Brabant Water

Financiën Financieel beleid Het verslagjaar 2023 wordt afgesloten met een positief resultaat van 9,2 miljoen euro. Conform het in 2022 door de aandeelhouders vastgestelde financieel beleid wordt deze winst toegevoegd aan de Algemene Reserve. Als gevolg van het positieve resultaat blijft de solvabiliteit boven het streefniveau van 50%. Dit robuuste weerstandsvermogen is noodzakelijk om de uitdagingen van de komende jaren het hoofd te kunnen bieden. Naast de vernieuwing en uitbreiding van ons distributienetwerk vragen de toenemende watervraag, veranderende klimatologische omstandigheden en veroudering van onze waterproductielocaties om een forse uitbreiding van onze investeringen. We zijn gestart met realisatie van de pilot voor de brak waterwinning en de voorbereidingen voor een zeewaterfaciliteit. Bovenstaande ontwikkelingen zullen ertoe leiden dat het tariefbeleid voor de komende jaren gekenmerkt wordt door tariefstijgingen. Hierbij zal de stijging voornamelijk in het variabele deel van het tarief worden doorgevoerd zodat de prikkel om verstandig om te gaan met drinkwater zo groot mogelijk wordt. In 2023 zijn de variabele tarieven voor onze huishoudelijke klanten met 51% gestegen ten opzichte van 2022, terwijl het vastrecht gelijk bleef. Voor een gemiddeld huishouden was het integrale effect een stijging van 22,3%. Deze tariefstijging was het gevolg van de aanzienlijk gestegen energietarieven in 2023. Resultaat 2023 ten opzichte van 2022 Het netto resultaat steeg met 3,9 miljoen euro ten opzichte van 2022. De omzet is gestegen met 39,7 miljoen euro. Hierbinnen bedroeg de stijging van de drinkwateropbrengsten 37,7 miljoen euro. In belangrijke mate wordt dit verschil verklaard door het gestegen drinkwatertarief en de autonome groei van het aantal aansluitingen. De afzet van 2023 was lager dan die van 2022. De bedrijfslasten zijn gestegen met 37,0 miljoen euro. Als gevolg van de oorlog in Oekraïne zijn de operationele kosten (met name energie) sterk gestegen. De kosten van grond- en hulpstoffen waren 29,4 miljoen hoger dan in 2022. De post ‘kosten van uitbesteed werk en andere externe kosten’ daalde met 9,9 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van een daling van de dotaties aan de voorziening amovering leidingen. Stijgende personele lasten (+ 4,4 miljoen euro) worden met name veroorzaakt door een stijging van het aantal medewerkers in loondienst en de cao-verhoging. De overige bedrijfskosten zijn met 8,1 miljoen euro gestegen, mede als gevolg van een verdubbeling van het grondwaterbelastingtarief en de precariokosten Geertruidenberg (verderop nader toegelicht). Het saldo van financiële baten en lasten is gedaald met 0,6 miljoen euro. De daling is het gevolg van een hogere rentedotatie aan de voorzieningen.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=