Al jaren doet dr. Femke de Groof onderzoek naar prematuren met een zwangerschapsduur van 32-36 weken. Hoe ontwikkelen deze matig en laat prematuren zich en wat zijn hun morbiditeiten en zorgvraag? Ook nu de kinderen (bijna) 9 jaar zijn, hebben ze haar volledige interesse. De Groof hoopt met de uitkomsten van haar onderzoek voor meer bewustwording voor deze groep te zorgen. Meer dan 80% van de prematuur geboren kinderen worden geboren na een zwangerschapsduur van 32 tot 36 weken. De Groof: ‘In onderzoek is dit een beetje een vergeten groep. Adviezen en richtlijnen zijn vaak gebaseerd op à terme zuigelingen of “echte” prematuren, geboren voor 32 weken zwangerschap. Uitkomsten van onderzoek bij die groepen zijn niet één op één over te nemen voor matig en laat prematuren.’ De Groof was enkele jaren geleden benieuwd hoe juist deze kinderen groeien en zich ontwikkelen in de eerste levensdagen, -maanden en -jaren. en de lichaamssamenstelling op 2-jarige gecorrigeerde leeftijd, noch was er een verschil in lichaamssamenstelling bij kinderen die werden gevoed met moedermelk of flesvoeding.’ De Groof heeft uitkomsten van de Bayley Scales nu ook gecombineerd met prenatale gegevens. ‘We vonden geen significante associatie tussen groei in de eerste twee levensjaren en de neurologische ontwikkeling na 2 jaar. Jongens scoorden echter significant lager op cognitieve ontwikkeling en taal dan meisjes. De jongens zitten nog steeds wel rond het landelijk gemiddelde, maar omdat de meeste ouders van de onderzochte kinderen hoog opgeleid zijn, hadden we bij beide groepen een bovengemiddelde score verwacht maar die zagen we alleen bij meisjes. We waren benieuwd naar verklaringen. Met voeding zien we hier geen correlatie, dus we vroegen ons af of het in de groei zit. We hebben op de 20-weken echo gekeken naar femurlengte, buik- en hoofdomtrek, maar die blijken niet voorspellend. Ook de groei in de eerste 2 jaar bleek niet voorspellend voor de neurologische ontwikkeling. Wel hadden kinderen waarvan de moeders prenatale steroïden gekregen hadden, een significant kleinere hoofdomtrek bij 2 jaar maar wel 2-3 hogere punten op de cognitie en taalscores. Dit was niet significant.’ Volgens De Groof en haar collega’s benadrukt dit onderzoek de noodzaak van meer lange termijn onderzoek met betrekking tot de neurologische ontwikkeling in deze vergeten groep prematuren. Nu ook een controlegroep Het Alkmaarse cohort werd retrospectief bekeken op 5-jarige leeftijd. Toen bleek dat de matig en laat prematuren meer ziekenhuisopnames hadden in het eerste levensjaar en in de jaren daarna dan à terme geboren kinderen. Daarnaast vielen vooral voedingsproblemen en spraaktaalachterstand op bij de matig en laat prematuren. De 5-jaars data hebben geresulteerd in de 9-jaars studie die net gestart is. De Groof: ‘Ons doel is neurologische ontwikkelingsuitkomsten zoals neurocognitieve, motorische, taal-, gedrags- en academische functies, groei en morbiditeiten te beoordelen bij matig en laat prematuren op 9-jarige leeftijd. Momenteel zijn de eerste gezinnen benaderd met de vraag of ze weer willen deelnemen.’ Naast de 70 matig en laat prematuren die De Groof hoopt bereid te vinden deel te nemen, zoekt ze nu ook 9-jarige vrienden van de matig en laat prematuren voor een controlegroep. Voor het eerst in dit langlopende onderzoek gaan kinderen die geboren zijn na een ongecompliceerde volledige zwangerschapsduur als controle deelnemen. 9-jaars onderzoek De Groof vertelt dat alle kinderen een hele dag naar het ziekenhuis komen voor diverse onderzoeken: ‘We testen ze onder andere op taal, cognitie, executieve functies en motoriek. Daarnaast bekijken we bijvoorbeeld de Cito-scores, hun eet- en beweegdagboeken, buikomtrek, bloeddruk en vragenlijsten die ouders ingevuld hebben over het gedrag van hun kind. En we zijn benieuwd of kinderen bijvoorbeeld opgenomen zijn geweest in het ziekenhuis, of ze last hebben gehad van infecties of astma, of er voedingsproblemen zijn en of ze naar speciaal onderwijs gaan. Zo’n dag is intensief, maar het is fijn als we de groep matig en laat prematuren beter in kaart kunnen brengen met risicoprofielen; een overzicht van problemen waar matig en laat prematuren meer kans op hebben. Ik denk echt dat er heel veel uit het onderzoek kan komen.’ De Groof licht toe dat zo’n risicoprofiel voor meer bewustwording kan zorgen. ‘We weten bijvoorbeeld dat de kinderen uit dit cohort 6 tot 20 maanden eerder naar een fysiotherapeut of logopedist werden verwezen dan vanuit de Jeugdgezondheidszorg in de eerste lijn en dat matig prematuren met fysiotherapie het beter deden qua ontwikkeling dan matig prematuren zonder fysiotherapie. Er wordt nu een pilot gedaan voor een beperkt TOP-programma voor matig prematuren vanuit het Amsterdam Universitair Medisch Centrum door de groep van Martine Jeukens. Als er meer bewustwording komt in de eerste lijn dat matig en laat prematuren een verhoogd risico hebben op onder andere spraak-, taal- en ontwikkelingsproblemen, verwacht ik dat er bijvoorbeeld vanuit de eerste lijn meer aandacht voor zal zijn en er eerder doorverwezen wordt.’ • Op de gecorrigeerde leeftijd van 2 jaar is daarom de Bayley Scales of Infant and Toddler Development afgenomen. De test meet de domeinen cognitie, taal en motoriek. Destijds is op deze manier al veel in kaart gebracht, De Groof vertelde hier over in PraatjesMaker nr 1 van 2022. Lagere score dan verwacht ‘Recenter hebben we de uitkomsten van de body compositie metingen bij 2 jaar bekeken’, vertelt De Groof. ‘We ontdekten geen relatie tussen voeding in het vroege leven Risicoprofielen voor matig en laat prematuren Dr. Femke de Groof kinderarts-neonatoloog de Noordwest Ziekenhuisgroep, Alkmaar Onderzoek 17 ‘We willen de matig en laat prematuren beter in kaart brengen met risicoprofielen om meer awareness te creëren’
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=