Inclusie voor iedereen 22 7.3. De effecten: bespaar 1,6 miljard! Behalve dat het realiseren van nieuw aanbod (voorlopig in een continuüm) goed is voor leerlingen en ouders, kan dit ons als maatschappij enorme kosten besparen. Onderstaand volgt een indicatie van mogelijke besparingen (een echte kosten-batenanalyse vraagt meer): - In de huidige situatie ontvangt de school onderwijsbekostiging per getelde leerling (ook als deze langdurig door ziekte of psychische problemen niet naar school gaat) zonder dat thuiszitters daarvan profiteren (kosten per leerling 8.000 – 23.000); - Leerlingen doen vaak een beroep op jeugdhulp. De kosten variëren van 20.000 tot 120.000 euro (of zelfs nog veel meer per jaar: o Een jaar lang verblijf op een zorgboerderij kost minimaal 20.000 (€ 60 per dagdeel). De kosten van verblijf in een gespecialiseerde jeugdhulpinstelling variëren van 50.000 tot 240.000 per jaar (130 tot 650 per etmaal). o Aanvullende begeleiding om de leerling te helpen om weer naar school te gaan kost 60 – 100 euro per uur. Acht uur begeleiding per week, kost € 25.600 per jaar. Stel (we rekenen even bescheiden) dat we per thuiszitter 20.000 aan jeugdhulpkosten zouden kunnen besparen. En we gaan uit van 80.000 thuiszitters die een beroep doen op jeugdhulp13. Dan zou dit landelijk een besparing opleveren van 1,6 miljard! De 1,2 miljard aan onderwijskosten wordt effectiever ingezet. De effecten voor leerlingen en ouders zijn onbetaalbaar, denk aan: - De leerling profiteert van onderwijs; - De leerling krijgt vrienden en doet weer mee; - Welbevinden gezin en behoud van werk door ouders; 7.4. Het effect van de aanpak op vrijstellingen Thuiszitters dolen door de domeinen. Voor sommige leerlingen en ouders duurt het dolen te lang. Ze geven de zoektocht op en vragen een vrijstelling aan. Dat gebeurt steeds vaker (Veen, Veen, & Borggreve, 2023). In schooljaar 2022 – 2023 waren 8422 vrijgesteld, een jaar later 9726. Ouders stappen met hun kind een cruciale grens over op het moment dat zij een vrijstelling aanvragen. De jeugdige valt vanaf dat moment buiten de verantwoordelijkheid van het onderwijs en daarmee buiten de gezamenlijke verantwoordelijkheid van onderwijs en gemeenten voor een dekkend aanbod. Ouders zijn zich daarvan niet altijd bewust. De vraag is ook of zij zich bewust zijn dat de vrijstelling automatisch vervalt als zij hun kind aanmelden. Na de aanvraag door ouders beoordeelt een arts (arts KNMG, arts M+G of een door gemeenten aangestelde sociaal-medisch advies arts)14 de mogelijkheden van een leerling om onderwijs te volgen15. Het oordeel ‘of de leerling onderwijs kan volgen’ hangt uiteraard wel samen met de vraag wat dat ‘onderwijs’ dan te bieden heeft. Een wetsvoorstel om de afstemming tussen arts en het samenwerkingsverband te verbeteren is in ontwikkeling, maar vooralsnog ligt de bal voor verbetering bij de regio’s. Gemeenten en samenwerkingsverbanden kunnen afspraken maken over die afstemming, ook al is de wetgeving er nog niet. Een regio die de stappen zet uit deze publicatie voorkomt dat het zover komt voor ouders en maakt het mogelijk dat jeugdigen met kleine stapjes weer in ontwikkeling kunnen komen. Om te voorkomen dat ouders een grens 13 https://jeugdvisie.nl/wp-content/uploads/2024/10/Meten-is-weten-1.pdf 14 https://ajnjeugdartsen.nl/de-jeugdarts/wat-doet-de-jeugdarts/ 15 Ministers van VWS en BVOM (2019). Voortgang onderwijs-zorg. Den Haag: Ministerie van VWS & Ministerie van OCW. (dossiernummer 31497 volgnummer 334). https://ingrado.nl//media/files/kennisbank/aanwezigheid_in_het_onderwijs/verzuim_18_min/literatuur_en_on derzoek/RegioplanOnderzoek_naar_de_groei_van_vrijstellingen_5onder_a.pdf
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=