Energie- en Grondstoffenfabriek

TOCH TRANSITIE? 22 We zitten zo langzamerhand al twee decennia in transitie, maar het lijkt niet echt op te schieten. De ‘Energie- en Grondstoffenfabriek’, een indertijd baanbrekend idee, leek het startschot van de transitie in ons (afval)watersysteem. Ik zat er in die tijd vlakbij en zag het enthousiasme, ondernemerschap en geloof in de kansen. Er is ook een wereld gewonnen: hergebruik van grondstoffen, sluiten van kringlopen, terugwinnen van warmte is allemaal gaande. Maar het blijft, zoals sommigen toen al vreesden, toch vooral end-of-pipe verbeteren. In zekere zin is zo de goede bedoeling onderdeel geworden van het in stand houden van het huidige systeem. Of is het toch de opmaat naar echte transitie? Ook in die (voor mij) beginjaren werd gezien dat we naar de bron moeten: de manier waarop we water gebruiken en het systeem van centraal oplossen is eindig. Burgers en consumenten zullen veel minder en duurzaam moeten gaan gebruiken: vacuümtoiletten, hergebruik, gescheiden watersystemen en een eerlijke prijs. Waterbeheer zal daarmee ook veel meer op sociale innovatie moeten inzetten: samenwerking met andere sectoren, inzetten op gedrags- en cultuurverandering, de institutionele kaders aanpassen. We kunnen technisch immers best naar afvalwatersystemen die veel minder infrastructuur, ruimte, energie en grondstoffen nodig hebben. En dan wordt de opgave ook veel eenvoudiger. Dat vraagt bestuurlijke en organisatorische kracht en coördinatie. Dat begint met een andere richting: niet het verduurzamen van het bestaande maar het toewerken naar een toekomst waarin alles wat eigenlijk niet meer toekomstbestendig is, of nodig is, uitgefaseerd wordt. ‘Radicale gewenste transitie’ als vertrekpunt om vervolgens op het niveau van regels, randvoorwaarden, infrastructuur en technologie WATERSCHAPPEN MIDDEN IN DE MAATSCHAPPIJ! 40

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=