Leerlingondersteuning In ons onderwijs houden wij rekening met de verschillen tussen leerlingen. Sommigen van hen hebben ondersteuning nodig om succesvol te kunnen zijn. Daarvoor zetten wij ons als school extra in. Dat doen we niet alleen. Wij werken samen met partners om ervoor te zorgen dat ieder kind een passende plek in het onderwijs krijgt. Hieronder leest u hoe we dat doen. Voor iedere leerling Als partners in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Almere hebben wij een zorgplicht. Het regulier VO en het speciaal onderwijs werken daarom samen. Binnen onze school bieden wij basisondersteuning aan: ondersteuning voor iedere leerling op eigen niveau. Als een leerling meer hulp nodig heeft, kunnen we extra ondersteuning bieden, zoals intensieve begeleiding in het Zorglokaal. In overleg met de ouders kunnen we ook nog een stap verder gaan. Dan kijkt het Zorg Advies Team mee. Verderop leest u daar meer over. Eigen mogelijkheden Wij willen dat iedere leerling zichzelf kan redden. Dat betekent vooral dat we kijken naar de eigen mogelijkheden van een leerling. Daar hoort ook bij dat een leerling leert om te gaan met zijn of haar beperkingen. Bij de aanmelding van een leerling gaan we meteen na of er ondersteuning nodig is. Een leerling uit het primair onderwijs kan een leerwegarrangement hebben of extra behoefte aan ondersteuning. Als wij echt denken dat onze school niet de juiste plek is, gaan we op zoek naar een andere passende school. Duidelijke afspraken Voor de ondersteuning van de leerlingen hebben we duidelijke afspraken gemaakt. Onze zorgcoördinator zorgt dat alles goed verloopt. De zorgcoördinator is voorzitter van het zorgoverleg en zit in het Zorg Advies Team met onze partners. Ondersteuningsvragen komen altijd eerst terecht bij de mentor en de docent van de leerling. Daarnaast kan een specialist meedenken, bijvoorbeeld een gedragsdeskundige. Ten slotte kunnen we hulp van buitenaf vragen. Bijvoorbeeld van de jeugdgezondheidszorg: JGZ Almere. Voortgang volgen Als we ondersteuning bieden, willen we ook weten of het wat oplevert. Daarom volgen we de voortgang van alle leerlingen. Wij hebben hoge verwachtingen van onze leerlingen, maar bieden wij wat ze nodig hebben? Twee keer per jaar analyseren we hun resultaten en gaan we na wat ons te doen staat. Een intern team van docenten en specialisten bekijkt of we iets in het onderwijs moeten veranderen. Op die manier kunnen we ook de ondersteuning steeds weer verbeteren. Om te beginnen stap 1: basisondersteuning. Stap 1: basisondersteuning De basisondersteuning is er voor alle leerlingen. We gaan na welke doelen een leerling wil bereiken en wat nodig is om ervoor te zorgen dat het lukt. Daarbij richten we ons niet alleen op het leerproces. We kijken ook naar het gedrag van de leerling. Wij zien gedrag namelijk als een vorm van communicatie. Met het gedrag maakt de leerling ons iets duidelijk. Zelfredzaamheid Een leerling wil er vooral bij horen. Maar hij of zij moet het onderwijs ook aankunnen en verder willen leren. Zelfredzaamheid is daarbij van groot belang. We zetten daarom twee pedagogisch-didactische methoden in: Sterk in de klas en Oké op school. Daarmee stimuleren we de ontwikkeling van de leerling en vergroten we het effect van het onderwijs. Verder bieden wij ondersteuning bij: • Leerachterstanden: leerlingen met dyslexie of een achterstand bij de vakken Nederlands en wiskunde, krijgen remedial teaching. • Slechte resultaten: begeleiding bij het maken van schoolwerk in de Huiswerkklas. • De schoolcarrière: tijdelijke intensieve ondersteuning in het Zorglokaal. • De begeleider passend onderwijs helpt de docenten met de organisatie en de planning van de ondersteu- ning. Stap 2: extra ondersteuning Als stap 1 voor de leerling niet genoeg oplevert gaan we over tot stap 2: extra ondersteuning. De mentor van de leerling stelt dan samen met de orthopedagoog een Ontwikkelingsperspectiefplan OPP) op. Ze overleggen dat met de verantwoordelijke ouders/verzorgers. In het plan kan staan dat we een bepaald ‘arrangement’, een speciale aanpak, inzetten voor de leerling. De belangrijkste arrangementen: • Intensieve begeleiding: 6 weken een-op-een begeleiding in het Zorglokaal. • Kort bezoek: voor en na de les spreken de leerling en de begeleider elkaar in het Zorglokaal. • Ambulante begeleiding: als het nodig is krijgt de leerling op afroep extra begeleiding. • Remedial teaching: individuele begeleiding voor leerlingen met dyslexie, dyscalculie of andere taal- en leerproblemen, als vervolg op de basisondersteuning. • Leerwerktraject: voor leerlingen in de 4e klas, die na een stage een MBO-niveau 2 opleiding aankunnen. Stap 3: externe hulp Als de hulpvraag van een leerling voor onze school te ingewikkeld is, leggen we contact met onze partners. Dat doen we via het Zorg Advies Team. In dit team zit de leerplichtambtenaar van de gemeente Almere, een medewerker jeugdgezondheidszorg (JGZ) en een medewerker passend onderwijs. Ook een psycholoog, de wijkagent en een maatschappelijk werker kunnen via het team worden ingeschakeld. Onze zorgcoördinator maakt er ook deel van uit. Het team kan ook preventieve maatregelen nemen en problemen signaleren. Na een hulpvraag van een leerling geeft het team een advies. Het team kan bijvoorbeeld adviseren om het preventiemodel voor onderwijs en jeugdzorg Oké op school in te zetten. Oké op school biedt lessen en trainingen om leerlingen een steuntje in de rug te geven. Daarbij kunt u denken aan: • Lessen over identiteit, groepsdruk en sociale media. • Trainingen sociale vaardigheden, omgaan met faalangst en fysieke en mentale weerbaarheid. Voortgezet speciaal onderwijs Als dit soort lessen en trainingen niet genoeg helpen, overleggen we over plaatsing bij een andere school. Mogelijk kan uw kind beter uit de voeten op een van de andere scholen in het samenwerkingsverband. Zo niet, dan is het voortgezet speciaal onderwijs wellicht de beste optie. Daarvoor is wel een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Leerlingen uit het primair onderwijs, die een ingewikkelde ondersteuningsvraag hebben, kunnen we in contact brengen met het Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum (OPDC). De Almeerkans- en maatwerkklas is bedoeld om leerlingen te begeleiden naar de Entree-klas van het ROC. Grenzen aan de ondersteuning Helaas kunnen we niet alle kinderen die bij ons worden aangemeld ook echt een plek geven. Onze mogelijkheden zijn beperkt. Een derde van onze leerlingen heeft al een indicatie voor leerwegondersteuning. We krijgen ook steeds meer leerlingen met Nederlands als tweede taal en leerlingen met een zorgdossier. Als we zelf niet genoeg mogelijkheden zien om ondersteuning te bieden, moeten we verder kijken. Van nieuwe leerlingen verwachten we dat zij: • Naar verwachting onvertraagd een diploma kunnen halen • In de onderbouw in een kleine klas van 15 leerlingen kunnen functioneren • In de bovenbouw in grotere groepen 25-30 kunnen leren • Geen therapeutische omgeving nodig hebben • Geen gevaar voor zichzelf zijn of voor anderen • Geen speciale medische zorg nodig hebben die onze school niet kan bieden. 19 18
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=