvoeding zoals brood. Flesvoeding op basis van eiwithydrolysaat en koemelkvrije bijvoeding blijven geven heeft dan best wat implicaties. Dus dan is het fijn om te weten of een kind echt een koemelkallergie heeft.’ Brouwer vindt het ook belangrijk om een niet bestaande koemelkallergie te ontkrachten omdat een kind echt al in een vroeg stadium ervaart “dat er iets met voeding” is. ‘Het is niet wetenschappelijk bewezen voor zover ik weet, maar mijn klinische ervaring zegt me dat dit vaker leidt tot problemen met voeding als het kind ouder is. Daardoor vind ik het wel belangrijk om een koemelkallergie te ontkrachten als de klachten niet veroorzaakt worden door een allergische reactie. Dat is één van mijn motivaties om te zorgen dat kinderen gewoon koemelk krijgen als er geen sprake is van een koemelkallergie. Zo kunnen gezinnen vrij met voeding omgaan en wordt dit niet meteen “een ding”.’ ‘Het is belangrijk dubbelblind en placebogecontroleerd te beoordelen’ Onderzoek De Blinde Blikken Test wordt dubbelblind uitgevoerd en Brouwer en haar collega’s onderzoeken nog wat dat oplevert. Maar ze ziet al wel een significant percentage aan placeboreacties. ‘Ik schat dat we bij bijna de helft van de kinderen die verdacht worden van koemelkallergie, de verdenking kunnen ontkrachten. Soms is dat voor ouders ingewikkeld. Ze denken te weten waar klachten bij hun kind vandaan komen en door de test blijkt dat toch niet de oorzaak. Maar aan de andere kant: als ze koemelk kunnen introduceren en dat blijkt goed te gaan, zijn ze toch ook wel weer blij.’ • Vervolg pagina 5 Wetenschap Er zijn aanwijzingen uit internationaal onderzoek dat de groei van kinderen met voedselallergie achterblijft bij die van gezonde kinderen van dezelfde leeftijd. Met een Nederlandse studie proberen onderzoekers van de afdeling kindergeneeskunde van het OLVG Amsterdam te achterhalen waaraan dit ligt. Tijdens PAAM 2023 (Paediatric Allergy and Astma Meeting) werd een poster gepresenteerd met eerste resultaten. 28,1% een kleinere lengte dan verwacht werd op basis van de (groeicurves voor lengte naar) leeftijd. Verder bleek dat 6,1% ondervoed was. De eerste analyses van de onderzoeksresultaten laten zien dat het hebben van een niet-IgEgemedieerde koemelkallergie, astma en betrokkenheid van een diëtist voorspellend zijn voor een lagere BMI voor leeftijd. Minder lang dan 6 maanden borstvoeden was een voorspeller voor een kleinere lengte voor leeftijd. Begrijpen hoe het komt De auteurs concluderen dat er meer onderzoek nodig is om te achterhalen wat de oorzaken zijn voor de kleinere lengte voor leeftijd en de mechanismen zoals inflammatie, die dit veroorzaken, te begrijpen. Dan kan er op tijd worden ingegrepen om achterblijvende groei te voorkomen bij kinderen met een allergie. Ook zijn er plannen om een landelijke groeistudie op te zetten. • OLVG Groeistudie: achterblijvende groei bij allergisch kind De dataverzameling van de OLVG Groeistudie vond plaats in 2021 en 2022 bij in totaal 168 kinderen met allerlei soorten voedselallergieën. Lengte en gewicht werden tijdens standaard controles gemeten. Van de kinderen is in kaart gebracht wat er verder speelt, bijvoorbeeld of er sprake is van eczeem of astmatische klachten, en welke medicatie ze gebruiken. Ook de etniciteit en de lengte van de ouders is meegenomen in het onderzoek, omdat ook dit van invloed kan zijn op de lengtegroei van de kinderen. Niet alle kinderen uit de onderzoeksgroep waren van Nederlandse afkomst. Van 114 kinderen zijn de passende Nederlandse, Turkse, Marokkaanse of Hindoestaanse TNO-groeicurves bekeken. Voor de overige kinderen was geen geschikte TNOcurve beschikbaar. Eerste resultaten Uit de metingen blijkt dat van de kinderen waarbij de TNO-groeicurves konden worden gebruikt bij 6,1% de groei achterbleef. Ook had 7 Literatuur: Mooij-Nieberg A et al. OLVG Foodallergy Growth study 6 Blinde Blikken Test De Blinde Blikken Test kan uitgevoerd worden bij verdenking van nietIgE-gemedieerde koemelkallergie. Volgens Brouwer zijn dit de jonge zuigelingen met aspecifieke klachten en late reacties. Dit is een heel heterogene groep en juist bij die groep vindt Brouwer de test erg goed bijdragen aan een juiste diagnose. Bij IgE-gemedieerde koemelkallergie, FPIES en eosinofiele colitis is de test niet geschikt. Dan provoceren ouders niet thuis omdat de risico’s op een ernstige reactie te groot zijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=