Inclusie voor iedereen 23 overstappen terwijl nog niet alle mogelijkheden zijn benut is een partij nodig die deze jeugdigen en ouders op het netvlies houdt om ze te wijzen op de mogelijkheden. De vraag is wie die rol kan vervullen. Rol leerplicht Leerplicht verleent formeel al een rol bij het verlenen van de vrijstelling, maar doet dit ‘van rechtswege’ op basis van het oordeel van de arts. De vrijstelling kan voor de duur van de leerplicht afgegeven worden, maar kan ook voor een jaar afgegeven worden. Aan het eind van dat jaar komt de jeugdige dan weer in beeld bij leerplicht voor een verlenging of het opheffen van de vrijstelling. De jeugdige telt mee in de lijsten van ‘vrijgestelde jeugdigen’, maar er is geen formele actieve rol voor leerplicht om de vrijstelling (tussentijds) op te heffen. Zij zouden jeugdhulpaanbieders die dagbesteding bieden regelmatig kunnen bezoeken om zo na te gaan of er jeugdigen zijn die zouden willen en kunnen werken aan onderwijsdeelname. Leerplichtmedewerkers zouden als ‘smeerolie’ tussen alle actoren kunnen functioneren. Leerplichtmedewerkers kunnen ouders informeren, scholen stimuleren en ondersteunen bij het benutten van de mogelijkheden voor maatwerk. Jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg is al vanaf de zwangerschap en babytijd betrokken bij jeugdigen. Zij signaleren jonge kinderen voor wie het vinden van een school en het op tijd realiseren van ondersteuning nodig is. Het op tijd informeren en voorlichten van ouders door jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen kan vrijstellingen voorkomen. De jeugdgezondheidszorg kan een rol vervullen in de voorlichting aan ouders van kinderen van twee en drie jaar. Daarnaast zijn jeugdartsen betrokken bij het geven van advies op maat van de mogelijkheden van een leerling om een deel van de week onderwijs te volgen. Ook bij het aanvragen van een vrijstelling speelt de arts van de Jeugdgezondheidszorg in een deel van de gemeenten een rol. Anno 2025 zijn de verschillende taken van verpleegkundigen en jeugdartsen nog niet zo ingebed in wetgeving en beleid dat de samenhang tussen de taken goed tot stand kan komen. Het slimmer combineren van deze taken (signaleren, al dan niet verlenen vrijstelling en geven van advies van de mogelijkheden van een leerling) kan eraan bijdragen dat minder jeugdigen een vrijstelling nodig hebben. Gemeente en onderwijs zijn aan zet op de rol van leerplicht en jeugdgezondheidszorg hierin te verhelderen en waar nodig afspraken te maken over aanpassing van taken en bekostiging (zie ook het kader bij 4.6). 7.5. P.S. De grenzen van het onderwijs en leerrecht De huidige wetgeving biedt mogelijkheden voor scholen om met maatwerk een leerling te voorzien van ondersteuningsaanbod gericht op het perspectief. Maar dat perspectief is wel dat de leerling weer moet toewerken naar meer onderwijsdeelname. Leerlingen die niet kunnen teruggroeien naar onderwijs op school of die in een regio of plaats wonen waar aanbod ontbreekt, lopen een groter risico op een vrijstelling. De kinderombudsman, voormalig kamerlid Paul van Meenen en Marc Dullaert pleitten daarom voor een ‘leerrecht’ in plaats van leerplicht. Dat wil zeggen dat alle leerlingen recht hebben op onderwijs, ongeacht wat de omvang of locatie van het onderwijs is en het perspectief van de leerling. Een initiatiefwetsvoorstel van Paul van Meenen is echter door de Raad van State van een negatief advies voorzien, onder andere omdat onbekend was wat de financiële gevolgen zouden zijn. Het zou goed zijn om dát in beeld te gaan brengen. Wat betekent het verleggen van de grenzen van onderwijs voor de financiering ervan? Want wie zegt dat de huidige werkwijze niet veel meer ‘kost’ (aan jeugdhulpmiddelen, onderwijsmiddelen en belemmeringen in ontwikkeling) dan de gewenste werkwijze? Wat doet het met een leerling als die vergeten wordt en zelfs buiten de domeinen wordt gezet? Wat doet het met alle andere kinderen als we hen leren dat je vergeten en uitgesloten kan worden? Willen we als land dat onderwijs voor alle kinderen mogelijk is, ook als zij nooit kunnen gaan voldoen aan de eisen die het huidige onderwijs aan leerlingen stelt. Wanneer spreken we van ‘onderwijs’?
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=