onze belangrijkste bron zal blijven. De zoektocht is ingewikkeld. In de signaalrapportage ‘Drinkwater steeds schaarser: provincie neem verantwoordelijkheid’ wijst de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op het tekort aan geschikte drinkwaterbronnen, wat het handhaven van voldoende reserves bemoeilijkt. Dit leidt tot een afname van drinkwaterreserves, waardoor de continuïteit van de drinkwatervoorziening in gevaar komt. Brabant Water verkent actief zeewater en brak grondwater als aanvullende bron. Een pilot brak water in Drongelen gaat in 2024 van start. Ook voor zeewater wordt een pilot voorbereid. Zo sorteren we voor op een multi-bronnen strategie voor de lange termijn. In West-Brabant hebben we op dit moment een acuut knelpunt. Om dit op te lossen, zetten we samen met de provincie Noord-Brabant in op een zo snel mogelijke realisatie van een nieuwe winning in Kruisland. In de regio Tilburg/ Midden-Brabant was in 2023 geen knelpunt omdat de vergunning Gilzerbaan volledig kon worden ingezet. Er loopt hier een beroepszaak in het kader van de wet natuurbescherming. In januari 2024 is in deze beroepszaak een tussenvonnis uitgesproken met een voorlopige voorziening. Dit houdt in dat de vergunning per direct niet meer volledig inzetbaar is. Hiermee ontstaat ook in dit gebied op korte termijn een knelpunt. Brabant Water voert een risicoanalyse uit om de consequenties in beeld te brengen. We investeren op verschillende locaties in het vergroten van de beschikbare productiecapaciteiten en op een paar locaties worden aanvullende zuiveringen voorbereid. Een ander spoor is bewust en zuinig watergebruik. Dit kunnen we bij onze klanten stimuleren, maar niet afdwingen. We zetten in op alternatieven voor industrie waar geen drinkwaterkwaliteit wordt gevraagd. Daarnaast nemen we interne maatregelen zoals het plaatsen van spoelwaterterugwinunits en optimalisatie van onze productieprocessen. Al deze sporen vormen samen een adaptieve strategie. Provincie en Brabant Water zetten zich samen in voor de toekomstige drinkwatervoorziening. In een bestuursovereenkomst zijn hierover concrete afspraken gemaakt, onder andere over een onttrekkingsplafond, waterbesparing en inzet van bronnen. We werken samen om de drinkwatervoorziening in 2040 robuust te laten zijn, uitgaande van het Global Economy Scenario. Hierin zijn Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s) ofwel drinkwaterreserveringsgebieden opgenomen. Deze reserveringen worden door de provincie vastgesteld en dienen als ‘vangnet’ voor als het ondanks alle inspanningen niet lukt de bestaande bronnen robuust te maken. Ook werken we samen met de provincie aan een regionaal actieplan voor voldoende drinkwaterbronnen, waarin de urgentie en gewenste maatregelen worden beschreven. We participeren actief in programma’s, zoals het Breed Bestuurlijk Grondwateroverleg, samen met provincie, gemeenten, waterschappen, natuurorganisaties en de agrarische sector aan een robuust watersysteem waarin onze bronnen goed zijn ingebed. In 2021 heeft Brabant Water samen met twaalf waterpartners het Grondwaterconvenant 2022-2027 getekend. Hierin wordt gezamenlijk ingezet op herstel van het grondwatersysteem om ook in de toekomst voldoende grondwater te hebben voor verschillende functies waaronder drinkwater. Het in 2022 uitgebrachte advies van de onafhankelijke commissie droogte is met deze partijen vertaald in een Droogte-agenda 2040. Samen met deze partijen houden wij ook de ontwikkelingen op het gebied van grondwaterkwaliteit nauwlettend in de gaten. Wij participeren actief mee aan programma’s om uitspoeling van meststoffen en bestrijdingsmiddelen naar het grondwater te beperken. De kwaliteit van het grondwater bewaken wij met een intensief meetprogramma om tijdig verslechtering van de grondwaterkwaliteit te signaleren en hierop te kunnen reageren (Early Warning). Ook nemen we deel aan samenwerkingen met de waterpartners aan het uitvoeringsprogramma gebiedsdossiers, gericht op een betere bescherming van de bronnen. Bij planvoorbereiding en besluitvorming van de diverse overheden vragen wij constant aandacht voor het drinkwaterbelang. Dit vraagt de komende jaren extra inzet vanwege de decentralisatie als gevolg van de Omgevingswet, de toenemende drukte in de ondergrond door warmtenetten en bodemenergie en het lozingsvraagstuk van de zoute reststroom bij brak- en zeewater. PAGINA 43
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=