Erasmus MC

Kinderen met dit syndroom blijven steken rond een ontwikkelingsleeftijd van anderhalf tot twee jaar. Ze kunnen moeilijk lopen, niet praten en hebben vaak epilepsie. De oudste patiënten zijn boven de tachtig jaar. Erfelijke code De oorzaak van Angelman-syndroom zit in de erfelijke code, de genetica. En dan specifiek in een gen genaamd UBE3A. Iedereen heeft twee UBE3A-genen: een van de vader en een van de moeder. In de hersenen gebruik je alleen het gen dat je van je moeder hebt gekregen. Het gen van de vader staat uit. Bij gezonde mensen gaat dit goed: het actieve gen van de moeder is voldoende. Kinderen met het Angelman-syndroom hebben een mutatie in het gen van hun moeder. Het gen werkt daardoor niet. Er blijft geen actief UBE3A-gen over en dat veroorzaakt de problemen met de hersenontwikkeling. Al tien jaar geleden hadden Ype en collega-wetenschappers een kansrijke behandeling van Angelman voor ogen. Een even elegante als simpele oplossing: het gezonde gen van de vader aanzetten en daarmee het defecte gen van de moeder omzeilen. Hun optimisme over deze aanpak baseerden Ype en zijn collega’s op experimenten met muizen met het Angelman-syndroom. Daar zagen ze dat het werkt. ‘Als we muizen na de geboorte behandelen, lukt het om het gen van de vader aan te zetten. En belangrijker: de epilepsie verdwijnt en de motoriek herstelt zich. Niet alles wordt normaal; op sommige testen scoren de behandelde muizen niet beter dan onbehandelde muizen. Maar het is wel de eerste therapie ooit die een duidelijk effect laat zien. Dat was fantastisch om te zien. We hadden al zoveel medicijnen getest en geen enkele werkte. Deze behandeling maakt echt het verschil.’ ‘De ouders en kinderen zijn mijn kompas’ Genetica als antwoord De genetische behandeling waar Ype het over heeft, werkt met een technologie genaamd antisenseoligonucleotiden. Of afgekort: ASO’s of AON’s. Dat zijn kleine stukjes genetisch materiaal die als een pleister plakken aan RNA, de moleculen die ervoor zorgen dat genen worden uitgelezen tot eiwitten. In het geval van Angelman binden de ASO’s aan de RNA-moleculen die het UBE3A-gen van de vader blokkeren. Dit heft de blokkade op en zorgt ervoor dat het vaderlijke gen gaat werken. Met ASO’s gebruiken we dus een genetische strategie om een genetische aandoening te corrigeren. Of zoals Ype het formuleert: ‘Genetica is bij de patiënten met Angelman syndroom het onderliggende probleem, maar gaat ook het antwoord zijn.’ ASO’s en hersenaandoeningen zijn een gouden combinatie, stelt Ype. ‘In tegenstelling tot andere cellen, nemen hersencellen ASO’s heel graag op. Ik weet niet waarom dat zo is, maar dit maakt ASO’s erg interessant voor genetische hersenaandoeningen.’ De ASO-technologie is al twintig jaar op de markt, maar nam in de wetenschappelijke wereld pas een vlucht toen het patent eraf ging en toen duidelijk werd dat hersencellen dit graag opnemen. Dat opende deuren voor Ype: ‘Het is voor mij tegenwoordig dé tool: ik bestel een ASO, injecteer het in de hersenen en zet daarmee een gen aan of uit. Er is momenteel niets dat daarbij in de buurt komt.’ 44 YPE ELGERSMA

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=