Inf(ecti)oscoop 6 Diagnostiek van syfilis (lues) Boulos Maraha, arts-microbioloog RLM Inleiding Syfilis is een seksueel overdraagbare aandoening veroorzaakt door de spirocheet Treponema pallidum. De ziekte kent verschillende stadia – primair, secundair, latent en tertiair – en heeft een uiteenlopende klinische presentatie. Een accurate diagnostiek is daarom essentieel om tijdig en adequaat te kunnen behandelen en verdere verspreiding te voorkomen. Klinische diagnostiek De eerste klinische manifestatie is vaak een pijnloze, harde zweer (ulcus durum) op de plaats van besmetting. Andere symptomen zijn afhankelijk van het ziektestadium. Medisch-microbiologische diagnostiek Serologische testen Serologische testen vormen de hoeksteen van de syfilisdiagnostiek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen treponemale en non-treponemale testen: • T reponemale testen (zoals TPHA, TPPA, EIA, CLIA) detecteren specifieke antistoffen tegen T. pallidum en zijn geschikt als screeningstest. Immunoblots en FTA-ABS worden gebruikt als confirmatietest. • N on-treponemale testen zoals Rapid Plasma Reagin (RPR) en Venereal Disease Research Laboratory (VDRL) meten antistoffen die samenhangen met weefselschade en ziekteactiviteit. Deze testen zijn essentieel voor het vaststellen van ziekteactiviteit en voor de follow-up na behandeling. Bij primaire syfilis kan de serologie nog negatief zijn (de zogeheten seronegatieve periode). Bij een klinische verdenking en een negatieve serologische uitslag dient het onderzoek daarom na drie weken te worden herhaald. Nucleïnezuuramplificatietest (NAAT) Met een NAAT, zoals PCR, kan T. pallidum-DNA in uitstrijkjes van een ulcus worden aangetoond. Dit is met name waardevol in de vroege stadia van de ziekte. Diagnostiek bij bijzondere ziektebeelden Verdenking neurosyfilis Bij verdenking op neurosyfilis wordt liquor onderzocht. Daarbij wordt de RPR als standaardtest gebruikt, hoewel deze een lage sensitiviteit heeft (circa 30%). De specificiteit is echter hoog. Daarnaast wordt liquor beoordeeld op celgetal, leukocyten, eiwit en IgG- en IgM-indexen. Verdenking congenitale syfilis Bij verdenking op congenitale syfilis worden zowel het neonatale als het maternale bloed serologisch onderzocht. In specifieke gevallen wordt aanvullend een IgM-immunoblot op neonataal bloed uitgevoerd. Referenties • R ichtlijn Seksueel Overdraagbare Aandoeningen – syfilis (2024) https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/seksueel_overdraagbare_aandoeningen/inleiding_-_seksueel_overdraagbare_aandoeningen.html • LCI-Richtlijn Syfilis https://lci.rivm.nl/richtlijnen/syfilis Verwijzen naar Centrum Seksuele Gezondheid GGD Zuid-Holland Zuid Het Centrum Seksuele Gezondheid van GGD Zuid-Holland Zuid houdt bijna dagelijks spreekuren, waar jongeren tot 25 jaar welkom zijn. U kunt hen verwijzen naar het CSG. Meer informatie staat op https://www.ggdzhz.nl/seksualiteit-en-soa Betrouwbare en handige informatiebronnen in gesprekken met jongeren zijn: https://sense.info/nl/condoom-pil-en-meer/welke-anticonceptie-kies-jij/ anticonceptie-keuzehulp https://seksualiteit.nl/anticonceptietool (Rutgers). Referenties 1. Rutgers en SOA Aids, Seks onder je 25e 2023 (onder jongeren 13-25 jaar) https://rutgers.nl/onderzoeken/seks-onder-je-25e-2023/ 2. Kenniscentrum Rutgers https://seksualiteit.nl/anticonceptietool/
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=