Ethische toets De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) weegt het belang van de proef af tegen het verwachte ongerief voor de dieren. Aan de hand van de projectvoorstellen stelt de CCD vast of de opzet en de voorgestelde uitvoering van de dierproef ethisch aanvaardbaar zijn en of het 3V-principe optimaal is toegepast. Een Dierexperimentencommissie (DEC) adviseert de CCD daarbij. Instantie voor Dierenwelzijn Elke aanvraag voor een projectvergunning die een onderzoeker wil indienen, is afgestemd met de Instantie voor Dierenwelzijn (IvD). De IvD heeft een belangrijke rol bij het opstellen van een projectvergunningsaanvraag en adviseert over haalbaarheid en de toepassing van de 3V’s. De IvD ziet erop toe dat de stukken waarin de technische en dierenwelzijnsaspecten beschreven staan, helder en adequaat zijn. Als een projectvergunning is verleend, zal de IvD erop toezien dat het project goed uitgevoerd wordt volgens de projectvergunning. Dierexperimentencommissie Een DEC bestaat uit ten minste zeven* leden met deskundigheid op de volgende gebieden: • alternatieven • proefdieren en hun bescherming • ontwerp van dierproeven • ethiek. * Vier van hen hebben geen arbeidsrelatie met de vergunninghouder. CCD en DEC Bij de beoordeling van een projectvergunningsaanvraag vraagt de CCD een DEC om advies. Waarop toetsen de DEC en CCD een aanvraag? • eventuele beschikbaarheid van 3V-alternatieven • welzijn van de dieren • afweging van het maatschappelijk en wetenschappelijk belang tegen het belang van de betrokken dieren. Kan de uitkomst van de proef goed vertaald worden naar de patiënt/ziekte waarvoor het onderzoek zal worden uitgevoerd? De CCD zal de projectvergunning verlenen als wordt geoordeeld dat het belang van de proef groter is dan het ongerief dat de dieren zal worden aangedaan. 7 Opleiding vereist Onderzoeker, biotechnicus of dierverzorger word je niet zomaar. Voor elke functie is een gedegen opleiding vereist. Voor sommige specifieke functies is daarnaast een cursus proefdierkunde verplicht. Iedere instellingsvergunninghouder heeft een Instantie voor Dierenwelzijn (IvD). De IvD is een verbindende schakel tussen DEC, CCD en de onderzoeker. De IvD houdt intern toezicht en adviseert over bijvoorbeeld het 3V-beleid. In de IvD zitten deskundigen met betrekking tot proefdieren, dierproeven en de 3V’s. Dierenarts Elke instelling heeft een dierenarts met kennis van de proefdiergeneeskunde. De dierenarts bewaakt diergezondheid, ziet toe op dierenwelzijn en adviseert de IvD. Alle aanwezige dieren worden dagelijks gezien door een gekwalificeerde medewerker, daarbij wordt een welzijnsdagboek bijgehouden. Bij de uitvoering van dierproeven is de samenwerking tussen onderzoeker, biotechnici en dierverzorgers essentieel. Vergunninghouders Eind 2022 waren 77 instellingen in het bezit van een vergunning voor het verrichten van dierproeven. Deze instellingsvergunninghouders zijn bijvoorbeeld universiteiten, universitaire ziekenhuizen, onderzoeksinstellingen en farmaceutische bedrijven. Van de 77 vergunninghouders waren 43 instellingen ook in het bezit van een vergunning voor het fokken of afleveren van dieren met het oog op dierproeven. 1 instelling was alleen in het bezit van een fok- en afleververgunning. Inspectie Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) De NVWA controleert regelmatig op de naleving van de voorschriften bij de instellingen. Als de wet wordt overtreden, krijgt de verantwoordelijke functionaris een waarschuwing plus de verplichting de ongewenste situatie te verhelpen. De NVWA helpt de verantwoordelijke functionaris de regels te begrijpen en na te leven. Ook zorgt de NVWA voor de registratie (verzamelen van cijfers en rapportage aan de EU). Deskundigheid, vergunning- houders en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 8
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=