Inf(ecti)oscoop 8 Meldplicht Shigellose is meldingsplichtig (meldingsplichtige ziekten groep B2) bij het aantonen van een positieve kweek of bij klachten in combinatie met recent contact met een persoon bij wie de infectie met kweek is bevestigd. De GGD voert bij een melding bron- en contactonderzoek uit en geeft adviezen rondom hygiëne en de specifieke situatie in overeenstemming met de LCI-richtlijn Shigellose. In sommige gevallen is een weringsadvies van toepassing. Hygiëne-adviezen rondom seksueel contact bestaan uit het vermijden van seksueel contact met een persoon met diarreeklachten, handhygiëne voor en na seksueel contact, hygiëne van seksspeeltjes en het gebruik van bescherming bij anaal-oraal contact. Beschouwing casus Bij de ingangsklacht diarree staat onder andere Shigella in de differentiaal diagnose. Een Shigella-infectie wordt in de meeste gevallen opgelopen tijdens een reis, maar betreft in 1 op de 5 gevallen overdracht via MSMcontact. Denk bij het aantonen van een Shigella-infectie dus ook aan het uitvragen van seksuele contacten, voorkeuren en sekstechnieken. Denk tevens aan het afnemen van overige soa-diagnostiek als blijkt dat de patiënt een verhoogd risico heeft gelopen. Daarnaast wordt aangeraden om bij een positieve Shigella-PCR van feces ook een kweek in te zetten. Dit is belangrijk voor de bepaling van het resistentiepatroon, en om onderscheid te kunnen maken met E. coli. Een kweek is daarnaast ook nodig om aan de eisen van de meldplicht te kunnen voldoen. In de beschreven casus is de Shigella-infectie mogelijk opgelopen tijdens recent seksueel MSM-contact. Omtrent seksueel contact wordt geadviseerd om 7 dagen na herstel van symptomen geen seksueel contact te hebben en gedurende 4 weken anaal-oraal contact te vermijden. Referenties 1. Shigellose. LCI-richtlijn. Publicatiedatum 26-03-2025. https://lci.rivm.nl/richtlijnen/shigellose 2. Shigella. Soa Aids Nederland. 14-06-2023. https://www.soaaids.nl/nl/alle-soas/shigella Hiv-indicatorziekten: wanneer en waarom testen essentieel is Vivian Zwart, arts-microbioloog RLM Hiv-indicatorziekten zijn aandoeningen of symptomen die vaker voorkomen bij mensen met een nog niet gediagnosticeerde hivinfectie in vergelijking met mensen zonder hiv. Deze ziekten worden óf direct veroorzaakt door een door hiv verzwakt immuunsysteem (zoals opportunistische infecties en bepaalde vormen van kanker), óf zij komen vaker voor samen met hiv door gedeelde risicofactoren. Meerdere studies tonen het belang en de effectiviteit van indicatorziektegericht hiv-testen aan.1,2 Het vroegtijdig opsporen van hiv verbetert de prognose voor de patiënt aanzienlijk en helpt verdere transmissie voorkomen.3 Toch gebeurt het testen op hiv bij mensen met een indicatorziekte in de praktijk nog te weinig. Gerichte interventies verhogen de testfrequentie echter significant, en dergelijke strategieën zijn bewezen kosteneffectief.4 Richtlijnen adviseren om bij elke patiënt die zich presenteert met een indicatorziekte, aanvullend hiv-onderzoek te verrichten – ook bij afwezigheid van andere risicofactoren. Bij deze aandoeningen is de onderliggende hiv-prevalentie significant verhoogd (≥0,1%), en dit maakt het testen ook kosteneffectief.5
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=