Inf(ecti)oscoop GGD

Inf(ecti)oscoop 7 Shigellose bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) Evelyn Frieling, basisarts infectieziektebestrijding, GGD Zuid-Holland Zuid Casus Een 29-jarige man meldt zich op het spreekuur in verband met sinds twee weken klachten van waterdunne diarree, koorts en buikpijn. Daarnaast is er sprake van slijm bij de ontlasting en anale jeuk. De patiënt heeft geen bloedverlies per anum bemerkt en ervaart geen anale pijn. De medische voorgeschiedenis is blanco en de patiënt gebruikt geen medicatie. Bij anamnese geeft de patiënt aan recent meerdere wisselende mannelijke seksuele contacten te hebben gehad, waaronder onbeschermd contact tijdens een (seks)feest. Hij heeft geen partnernotificatie ontvangen. Er is geen sprake van recent buitenlands verblijf en in zijn directe omgeving zijn er geen anderen met soortgelijke klachten bekend. Bij lichamelijk onderzoek worden geen afwijkingen gevonden. Via de GGD wordt soa-onderzoek verricht. De huisarts had reeds fecesdiagnostiek ingezet. Uit de verrichte diagnostiek blijkt een drievoudige infectie, namelijk: Neisseria gonorrhoeae, Chlamydia trachomatis en Shigella spp.. De patiënt werd adequaat behandeld voor alle drie de verwekkers, waarna de klachten afnamen. Shigella Shigellose, of bacillaire dysenterie, wordt veroorzaakt door de Shigellabacterie. Genetisch gezien is Shigella nauw verwant aan (enteroinvasieve) E. coli. Er zijn vier verschillende Shigella-soorten bekend, met elk weer verschillende serotypen: Shigella dysenteriae, Shigella flexneri, Shigella boydii en Shigella sonnei. Van deze vier soorten veroorzaakt S. dysenteriae het beeld van dysenterie. De andere soorten veroorzaken vaak een milder ziektebeeld. Klachten die kunnen passen bij een Shigella-infectie zijn koorts, algehele malaise en buikkrampen en diarree met mogelijk slijm- of bloedbijmenging. Ook kan de infectie asymptomatisch verlopen. In de meeste gevallen treedt er spontaan herstel op na 5-10 dagen. Complicaties zoals sepsis, toxisch megacolon, darmobstructie of perforatie, reactieve artritis of HUS (hemolytisch uremisch syndroom) zijn zeldzaam. Sterfte als gevolg van Shigellose wordt met name gezien bij jonge kinderen in lage-inkomenslanden. Shigella is de meest besmettelijke verwekker in de groep bacteriën die diarree veroorzaken. De incubatieperiode voor Shigella is gemiddeld 1 tot 3 dagen, maar kan tot 8 dagen bedragen. Shigellose wordt overgedragen door direct of indirect fecaal-oraal contact. 80% van de besmettingen verloopt van mens-op-mens. Ook kan er door direct of indirect contact met ontlasting tijdens seksueel contact transmissie plaatsvinden. Een persoon met Shigellose is besmettelijk zolang de bacterie uit de feces gekweekt kan worden. Er wordt aangenomen dat bij de helft van de gevallen de bacterie gedurende twee weken wordt uitgescheiden met de feces. Bij vier weken is de bacterie in 80% van de gevallen niet meer middels kweek aantoonbaar. Shigellose komt wereldwijd voor. De jaarlijkse incidentie van Shigellose wereldwijd bedraagt ongeveer 188 miljoen gevallen, waarvan 164.000 overlijden. De hoogste incidentie ligt bij kinderen onder de 5 jaar in lage- en middeninkomenslanden. De meeste sterfgevallen komen voor in Zuid-Azië en sub-Sahara-Afrika. In Nederland worden per jaar ongeveer 400-600 personen met Shigellose bij de GGD gemeld. Hiervan vindt in de helft van de gevallen de besmetting plaats in het buitenland. In Nederland zijn S. sonnei en S. flexneri het meest voorkomend. S. dysenteriae en S. boydii komt in Nederland in minder dan 5% van de gevallen voor, en worden voornamelijk geconstateerd bij patiënten die op reis zijn geweest. Shigellose komt het vaakst voor bij kinderen tussen de 1 en 4 jaar en bij volwassenen in de leeftijd van 20-39 jaar. Gezinsleden van een persoon met Shigella, personen met onvoldoende hygiënebesef, reizigers en mannen die seks hebben met mannen (MSM) (voornamelijk indien meerdere seksuele partners, anale seks of anaal-oraal contact, het bezoeken van sekslocaties en/of seksfeesten) hebben een hoger risico om de infectie op te lopen. Ongeveer 20% van de gevallen van Shigellose betreft MSM. Onder MSM wordt de infectie voornamelijk in Nederland opgelopen. De infectie verloopt bij deze groep regelmatig ook zonder symptomen. Resistentie tegen antibiotica komt onder verschillende stammen van Shigella voor, onder andere tegen azitromycine, ciprofloxacine en derdegeneratie cefalosporines. In 8% van de gevallen wordt een combinatie gezien van resistentie tegen verschillende van deze antibiotica. Onder de Shigella-infecties bij MSM komt meer resistentie voor, waarbij 13% van de stammen resistent is tegen de combinatie van azitromycine, ciprofloxacine en derde-generatie cefalosporines.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=