algemene zin of op cognitief vlak, bijvoorbeeld als iemand geestelijk achteruit lijkt te gaan. Vaak ontstaat er een omslagpunt in iemands leven, door bijvoorbeeld een ziekenhuisopname of een lichamelijke ziekte. Hierdoor kunnen mensen nog meer in de war raken. Er is dan sprake van een delier. Ook kan in de thuissituatie een vermoeden bestaan van dementie. In zulke situaties kunnen deze ouderen tijdelijk op De Botter wonen. Zo’n opnameperiode varieert van drie tot maximaal zes maanden. De cliënt en de vaak overbelaste familie kan in die tijd tot rust komen. Het principe rust, reinheid en regelmaat wordt veel gehanteerd. Ons doel is het stabiliseren van lichamelijke ziekten, voor zover mogelijk. Ook kan deze tijd helpen om te bepalen of er sprake is van dementie. Tijdens deze periode focussen we op drie belangrijke speerpunten in de behandeling. Ten eerste richten we ons op het herstel van de cliënt. Daarna volgt een onderzoeksfase waarin we door observatie nauwkeurig in kaart brengen wat de cliënt wel en niet kan. Als het behandelplan duidelijk is, start de uitplaatsingsfase.” Aan het eind van de onderzoeksfase is er een duidelijk beeld over wat de cliënt wel of niet kan. We weten dan ook of er sprake is van dementie.” Als na observatie dementie is vastgesteld, wat is dan het vervolg? ”We bespreken welke vervolgzorg nodig is. Dit is afhankelijk van de ernst van de dementie en de verwachte achteruitgang. Dit wordt besproken in het MDO en op een later moment met de cliënt en, indien van toepassing, met familie. Een aantal vragen is hierbij belangrijk, bijvoorbeeld: Kan iemand nog terug naar huis? En zo ja, wat is daar dan nodig? Als terugkeer naar huis niet meer haalbaar is, zoeken we naar een definitieve plek in een verpleeghuis. Als het plan duidelijk is, start de uitplaatsingsfase. In deze fase krijgt de familie ondersteuning, vaak van de maatschappelijk werker, bij het regelen van de zorg thuis of het vinden van een plek in een verpleeghuis. Helaas is er een tekort aan verpleeghuisplekken, ook in Bunschoten. Het komt daardoor heel regelmatig voor dat de cliënt vanuit De Botter tijdelijk naar een plek gaat in een verpleeghuis dat niet de eerste voorkeur heeft. Men moet dan dus ‘overbruggen’ in een ander verpleeghuis.” Met welke organisaties werkt De Haven samen? “Vooral vanuit de ziekenhuizen Meander Medisch Centrum in Amersfoort en het St Jansdal Ziekenhuis in Harderwijk komen de mensen naar De Botter. Als het gaat om uitplaatsing vanuit De Botter werken we samen met verschillende verpleeghuizen in de regio, bijvoorbeeld Hart van Vathorst, Beweging 3.0 en Amaris.” Samen verder na de diagnose dementie Het komt voor dat cliënten van De Botter de diagnose dementie krijgen maar met de juiste begeleiding nog wel thuis kunnen wonen. De GZ-psychologen van De Haven passen sinds kort de methode ‘Samen verder na de diagnose dementie’ toe bij thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorger, zoals partner of familielid. De methode is ontwikkeld omdat er vaak weinig ondersteuning beschikbaar is als de diagnose is gesteld, terwijl dit op de cliënt én op de mantelzorger veel impact heeft. De methode bestaat uit een serie van maximaal zes gesprekken. Het doel is om samen beter voorbereid te zijn op wat dementie kan betekenen, nu én in de toekomst. Er vindt dus observatie van ouderen plaats? Hoe gaat dat in zijn werk? “Om een goede diagnose te stellen, observeren we de cliënt tijdens zijn verblijf bij de dagelijkse verzorging. Dit noemen we de onderzoeksfase. We kijken bijvoorbeeld wat de cliënt nog zelf kan doen, zoals wassen en aankleden, en hoe hij zich in de groep gedraagt. De psycholoog voert meerdere tests uit die met het geheugen te maken hebben. We vragen ook aan familieleden en naasten hoe bepaalde zaken vroeger gingen en wat er veranderd is. Iedere twee weken is er een multidisciplinair overleg (MDO) met een zorgmedewerker, de specialist ouderengeneeskunde, de psycholoog, de fysiotherapeut, de ergotherapeut en de maatschappelijk werker. We bespreken dan uitgebreid hoe het met alle bewoners gaat en stemmen de plannen onderling af. Hierin wordt ook meegenomen in welke fase een cliënt zich bevindt. 36 37
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=