Beheerpakketten 2026

64 65 L11 Rietzoom en klein rietperceel Beschrijving Rietzomen bestaan uit smalle rietstroken die grenzen aan agrarisch gebruikte percelen. Deze rietstroken kunnen zowel individueel als in samenhang met elkaar voorkomen, en in de laatste vorm soms vele kilometers lengte beslaan. Rietzomen en kleine rietpercelen zijn vanwege het veelal extensieve gebruik van groot belang voor de biodiversiteit als broedgebied voor rietvogels en als leefgebied voor andere soorten als de poelkikker, de ringslang en diverse libellen. Pakketvoorwaarden 1. De beheereenheid wordt periodiek geschoond en/of gemaaid in de periode na 1 september en voor 1 maart. 2. Snoeimateriaal en/of maaisel wordt verwijderd. 3. De beheereenheid wordt in een cyclus van minimaal eenmaal per 4 jaar en maximaal eenmaal per 2 jaar, bij voorkeur gefaseerd, geschoond en/of gemaaid. 4. Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de beheereenheid worden gebruikt. 5. Maximaal 20% van de oppervlakte van de beheereenheid bestaat uit struweel. 6. Smalle rietzoom is smaller dan 5 meter; brede rietzoom/rietperceel is breder dan 5 meter. 7. De beheereenheid wordt niet beweid. Melding Nadat het groot onderhoud aan de beheereenheid is verricht, wordt dit binnen 7 werkdagen aan het collectief gemeld. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost L11a Smalle rietzoom L11b Brede rietzoom en klein rietperceel L12 Duurzaam slootbeheer Beschrijving Sloten komen in het hele land voor. Afhankelijk van hun breedte, diepte en profiel kunnen sloten van belang zijn voor soorten als krabbenscheer, fonteinkruid, zwanenbloem, grote modderkruiper en bittervoorn. Naast de minimumeisen die het waterschap stelt aan het onderhoud van sloten (de Keur) kan zorgvuldig en gefaseerd beheer van de sloot de ecologische waarde ervan versterken. Pakketvoorwaarden Pakket a – Baggeren met de baggerpomp 1. De sloot wordt eens per jaar, of eens in de twee jaar gebaggerd, hierbij wordt de bagger op het aangrenzende landbouwperceel gespoten. 2. Er wordt niet gezogen binnen 60 cm vanaf de waterlijn. 3. De sloot is minimaal 2 meter breed. 4. De zuigkop van de baggerpomp heeft geen vleugels en wordt zoveel mogelijk door dezelfde vore getrokken in de sloot. 5. De sloot loopt tijdens het baggeren niet droog. 6. Er komt geen bagger terecht beneden de insteek. 7. Er wordt gefaseerd gebaggerd, dus niet alle sloten in één jaar. 8. Het baggeren vindt plaats tussen 15 augustus en 15 november, bij voorkeur vanaf september. 9. Er mogen geen meststoffen of chemische bestrijdingsmiddelen in het element gebruikt worden. Pakket b – Ecologisch slootschonen 1. Elk jaar wordt één van beide slootkanten geschoond met de maaikorf of ecoreiniger, waarbij de korf of maaibalk 5 tot 10 cm boven de slootkant/-bodem blijft. 2. Bij een scheisloot gebeurt dat in overleg met de gebruiker van het aangrenzende perceel, óf de eigen slootkant wordt eens in de twee jaar geschoond. 3. Bij gebruik van de maaikorf wordt deze niet door de hele breedte van de sloot getrokken, maar omhoog gekanteld wanneer de korf halverwege de sloot is. Zie de tekening op pagina 66. 4. Wanneer een sloot hier te smal voor is, wordt 25% van de sloot niet geschoond en blijft het staan. Het volgende jaar wordt een ander deel overgeslagen. 5. Het maaisel moet worden afgevoerd en dient verwerkt te worden volgens het protocol Verwerken slootmaaisel. 6. Het slootschonen en/of maaien vindt plaats van 15 augustus tot 15 november. 7. Er mogen geen meststoffen of chemische bestrijdingsmiddelen in het element gebruikt worden. 8. Pakket L12b.18.02 en 03 (BoerenNatuur Veluwe) en pakket L12b.23.02 en 03 (BoerenNatuur Utrecht Oost): in een aantal poldergebieden kan per bedrijf een slotenplan worden opgesteld. Bij het werken volgens een slotenplan geldt een hogere vergoeding. 9. Pakket L12d kan alleen op plekken waar in de periode 2017-2022 slootbeheer is afgesloten. 10. Bij pakket L12d wordt de gehele sloot geschoond met maaikorf of ecoreiniger waarbij de korf of maaibalk 5 tot 10 cm boven de slootkant/-bodem blijft. De beheervoorschriften 1 t/m 4 zijn bij deze variant niet van toepassing. Pakket c – Ecologisch slootschonen voor krabbenscheervegetaties 1. Het slootschonen en/of maaien vindt plaats tussen 15 augustus en 15 november. 2. Er wordt geschoond met een maaikorf of een ecoreiniger. 3. De sloten worden gefaseerd geschoond, dus niet allemaal in één keer of slechts één zijde van de sloot. Dit op basis van de hoeveelheid planten, zoals beschreven in de afbeelding. 4. Schoon alleen bij een volgroeide sloot of bij blokken krabbenscheer die over een flinke lengte van kant tot kant de sloot vullen. Haal vervolgens nooit meer dan 30% van de begroeiing met krabbenscheer weg. 5. Het maaisel moet worden afgevoerd en dient verwerkt te worden volgens het protocol Verwerken slootmaaisel.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=