Saar komt als baby van 8 weken op de poli van kinderarts Timo Verheggen in het Reinier de Graaf Gasthuis. Ze huilt veel, is onrustig en spuugt. De huisarts schreef zuurremmers voor maar zonder effect. Inmiddels zijn de ouders ten einde raad. Verheggen start met verder uitdiepen en lichamelijk onderzoek laat een vrolijke en goed gevoede Saar zien met minimaal eczeem. Er zijn geen aanwijzingen voor ziektes en ze lijkt verder gezond. Verheggens “werkdiagnose” wordt disregulatie. Mogelijk huilt Saar door onrust en komt de voeding door het krachtig huilen en de druk op de maag omhoog. De ouders van Saar krijgen, vanwege het vermoeden van disregulatie, adviezen over ritme en regelmaat, wiegen, sussen, inbakeren en de speen. Verder wordt de zuurremmer gestopt. Na 2 weken gebruik van de zuurremmer zagen ouders namelijk geen verschil en Verheggen geeft aan dat zuurremmers in potentie wel bijwerkingen kunnen hebben. “Knik in het verhaal” Er is wekelijks contact met de ouders en ze lijken de adviezen goed toe te passen. Bij een volgende controle blijkt Saar echter niet aangekomen. Saar vertoont geen reacties passend bij IgE-gemedieerde koemelkallergie (KMA). De slechte groei is volgens Verheggen echter een “knik in het verhaal” en reden tot opnieuw nadenken. Er zijn geen aanwijzingen voor andere pathologie dus de voeding van Saar wordt aangepast (via eliminatie en provocatie) om te kijken of ze een koemelkallergie heeft. Ze blijkt niet-IgE-gemedieerde KMA te hebben. Casus: Een huilbaby met niet-IgE-gemedieerde koemelkallergie • Saar is op tijd geboren en een eerste kind • De start is goed, maar na 2 weken krijgt ze klachten • Saar huilt overdag veel, geeft meerdere mondjes voeding terug • Spuugt soms in golven • Spuugt niet direct na voeding maar later • Kreeg kortdurend borstvoeding, nu zuigelingenvoeding • De nachten gaan goed maar overdag slaapt ze slecht • Moeder heeft koemelkallergie gehad als kind Herintroductie via Melkladder Met een hypoallergene zuigelingenvoeding op basis van intensief gehydrolyseerd koemelkeiwit verminderen huilen en spugen aanzienlijk. Verheggen is voorstander van het niet onnodig lang geven van deze voeding in geval van een milde niet-IgE-gemedieerde KMA. Hij herintroduceert koemelk tijdig via de Melkladder zonder eerst dubbelblind te controleren of Saar al over de KMA heen gegroeid is. Wanneer klachten terugkomen gaat Saar een stap terug op de melkladder of blijft ze iets langer bij de stap waar ze op dat moment zit. Rol JGZ Verheggen vindt de rol van de JGZ heel belangrijk. In het meest ideale geval hebben ouders al contact gehad met de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor ze Verheggen bezoeken. Bij disregulatie of niet-IgEgemedieerde KMA kan de begeleiding prima bij de JGZ plaatsvinden. Verheggen geeft aan dat het belangrijk is dat baby’s niet onnodig lang op hypoallergene voeding blijven en uitgelegd wordt dat IgE-gemedieerde koemelkallergie kan ontstaan bij (onterecht) vermijden van koemelk. Als er klachten optreden die passen bij IgE-gemedieerde KMA (zoals galbulten, angiooedeem, acute benauwdheid na inname) moet wel verwezen worden. • Situatieschets 20 Casus Beeld ter illustratie Niet-IgE-gemedieerde koemelkkallergie De klachten bij niet-IgE-gemedieerde KMA houden altijd verband met het maag-darmkanaal. Denk aan spugen, reflux, buikkrampen, diarree, soms met bloed. De klachten treden niet direct na inname op maar zijn vaak vertraagd.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=