Energie van Borne

Samen stapsgewijs naar een CO2-neutraal Borne 55 6.4 Scenario voor zon Het staat vast dat we in 2030 15,9 GWh invullen door kleinschalig zon op particuliere daken en 4,4 GWh met grootschalig zon op daken. Zon op daken is daarmee samen 20,3 GWh van het totaal. De overige 17 GWh vullen we tot 2030 in met grootschalig zon op veld. Dat betekent ongeveer 20 hectare aan zonneparken. Om te schetsen hoe dit scenario voor grootschalige duurzame lokale opwek uit zon zich in het buitengebied landschappelijk zou kunnen vertalen is een visualisering gemaakt. De locaties zijn willekeurig als voorbeelden gekozen binnen de gebieden die geschikt of mogelijk geschikt zijn. Hierbij is een eventuele invulling door Twence van de Elhorst-Vloedbelt buiten beschouwing gelaten, omdat deze maar voor een beperkt deel toegerekend wordt aan de opgave in Borne. De scenariokaart is opgenomen in bijlage 6. 6.5 Voorwaarden voor initiatieven grootschalige opwek In hoofdstuk 6.3 zijn de kansenkaarten beschreven. De geschikte en mogelijk geschikte gebieden voor initiatieven voor grootschalige duurzame opwek zijn niet meteen vergunbaar. We vinden namelijk dat ieder initiatief aan een aantal voorwaarden moet voldoen. Naast een aantal nu al geldende algemene voorwaarden, willen we in Borne een aantal aanvullende voorwaarden definiëren met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit en met betrekking tot maatschappelijke-/financiële participatie waaraan initiatieven moeten voldoen. De uitgangspunten voor de aanvullende voorwaarden beschrijven we in deze visie. De uitwerking daarvan komt in een apart toetsingskader voor duurzame energie initiatieven te staan. ALGEMENE VOORWAARDEN INITIATIEVEN De provinciale zonneladder is een belangrijk uitgangspunt bij het toewijzen van initiatieven voor grootschalige duurzame opwek van zonne-energie. Deze zonneladder willen wij in beginsel daarom ook volgen, zie figuur 18 hieronder. Figuur 18: Provinciale zonneladder Omdat de bijdrage van Borne aan de regionale opgave niet alleen met zon op dak gerealiseerd kan worden, hanteren we de voorkeursvolgorde in de zonneladder niet in strikte zin. Dat betekent dat we parallel aan het stimuleren van zon op dak (voorkeur 1) ook zonne-energie willen realiseren in het buitengebied. De benodigde onderzoeken voor zonnevelden staan in bijlage 5C. Bij een erge scheefgroei tussen zon op daken en zon op veld kunnen wij besluiten om de realisatie van grondgebonden opwek tijdelijk stop te zetten. Tenslotte dient bij de realisatie van een initiatief te worden voldaan aan het geldende lokale beleid met betrekking tot bouw-, ruimtelijke ordening en milieuregels. Voorkeur 1 Binnen bebouwd gebied (no regret) Op daken (m.u.v. beschermd dorpsgezicht) Voorkeur 2 Buiten bebouwd gebied (grondgebonden in samenhang met het bebouwd gebied) Op en langs infrastructurele werken of aan de rand van bedrijventerreinen Voorkeur 3 Grootschalige zonnevelden (met maatschappelijk draagvlak) Op productieve landbouwgronden of langs de rand van de dorpskernen

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=