Beheerpakketten 2026

1 Beheerpakketten 2026 Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb)

Hoofdstuk Inhoudsopgave Beheerpakketten en vergoedingen 4 Administratie door de deelnemer 5 Weidevogelbeheer A01 Grasland met rustperiode 8 A02 Kuikenvelden 10 A03 Plasdras 11 Z.18.A03.02 Toeslag last minute plasdras 12 A04 Legselbeheer op grasland 13 Z.18.A04.02 | Z.23.A04.02 Toeslag stroken maaien bij zomerstalvoeren 14 A42 Legselbeheer op bouwland en uitgesteld zaaien 15 Z.18.A42.03 | Z.23.A42.03 Toeslag vernietigen vanggewas 16 A41 Ontwikkeling kruidenrijk grasland 17 A05 Kruidenrijk grasland 18 A06 Extensief beweid grasland 19 Z.18.A06.02 Koeien in de polder 20 A07 Ruige mest 21 Z.18.A07.01 Toeslag stroken strooien met ruige mest 22 A08 Hoog waterpeil 23 A51 Predatierasters 24 Z.18.A00.02 Toeslag weidevogelmozaïek 25 Botanisch graslandbeheer A13b Botanisch hooiland - ontwikkelbeheer 28 A13a Botanisch weiland 30 A13a Botanisch weiland - glanshavergrasland 32 A13b Botanisch hooiland - instandhoudingsbeheer 34 A13b Botanisch hooiland - glanshaverhooiland 36 A13c Botanische weiderand 38 A13d Botanische hooilandrand 39 A13 Kwartelkoning grasland 40 Z.18.A13.02 | Z.23.A13.02 Vlinderstrook 41 Akkerbeheer A14 Stoppelland 44 A15 Wintervoedselakker 45 A16 Vogelakker 46 A18 Kruidenrijke akker 48 A19 Eenjarige kruidenrijke akkerrand 49 A19 Meerjarige kruidenrijke akkerrand 50 Z.18.A19.05 | Z.23.A19.05 Gefaseerd maaien meerjarige akkerrand 52 A43 Bloemenblok 53 A44 Keverbank 54 Bodemverbetering A39 Bodemverbetering op grasland en bouwland 58 Sloot- en waterbeheer L09 Poel en klein historisch water 62 L10 Natuurvriendelijke oever 63 L11 Rietzoom en klein rietperceel 64 L12 Duurzaam slootbeheer 65 Z.18.L12 | Z.23.L12 Slootmaaisel opruimen 67 A36b Beheer peilscheidingen 68 A38 Water bergen 69 Landschapsbeheer L20 Elzensingel 72 L20 Houtwal en houtsingel 73 L21 Beheer van bomenrijen 75 L21 Beheer van knotbomenrijen 76 L22 Knip- of scheerheg 78 L23 Struweelhaag 79 L24 Struweelrand 81 L25 Beheer van bomen op landbouwgrond 82 L26 Half- en hoogstamboomgaard 83 L27 Hakhoutbosje 85 L28 Griendje 86 L29 Bosje 87 Z.18.L00.01 Broedstoof vliegend hert 88 Z.18.L00.02 | Z.23.L00.02 Oeverzwaluwwand 89 Z.18.L00.03 | Z.23.L00.03 Broeihoop 90 Z.18.L00.04 | Z.23.L00.04 Takkenril 91 Algemene voorwaarden 92 Herstel- en sanctieprotocol 96 Protocol Chemische onkruidbestrijding 99 Protocol Periodiek hakhoutbeheer 102 Ecologisch werkprotocol 104 Protocol Verwerken slootmaaisel 105 Protocol Maaien weidevogelgrasland 106 Lijst indicatorsoorten 108 Lijst bodemverbeteraars 110 Copyright BoerenNatuur Veluwe / BoerenNatuur Utrecht Oost 2025 Alle informatie in deze brochure is onder voorbehoud van druk- en typefouten.

5 4 Administratie door de deelnemer Beheerpakketten en vergoedingen Als u een overeenkomst afsluit voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, dan hoeft u niet meer zelf de subsidies aan te vragen en verantwoordingen en betaalverzoeken in te vullen. Dit regelt BoerenNatuur Veluwe of BoerenNatuur Utrecht Oost voor u. Toch moet u wel enkele zaken administratief geregeld hebben om voor de beheervergoeding in aanmerking te komen. Bedrijf of privé Op de eerste plaats moeten wij weten of u het contract als bedrijf of als privépersoon afsluit. Agrariërs, landgoederen en andere ondernemingen staan als bedrijf geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Wij maken dan een contract dat op naam staat van het bedrijf en gebruiken het KVKnummer als uniek kenmerk. Het is ook mogelijk om als privépersoon subsidie aan te vragen. Burgers die in het buitengebied wonen, beheren bijvoorbeeld vaak agrarische percelen of landschapselementen. In dat geval maken wij een contract op naam van een privépersoon en gebruiken het Burger Servicenummer (BSN) als uniek kenmerk. Wanneer u beheerder bent van agrarische natuur en/of landschap dan zijn er wellicht mogelijkheden om een beheerovereenkomst af te sluiten waarbij u een vergoeding krijgt voor de uitvoering van het beheer of de gederfde inkomsten. Afhankelijk van de locatie en het gebruik kunnen diverse pakketten worden afgesloten. Dit is afhankelijk van verschillende leefgebieden en doelsoorten die al dan niet voorkomen in uw regio. Beheerpakketten binnen het ANLb kunnen alleen worden afgesloten op agrarische gronden. Op natuurgronden komt u in aanmerking voor SNL- subsidies. De vergoeding dekt de opbrengstvermindering op uw grond en/of de inspanning die u levert om het beheer uit te voeren. U ontvangt jaarlijks een bedrag dat vooraf vastgelegd is in een contract. Bij het uitvoeren van beheer moet u zich houden aan specifieke beheervoorschriften. Deze zijn bij de pakketbeschrijvingen opgenomen. De vergoeding per beheerpakket vindt u in de tarievenlijst. Vragen? Op onze website staat beschreven hoe u bovenstaande registratie in orde kunt maken. Met vragen over de registratie op de website van RVO, kunt u terecht bij de helpdesk van RVO.nl. Met vragen over beheerpakketten en voorwaarden kunt u uiteraard contact met ons opnemen. info@boerennatuurveluwe.nl / info@boerennatuurutrechtoost.nl Dossier bij RVO Voor het afsluiten van een beheerovereenkomst moet u bekend zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Op de website RVO.nl maakt u een eigen digitaal dossier aan. Bedrijven kunnen op deze website inloggen met E-herkenning, privépersonen gebruiken hun DigiD. In uw dossier bij RVO moet u twee dingen vastleggen: 1. U stelt een machtiging voor ‘percelen raadplegen’ in op naam van uw collectief, BoerenNatuur Veluwe (KVK 62416111) of BoerenNatuur Utrecht Oost (KVK 62647547). Door deze machtiging af te geven kunnen wij uw contract controleren en zien of het contract overeenkomt met de percelen of landschapselementen die u in eigendom of beheer hebt. 2. U zorgt dat de beheereenheden waarvoor u subsidie aanvraagt ook in uw eigen dossier bij RVO als een ‘bedrijfsperceel’ staan ingetekend met de juiste codering (gewascode). Meldingen Bij sommige beheerpakketten moet een melding gedaan worden bij uw collectief (BoerenNatuur Veluwe of BoerenNatuur Utrecht Oost). Bijvoorbeeld het snoeien van knotbomen, het maaien van een natuurvriendelijke oever, het schonen van een poel of het uitrijden van compost of ruige mest. Deze melding is nodig zodat er eventueel een controle plaats kan vinden. Daarnaast moeten wij als collectief jaarlijks verantwoorden dat er bij alle deelnemers een gemiddeld percentage van het beheer is uitgevoerd. Controle BoerenNatuur Veluwe en BoerenNatuur Utrecht Oost hebben een eigen schouwcommissie om te controleren of het beheer goed wordt uitgevoerd. Dit gebeurt door het uitvoeren van schouwrondes. In deze rondes wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of de beheeractiviteiten goed zijn uitgevoerd en of de kwaliteit van de beheereenheden voldoet. De schouwcommissie bestaat uit een aantal werknemers en deelnemers aan het ANLb die meegaan op schouwronde. Daarnaast werken wij samen met diverse ecologen die worden ingeschakeld voor meer gespecialiseerde werkzaamheden, bijvoorbeeld het beoordelen van de kwaliteit van botanische hooilanden. Naast de controles door de eigen schouwcommissie, wordt er ook gecontroleerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Als de NVWA tekortkomingen vindt, dan zullen wij hierop worden aangesproken en niet de individuele deelnemer. BoerenNatuur Veluwe en BoerenNatuur Utrecht Oost zijn immers de contractpartij voor de overheid en beslissen zelf of eventuele kortingen aan de deelnemers worden doorberekend.

Weidevogelbeheer

8 9 A01 Grasland met rustperiode Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Het in acht nemen van een rustperiode op grasland is vooral voor weidevogels van belang. Dit biedt rust aan broedende vogels door de kans op verstoring van legsels te minimaliseren. Monitoring van nesten en kuikens vindt plaats buiten de rustperiode en zoveel mogelijk zonder betreding van het veld, door vanaf de weg of met drones te monitoren. Het perceel kan ook functioneren als opgroeigebied voor jonge weidevogels. In kleinschalige gebieden kunnen graslanden met een rustperiode, eventueel in de vorm van randen, dienen als schuil- en foerageergebied voor diverse fauna zoals kleine zoogdieren, vogels, vlinders en amfibieën. In de rustperiode zijn landbouwkundige werkzaamheden niet toegestaan. Aan het eind van deze periode staat er een vrij hoge vegetatie op het perceel. Om te voorkomen dat deze hoge vegetatie voor weidevogelpullen ondoordringbaar wordt, is het dringende advies om geen drijfmest en ook geen ruige mest voorafgaand aan de rustperiode uit te rijden, maar dat pas na de eerste snede te doen. Bij de pakketten met rustperiode tot 8 juni en later is drijfmest voorafgaand aan de rustperiode niet toegestaan. Pakketvoorwaarden 1. Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie pakketten). 2. In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen en geen beweiding plaats. 3. Het grasland wordt voorafgaand aan de rustperiode niet gemaaid. 4. Pakket d, e, x: alleen als last minute beheer. 5. Bemesting met drijfmest voorafgaand aan de rustperiode is niet toegestaan bij de pakketten met rustperiode tot 8 juni en later. 6. Maaiwerkzaamheden worden volgens het protocol Maaien weidevogelgrasland gedaan. 7. Grasland met een rustperiode in de vorm van randen is toegestaan in kleinschalige gebieden en in gebieden die gericht zijn op waterdoelen (dooradering of waterkwaliteitsdoelen). Deze randen moeten minimaal 6 meter breed zijn. 8. Dit pakket mag gecombineerd worden met pakket A07 Ruige stalmest en/of het regionale pakket Z.18.A06.02 Toeslag koeien in de polder. 9. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A01a Rust van van 1 april tot 1 juni A01b Rust van van 1 april tot 8 juni A01c Rust van van 1 april tot 15 juni A01d Rust van van 1 april tot 22 juni A01e Rust van van 1 april tot 1 juli A01v Rust van 15 maart tot 15 mei A01w Rust van 15 maart tot 22 mei A01x Rust van 15 maart tot 1 juni A01l Voorweiden tot 1 mei, daarna rust tot 15 juni A01m Voorweiden tot 8 mei, daarna rust tot 22 juni A01q Voorweiden tot 1 mei, daarna rust tot 1 juni A01r Voorweiden tot 8 mei, daarna rust tot 8 juni A01s Voorweiden tot 1 mei, daarna rust tot 8 juni A01t Voorweiden tot 8 mei, daarna rust tot 15 juni A01u Voorweiden tot 15 mei, daarna rust tot 15 juni Foto Menno Schaeffer

10 11 Code + pakketnaam Code + pakketnaam A02 Kuikenvelden Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Het pakket kuikenvelden wordt ingezet als last minute beheer op percelen waarop (nog) geen weidevogelbeheer is afgesloten. Wanneer in het broedseizoen op een perceel grasland nesten of kuikens van kritische weidevogels (grutto, tureluur) worden waargenomen kan dit pakket op het laatste moment worden afgesloten. De rustperiode wordt ad hoc bepaald om rust te creëren op plaatsen waar dit nodig is. Afsluiten van dit pakket kan alleen in gebieden waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn. Het in acht nemen van een dergelijke rustperiode op grasland is vooral van belang om kuikens voedsel en schuilgelegenheid te bieden. Ook kleine zoogdieren, vogels, vlinders en amfibieën etc. maken, met name in kleinschalige gebieden, gebruik van dergelijke graslanden en/of -randen met rustperiode als schuil- en foerageergebied. Pakketvoorwaarden 1. Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie pakketten). 2. De rustperiode ligt in de periode van 1 april tot 1 augustus. 3. In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen en beweiding plaats. 4. Gevonden legsels worden gemarkeerd, geregistreerd en ingevoerd in de Boerenlandvogelmonitor. 5. Maaiwerkzaamheden worden volgens het protocol Maaien weidevogelgrasland gedaan. 6. Indien de kuikenvelden in de vorm van een rand worden aangelegd, dienen deze randen ten minste 6 meter breed te zijn. 7. De rustperiode wordt automatisch met steeds 1 week verlengd, tot (alle) kuikens weg zijn, te beoordelen door de veldcoördinator. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A02a Rustperiode van 2 weken A02b Rustperiode van 3 weken A02c Rustperiode van 4 weken A02d Rustperiode van 5 weken A02e Rustperiode van 6 weken A03 Plasdras Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Plasdras biedt een aantrekkelijke biotoop voor weidevogels om te rusten en te foerageren. Op plasdraspercelen kunnen voor het eigenlijke broedseizoen soms honderden weidevogels worden aangetroffen. De aantrekkingskracht is daarmee groot. Daarnaast bieden plasdraspercelen ook foerageer- en rustmogelijkheden buiten het directe broedseizoen, bijvoorbeeld voor al uitgevlogen jonge vogels en doortrekkers. Monitoring van de plasdras vindt zoveel mogelijk plaats zonder betreding van het perceel, door vanaf de weg of met drones te monitoren. Pakketvoorwaarden 1. De beheereenheid is jaarlijks geïnundeerd en volledig drassig. De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y (zie pakketten). 2. Pakket Z.18.A03.01 en 02: alleen als last minute beheer. 3. Het plasdraspakket heeft betrekking op het drassige deel van een perceel. Dat deel moet in zijn geheel drassig zijn, slikkige randjes tellen wel mee. 4. Maaiwerkzaamheden worden volgens het protocol Maaien weidevogelgrasland gedaan. 5. Om te voorkomen dat de plasdras omgeven wordt door een te zwaar gewas, is het advies om ook na afloop van de inundatieperiode terughoudend te zijn met bemesting en het perceel kort de winter in te laten gaan. 6. In de winter vanaf 1 november mag op het perceel geen inundatie meer plaatsvinden. 7. Het advies geldt om minimaal 1 keer te bloten/maaien na 1 augustus in verband met behoud van de status van productieve landbouwgrond op het perceel. Eventueel kan het helpen om de kale, slikkige grond in te zaaien. 8. Het advies geldt om in de winterperiode voorafgaand aan inundatie slikranden aan te leggen door middel van ploegen en/of frezen. Let op: in Natura 2000-gebieden alleen indien wettelijk toegestaan. 9. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A03n Plasdras van 1 maart tot 1 juni A03o Plasdras van 1 maart tot 15 juni Z.18.A03.01 | Z.23.A03.01 Plasdras 1 week verlengen Z.18.A03.03 Plasdras 4 weken verlengen

12 13 Z.18.A03.02 Toeslag last minute plasdras Dit pakket kan alleen worden afgesloten in het werkgebied van BoerenNatuur Veluwe. Beschrijving Soms is het op percelen gewenst om op een bepaald moment gedurende het weidevogelseizoen een kleine natte plasdrasplek te realiseren, een natte plek waar vogels en hun kuikens mogelijkheid krijgen te foerageren. Vooral in drogere tijden kan ook deze kleine plek van belang zijn. Het plasdras wordt met een kleine draagbare pomp op zonne-energie gemaakt. Dit pakket is bedoeld als toeslagpakket voor percelen zonder plasdras overeenkomst. Dit pakket kan wel gestapeld worden met andere weidevogelpakketten. Pakketvoorwaarden 1. De inundatie vindt minimaal gedurende 1 week plaats in de periode van 1 maart tot 1 juli. 2. De inundatieplek moet minimaal 20 m2 groot zijn. 3. De maximale vergoeding voor dit pakket is € 500 per jaar, per bedrijf. 4. Dit pakket mag cumuleren met alle weidevogelpakketten (A01, A04, A05 en A06), behalve plasdras (A03). Pakketten Veluwe Z.18.A03.02 Toeslag plasdras met kleine pompjes, inundatie per plek gedurende 1 week A04 Legselbeheer op grasland Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Om weidevogels te beschermen is het lang niet altijd nodig om alle percelen waarop zich broedende weidevogels bevinden, te beleggen met een rustperiode. Bijvoorbeeld omdat de dichtheid aan weidevogels vrij laag is. Aan dit soort situaties kan het pakket agrarische grond met legselbeheer een invulling geven. Het legsel en de onmiddellijke omgeving worden hierbij beschermd tegen landbouwkundige werkzaamheden. Agrarische grond met legselbeheer kan zowel bestaan uit grasland als uit bouwland. Percelen met legselbeheer hebben over het algemeen weinig nut als foerageergebied voor jonge weidevogels, tenzij gekozen wordt voor een combinatie met een kruidenrijke weidevogelgraslandrand of met kuikenstroken. Het perceel wordt grotendeels normaal agrarisch gebruikt. Nesten worden gemarkeerd met stokken, al dan niet aan de rand van het perceel of langs de sloot. Bij gebruik van nestbeschermers of een tijdelijk raster worden nesten zeker ontzien bij landbouwkundige werkzaamheden zoals maaien, weiden of inzaaien. Pakketvoorwaarden 1. De beheereenheid wordt tijdens het broedseizoen één of enkele malen afgezocht op aanwezige legsels. Gevonden legsels worden gemarkeerd, geregistreerd en gemeld bij het collectief. 2. Gevonden nesten worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen. 3. Gevonden legsels worden gemarkeerd, geregistreerd en ingevoerd in de Boerenlandvogelmonitor. 4. Maaiwerkzaamheden worden volgens het protocol Maaien weidevogelgrasland gedaan. 5. Pakket A04a: indien een perceel grasland wordt gemaaid of anderszins bewerkt, wordt een enclave van tenminste 50 m2 met minimaal een straal van 3,5 meter aangehouden om de aanwezige gevonden nesten. Bij beweiding is een nestbeschermer geplaatst. Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst. 6. Pakket A04d t/m h: alleen als last minute beheer. 7. Pakket A04d t/m h: de rustperiode valt in de periode van 1 april tot 1 augustus. 8. Pakket A04d t/m h: in de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen en beweiding plaats. 9. Pakket A04d t/m h: indien de kuikenvelden in de vorm van een rand worden aangelegd, dienen deze randen ten minste 6 meter breed te zijn. 10. Pakket A04d t/m h: de rustperiode wordt automatisch met 1 week verlengd, tot (alle) kuikens weg zijn, te beoordelen door de veldcoördinator. 11. Alle pakketten: maximaal worden 6 nesten per hectare vergoed, dit wordt per perceel beoordeeld. 12. Dit pakket mag op grasland gecombineerd worden met de regionale pakketten Z.18.A06.02 Toeslag koeien in de polder a t/m h en/of Z.18.A04.02 Toeslag stroken maaien bij zomerstalvoeren. 13. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A04a Nestbescherming op grasland A04d Nestbescherming plus 2 weken rust A04e Nestbescherming plus 3 weken rust A04f Nestbescherming plus 4 weken rust A04g Nestbescherming plus 5 weken rust A04h Nestbescherming plus 6 weken rust PLUS Z.18.A04.01 | Z.23.A04.01 Vergoeding per nest op grasland

14 15 Code + pakketnaam Code + pakketnaam Z.18.A04.02 | Z.23.A04.02 Toeslag stroken maaien bij zomerstalvoeren Beschrijving Bij zomerstalvoeren krijgen de koeien op stal dagelijks, als onderdeel van hun rantsoen, een portie vers gemaaid gras. Dit gras wordt geoogst op percelen met legselbeheer. Door tijdens het oogsten het perceel over een langere tijd in stroken te maaien, hebben de weidevogels op deze percelen een variatie in kort en lang gras. Deze variatie in het grasland kan met name kuikens ten goede komen: in het kort gemaaide gras kunnen kuikens makkelijk bewegen, terwijl zij in het langere gras dekking vinden. Dit komt het mozaïek binnen een perceel ten goede. Dit pakket is als toeslagpakket bedoeld voor percelen met weidevogelpakket A04 Legselbeheer op grasland. N.B. Eenmalige stroken die langer dan 2 weken blijven staan, vallen onder de pakketten A04d tot en met A04h. Pakketvoorwaarden 1. Het maaien in stroken mag continu plaatsvinden gedurende de periode 15 april tot 1 juli. 2. Het perceel mag vanaf het begin van maaien, op zijn vroegst na een periode van 3 weken in zijn geheel gemaaid zijn. 3. Dit pakket mag cumuleren met het pakket A04 Legselbeheer op grasland. Pakketten Veluwe Z.18.A04.02 | Z.23.A04.02 Toeslag stroken maaien bij zomerstalvoeren A42 Legselbeheer op bouwland en uitgesteld zaaien Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Dit pakket helpt boeren bij de bescherming van nesten en kuikens op bouwland. Doordat bekend is waar nesten en kuikens aanwezig zijn, kunnen werkzaamheden daarop worden afgestemd. Contact met veldmedewerkers/vrijwilligers is erg belangrijk. Zij brengen de nesten en kuikens in kaart, daarbij moet zoveel mogelijk vanaf de rand van het perceel gemonitord worden. Nesten worden geregistreerd, in de Boerenlandvogelmonitor. Nesten worden beschermd tegen verstoring via verplaatsen, met nestbeschermers of door het zaaien van het gewas uit te stellen. Pakketvoorwaarden 1. De beheereenheid wordt tijdens het broedseizoen één of enkele malen afgezocht op aanwezige legsels. Gevonden legsels worden gemarkeerd, geregistreerd en ingevoerd in de Boerenlandvogelmonitor. 2. Tussen 1 februari en 15 maart, het liefst zo vroeg mogelijk en voordat de eerste broedparen zijn waargenomen, wordt bij de aanwezigheid van een vanggewas, dit vanggewas ondergewerkt. Hiervoor ontvangt de deelnemer een extra vergoeding via het pakket Z.18.A42.03 Toeslag vernietigen vanggewas. 3. Pakket A42a: gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen of beschermd door het plaatsen van nestbeschermers of door het nest tijdelijk te verplaatsen. 4. Pakket A42b en A42b.18.01/b.23.01: in de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats zoals (onder)zaaien, frezen, schoffelen, ploegen en eggen. 5. Pakket A42b: er wordt een rustperiode in acht genomen van ten minste 15 maart tot 15 mei. Als eerder dan 15 maart legsels worden aangetroffen dan geldt de rustperiode vanaf het moment dat er legsels zijn geconstateerd en gemeld bij het collectief. 6. Pakket A42b: legsels die vóór 15 april worden geregistreerd komen in aanmerking voor een nestvergoeding. 7. Pakket A42b.18.01/A42b.23.01: het zaaien van het gewas en alle bijbehorende werkzaamheden worden zo kort mogelijk op elkaar en zo vroeg mogelijk in het voorjaar, vóór 15 april uitgevoerd. 8. Alleen geregistreerde legsels buiten de rustperiode komen in aanmerking voor nestvergoeding. 9. Dit pakket is alleen mogelijk in combinatie met randenbeheer of als er geschikt grasland aanwezig is. 10. Maximaal worden 6 nesten per hectare vergoed, dit wordt per perceel beoordeeld. 11. Dit pakket mag gecombineerd worden met pakket Z.18.A42.03 Toeslag vernietigen vanggewas, A39b Bodemverbetering bouwland met vaste mest of bodemverbeteraars en A39c Bodemverbetering bouwland met gewasresten. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A42a Nestbescherming op bouwland A42b Rust van 15 maart tot 15 mei, zaaien na 15 mei A42b.18.01 | A42b.23.01 Rust van 15 april tot 15 mei, zaaien voor 15 april PLUS Z.18.A42.01 | Z.23.A42.01 Vergoeding per nest bij nestbescherming

16 17 Z.18.A42.03 | Z.23.A42.03 Toeslag vernietigen vanggewas Beschrijving Tegenwoordig broedt naar schatting meer dan 80% van de kieviten op bouwland, veelal maisland. Op de zandgronden is het op deze percelen verplicht om een vanggewas in te zaaien in het najaar. Vaak is dit winterrogge of Italiaans raaigras, gewassen die zorgen dat in de winter de nutriënten worden opgenomen en niet uitspoelen naar het grond- of oppervlaktewater. In het voorjaar is de laatste jaren te zien dat de vanggewassen hoog en dicht begroeid zijn. Dit maakt de percelen ongeschikt voor de kievit, die graag broedt op open en vrij kaal land. Om de percelen geschikt te maken voor de kievit, kan het vanggewas in het voorjaar worden vernietigd. Pakketvoorwaarden 1. Het pakket kan alleen worden afgesloten op percelen waarop een ANLb-overeenkomst voor weidevogelbeheer van toepassing is. 2. Het vanggewas wordt voor 15 maart zorgvuldig vernietigd met een frees, schijveneg of machine met vergelijkbaar effect. 3. Bewerking met een cultivator is als enige bewerking niet voldoende omdat het vanggewas dan snel weer opnieuw zal uitgroeien. 4. Indien het vernietigen van het vanggewas in één werkgang onvoldoende slaagt, dient een tweede bewerking uitgevoerd te worden. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost Z.18.A42.03 | Z.23.A42.03 Toeslag vernietigen vanggewas A41 Ontwikkeling kruidenrijk grasland Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Dit pakket is bedoeld om een perceel te ontwikkelen naar A05 Kruidenrijk grasland. In dit pakket zijn er vier varianten. a. Verschralen voedselrijk grasland b. Doorbreken witbol dominantie c. Verschralen voedselrijk grasland plus aansluitend kuikenveld d. Doorbreken witbol dominantie plus aansluitend kuikenveld Het beheer begint met pakketvariant A41a of b. Gevonden nesten en kuikens worden beschermd door die delen niet te maaien. Grotere delen van het perceel die niet gemaaid worden, (kuikenvelden met rust) kunnen worden omgezet in respectievelijk pakketvariant c en d. Monitoring van nesten en kuikens vindt plaats buiten de rustperiode en zoveel mogelijk zonder betreding van het veld, door vanaf de weg of met drones te monitoren. Minimaal 10% van het bloemrijkste gewas en/of locaties waar grondbroeders zitten, blijft per maaibeurt staan, waarbij roulatie van het niet gemaaide deel mogelijk is. Pakketvoorwaarden 1. Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, via een rustperiode van datum x tot datum y (zie pakketten). Gevonden nesten zijn geregistreerd in de Boerenlandvogelmonitor. Voor specifieke soorten kan nestbescherming worden geplaatst. Enclaves rondom nesten moeten minstens 50 m2 zijn. 2. Maaiwerkzaamheden worden volgens het protocol Maaien weidevogelgrasland gedaan. 3. Het gewas wordt jaarlijks minimaal drie keer gemaaid en afgevoerd. De eerste maaibeurt gebeurt zo vroeg mogelijk om een te zwaar gewas en een eventuele dominantie van witbol te voorkomen. De laatste maaibeurt gebeurt in september/oktober. 4. Minimaal 2 verschillende indicatorsoorten uit de lijst met indicatorsoorten zijn in een transect aanwezig in de periode van 1 april tot 1 oktober (groeiseizoen). 5. De beheereenheid wordt niet bemest en er wordt geen bagger opgebracht. 6. Beweiding met runderen is mogelijk vanaf 1 augustus. Het gewas moet kort de winter in. Het grasland mag niet worden gescheurd, gefreesd of ingezaaid. 7. Klepelen is niet toegestaan. 8. Vereisten bij het verlengen van de rustperiode voor kuikenvelden: omzetten pakket A41a naar pakket A41c of omzetten van pakket A41b naar A41d moet uiterlijk 7 werkdagen voor het oorspronkelijke eind van de rustperiode aan de veldcoördinator en door diegene aan RVO doorgegeven worden. 9. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht. 10. Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max 10% van de oppervlakte van de beheereenheid. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A41a Verschralen met rustperiode van 1 april tot 27 april A41b Doorbreken witbol dominantie met rustperiode van 1 april tot 22 mei A41b.18.01 Doorbreken witbol dominantie met rustperiode van 1 april tot 22 mei (oranje) A41c Verschralen met rustperiode 1 april tot 15 juni A41d Doorbreken witbol dominantie met rustperiode 1 april tot 15 juni

18 19 Code + pakketnaam Code + pakketnaam A06 Extensief beweid grasland Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Extensief beweid grasland is bedoeld voor weidevogels die vóórkomen op wat korter grasland en een bepaalde beweidingdruk kunnen hebben. Het dient als broedgebied en als foerageergebied voor oudere vogels en kuikens. De beweidingsdruk en rustperiode kunnen daarop worden afgestemd. Extensief beweid grasland is structuurrijk grasland, omdat er vanwege de lage veedichtheid verschillen in het beweidingpatroon ontstaan. Landbouwkundige werkzaamheden en chemische onkruidbestrijding zijn niet toegestaan in de rustperiode. Extensief beweid grasland is kruidenrijk. Kruiden en mestvlaaien trekken insecten aan, die als voedsel dienen voor de weidevogels en hun kuikens. Ze zijn daarmee van belang voor het broedsucces van de weidevogels. Pakketvoorwaarden 1. Beweiding is verplicht van datum x tot datum y (zie pakketten) met een veebezetting van minimaal 1 en maximaal 3 GVE/ha. 2. Beweiding voorafgaand aan de afgesproken periode mag met een veebezetting van maximaal 3 GVE/ha, na afloop van de afgesproken periode geldt geen beperking meer in GVE/ha. 3. Maaien voorafgaand aan de beweidingsperiode is niet toegestaan. 4. Dit pakket mag gecombineerd worden met pakket A07 Ruige stalmest. 5. Tijdens de rustperiode zijn landbouwkundige werkzaamheden en chemische onkruidbestrijding niet toegestaan. 6. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A06c Beweiding van 1 mei tot 15 juni, min. 1 en max. 3 GVE/ha Z.18.A06.01a | Z.23.A06.01a Toeslag 1 week verlenging Z.18.A06.01b | Z.23.A06.01b Toeslag 2 weken verlenging Z.18.A06.01c | Z.23.A06.01c Toeslag 3 weken verlenging Toelichting GVE (Grootvee-eenheid): Stieren, koeien en andere runderen ouder dan 2 jaar 1,00 GVE Paardachtigen ouder dan 6 maanden 1,00 GVE Runderen vanaf 6 maanden maar niet ouder dan 2 jaar 0,60 GVE Runderen jonger dan 6 maanden 0,40 GVE Schapen, lammeren en geiten 0,15 GVE A05 Kruidenrijk grasland Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Kruidenrijke percelen en randen hebben een aantrekkende werking op weidevogelkuikens en kunnen dan ook een belangrijk toevluchtsoord vormen als omliggend grasland wordt gemaaid. Dit grasland moet voor weidevogelkuikens tot aan de maaidatum doordringbaar zijn. Opgroeiende weidevogelkuikens vinden hier hun voedsel (insecten) en schuilgelegenheid. De bloeiende kruiden trekken insecten aan. Monitoring van nesten en kuikens vindt plaats buiten de rustperiode en zoveel mogelijk zonder betreding van het veld, door vanaf de weg of met drones te monitoren. Pakketvoorwaarden 1. Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie pakketten). 2. In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats. 3. Pakket A05b en c: wordt alleen afgesloten als last minute beheer. 4. Minimaal 4 verschillende indicatorsoorten zijn in transect aanwezig in de periode van 1 april tot 1 oktober. 5. Beweiding is niet toegestaan van 15 maart tot het einde van de afgesproken rustperiode. 6. Maaiwerkzaamheden worden volgens het protocol Maaien weidevogelgrasland gedaan. 7. Uitsluitend bemesting met vaste mest is toegestaan buiten de rustperiode met 5 tot maximaal 10 ton per hectare per jaar en bij voorkeur na de rustperiode. 8. Toepassing van kunstmest en drijfmest is niet toegestaan, bekalking is alleen toegestaan in overleg en met instemming van de veldcoördinator. 9. Het gewas wordt jaarlijks voor 1 augustus afgevoerd door middel van maaien en afvoeren. Tweede/ derde keer maaien en afvoeren is toegestaan. 10. Het grasland mag niet worden gescheurd of gefreesd. Doorzaaien mag alleen met toestemming van de veldcoördinator. 11. Dit pakket mag gecombineerd worden met pakket A07 Ruige stalmest. 12. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht. 13. Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de beheereenheid en met toestemming van de veldcoördinator. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A01b.18.01 | A01b.23.01 Rustperiode van 1 april tot 8 juni A05a Rustperiode van 1 april tot 15 juni A05b Rustperiode van 1 april tot 22 juni A05c Rustperiode van 1 april tot 1 juli Z.18.A05.01a Rustperiode 1 week verlengen Z.18.A05.01b Rustperiode 2 weken verlengen Z.18.A05.01c Rustperiode 3 weken verlengen Z.18.A05.01d Rustperiode 4 weken verlengen Z.18.A05.01e Rustperiode 5 weken verlengen

20 21 Z.18.A06.02 Koeien in de polder Dit pakket kan alleen worden afgesloten in het werkgebied van BoerenNatuur Veluwe. Beschrijving Beweiding geeft, vergeleken met alleen maaien, meer structuur aan de vegetatie met als gevolg een beter bodemleven. De mestvlaaien zorgen voor extra insecten en daarmee voedsel voor de weidevogelpullen. In het najaar zorgt de enigszins kapot gelopen zode ervoor dat er in het voorjaar een variatie in grasgroei en een soortenrijkere grasmat ontstaat. Dit regionale pakket voor het leefgebied open grasland heeft als doel de weidegang door rundvee in weidevogelgebieden te stimuleren, door na een maaibeurt de extra kosten voor beweiding te vergoeden. Dit pakket kan dan ook gestapeld worden met andere weidevogelpakketten, zie voorwaarde 5. Dit pakket wordt in het voorjaar afgesloten, bij voorkeur in de nabijheid van plasdras en/of kruidenrijk weidevogelgrasland. Pakketvoorwaarden 1. Er wordt beweid met uitsluitend rundvee gedurende een aaneengesloten aantal weken, tijdens de periode (zie pakketten). 2. Beweiding is verplicht met minimaal 1,5 GVE en toegestaan met maximaal 4 GVE per ha. 3. Bijvoeren met ruwvoer is niet toegestaan. 4. Gevonden nesten worden beschermd door een draad, eventueel met stroom. 5. De pakketten Z.18.A06.02a t/m d mogen cumuleren met A04 Legselbeheer op grasland. De pakketten Z.18.A06.02e t/m h mogen ook cumuleren met de andere weidevogelpakketten (A01, A03, A05 en A06). 6. De maximale vergoeding voor dit pakket is € 2.500 per jaar per bedrijf. Melding De begindatum van de beweiding wordt vooraf gemeld aan de veldcoördinator en de einddatum van beweiding wordt binnen 7 dagen na afloop gemeld aan de veldcoördinator van het collectief. Pakketten Veluwe Z.18.A06.02a Beweiding 4 weken van 1 april tot 30 juni Z.18.A06.02b Beweiding 6 weken van 1 april tot 30 juni Z.18.A06.02c Beweiding 8 weken van 1 april tot 30 juni Z.18.A06.02d Beweiding 10 weken van 1 april tot 30 juni Z.18.A06.02e Beweiding 4 weken van 1 juli tot 31 oktober Z.18.A06.02f Beweiding 6 weken van 1 juli tot 31 oktober Z.18.A06.02g Beweiding 8 weken van 1 juli tot 31 oktober Z.18.A06.02h Beweiding 10 weken van 1 juli tot 31 oktober Toelichting GVE (Grootvee-eenheid): Stieren, koeien en andere runderen ouder dan 2 jaar 1,00 GVE Runderen vanaf 6 maanden maar niet ouder dan 2 jaar 0,60 GVE Runderen jonger dan 6 maanden 0,40 GVE A07 Ruige mest Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Het uitrijden van ruige mest is gunstig in een totaalaanpak voor weidevogelbeheer. Het bevordert een rustigere grasgroei, waardoor het gewas minder vol wordt en geschikter voor kuikens. Ook zorgt ruige mest voor meer structuur in het gewas en biedt het meer ruimte voor kruiden. De organische mest zorgt bovendien voor een rijk bodemleven waarop oudervogels kunnen foerageren. Tenslotte wordt het stro in de ruige mest door sommige vogels, kieviten met name, ook gebruikt als nestmateriaal. Pakketvoorwaarden 1. Bemesting met vaste mest is verplicht. 2. Vaste mest betreft dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn (Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Bijlage I Tabel I: rund (10,13), paard (25), schaap (56)), dan wel bodemverbeteraars gericht op bodembiologie (Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Bijlage Ia). 3. Op de beheereenheid wordt in een kalenderjaar minimaal 5 en maximaal 10 ton ruige stalmest per hectare uitgereden. 4. De ruige stalmest wordt bij voorkeur na afloop van de rustperiode in één gift opgebracht. Melding Van het uitrijden van de ruige stalmest wordt binnen 7 dagen na uitrijden melding gedaan bij het collectief. Dit pakket kan alleen in combinatie met de volgende beheerpakketten worden afgesloten. A01 Grasland met rustperiode A04 Legselbeheer op grasland A05 Kruidenrijk grasland A06 Extensief beweid grasland Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A07a Ruige mest 5 tot 10 ton per ha

22 23 Code + pakketnaam Code + pakketnaam Z.18.A07.01 Toeslag stroken strooien met ruige mest Dit pakket kan alleen worden afgesloten in het werkgebied van BoerenNatuur Veluwe. Beschrijving Het uitrijden van ruige mest is gunstig voor weidevogels. Het zorgt voor meer structuur in het gewas en het langzaam vrijkomen van voedingstoffen, waardoor grasgroei wordt gematigd en waardoor kruiden de lichtconcurrentie met gras beter aan kunnen gaan en zo rozetten kunnen vormen in de zode. De organische stof zorgt bovendien voor een rijk bodemleven waarop oudervogels kunnen foerageren. Tenslotte wordt het stro in ruige mest door sommige vogels, kieviten met name, ook gebruikt als nestmateriaal waardoor er nesten in of in de buurt van de strook verwacht kunnen worden. Pakketvoorwaarden 1. Bemesting met 8 tot 10 ton vaste mest per hectare is verplicht. 2. Vaste mest betreft dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn (Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Bijlage I Tabel I: rund (10,13), paard (25), schaap (56)), dan wel bodemverbeteraars gericht op bodembiologie (Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Bijlage Ia). 3. De bemeste strook heeft een minimale breedte van 3 meter. 4. De strook ligt meer dan 10 meter vanaf de rand van het perceel. 5. De bemesting vindt plaats tussen 15 januari en 15 maart. 6. Maximaal één strook per perceel (percelen breder dan 100 meter, maximaal één per 100 meter). Melding Van het uitrijden van de ruige mest wordt binnen 7 dagen na uitrijden melding gedaan bij het collectief. Dit pakket kan cumuleren met alle weidevogelpakketten met uitzondering van de pakketten A07 Ruige mest, A39 Bodemverbetering op grasland en bouwland en A41 Ontwikkeling kruidenrijk grasland. Pakketten Veluwe Z18.A07.01 Toeslag stroken strooien met ruige mest A08 Hoog waterpeil Dit pakket kan alleen worden afgesloten waar vrijwillige weidevogelbeschermers actief zijn en waar aantoonbaar weidevogels broeden. Beschrijving Voor de instandhouding van vitale weidevogelpopulaties is het noodzakelijk dat naast het optimaliseren van het beheer ook de inrichting wordt geoptimaliseerd ten aanzien van waterpeil. Hierdoor is het bodemleven beter beschikbaar, wordt de grasgroei vertraagd en ontstaat er meer variatie in structuur van de grasmat. Pakketvoorwaarden 1. Door een tijdelijke, plaatselijke voorziening is het oppervlaktewaterpeil van datum x tot datum y minimaal a centimeter (zie pakketten) hoger dan eerstvolgende watergang aangrenzende aan beheereenheid. 2. Het oppervlaktewaterpeil naast de beheereenheid bereikt ná de verhoging een peil t.o.v. het (gemiddelde) maaiveld van 25 centimeter of minder op veengrond en 40 centimeter of minder op kleigrond. 3. Het pakket kan niet worden afgesloten in gebieden die volgens het peilbesluit van het waterschap een drooglegging hebben van 70 cm of meer (zomerpeil). 4. Er is een schriftelijke toestemming nodig van het waterschap; het collectief kan hier een rol in vervullen. 5. Het verschil tussen het opgezette peil en het omringende peil is bij de peilscheidingen of stuwtjes te meten. 6. Voor de bepaling van de door de peilverhoging beïnvloede oppervlakte (= de oppervlakte waarop de beheervergoeding betrekking heeft) wordt de volgende methode geadviseerd: vanuit de watergang waarin het peil is opgezet wordt aan weerszijden op de oever vanaf de waterlijn 25 meter het land in een effect verwacht. De lengte van de watergang x 25 meter op de ene oever, plus lengte watergang x 25 meter op de andere oever = de beïnvloede oppervlakte. Uiteraard moet hierbij wel gecorrigeerd worden voor overlap in hoeken van percelen. Dit pakket kan gecombineerd worden met de volgende beheerpakketten. A01 Grasland met rustperiode A04 Legselbeheer op grasland A05 Kruidenrijk grasland A06 Extensief beweid grasland A13 Botanisch(e) weiland/hooiland(rand) A41 Ontwikkeling kruidenrijk grasland L10 Natuurvriendelijke oever Pakketten Veluwe | Utrecht Oost Het (oppervlakte)waterpeil naast de beheereenheid wordt: A08d minimaal 20 cm verhoogd t.o.v. het omringend waterpeil van 15 maart tot 15 juni A08e minimaal 30 cm verhoogd t.o.v. het omringend waterpeil van 15 maart tot 15 juni A08f minimaal 40 cm verhoogd t.o.v. het omringend waterpeil van 15 maart tot 15 juni Foto Jan Stronks

24 25 Code + pakketnaam Code + pakketnaam A51 Predatierasters Beschrijving Predatierasters om grondpredatoren te weren, moeten onderhouden worden: door gras onder het raster weg te maaien en het raster te controleren. Rasters staan veelal om een aantal beheereenheden met weidevogelmaatregelen geplaatst. Maar ook rasters om individuele nesten van bijvoorbeeld wulp zijn effectieve maatregelen in specifieke gebieden. De vergoeding voor het pakket betreft het plaatsen, onderhouden en weer verwijderen van het raster. Het raster en het onderhoud mogen de rust op percelen met rust niet verstoren. Type raster, de plaatsing en het onderhoud moeten passen bij het mozaïek en de doelsoorten. Pakketvoorwaarden 1. Er zijn afweermaatregelen tegen predatoren (lijst a) zoals vos en (verwilderde) kat van 15 maart tot 22 juni. 2. Predatierasters moeten gedurende het weidevogelseizoen worden onderhouden. Het onderhoud is gebieds- en soortspecifiek en gebeurt soms per nest, soms mozaïek. Voor alle rasters geldt dat na plaatsing het raster wekelijks (bij voorkeur meerdere keren per week) gecontroleerd moet worden: de spanning moet worden gemeten, eventuele spanningslekken gerepareerd en het raster moet vrijgemaakt worden van vegetatie. Hierbij hebben elektrische motorzeisen de voorkeur, omdat deze minder lawaai geven dan motorzeisen. 3. Plaats een raster van minimaal 3 draden: de onderste draad op 10-15 cm en de bovenste 80-90 cm boven het maaiveld. Zorg voor minimaal 4000 Volt spanning. 4. Het pakket mag overlappen met ander ANLb-beheer, zowel op agrarische grond (grasland of bouwland) als met landschapselementen (sloten, natuurvriendelijke oever), waarbij aandacht moet zijn voor de praktische uitvoerbaarheid van het gesloten houden van het stroomcircuit en het voorkomen van stroomlekken. 5. Overlap met ANLb is niet verplicht; het collectief bepaalt de geschikte plek voor rasters. Let wel op de referentielaag en bedrijfspercelen die onder het beheer liggen. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A51a Rasters tegen grondpredatoren Z.18.A00.02 Toeslag weidevogelmozaïek Dit pakket kan alleen worden afgesloten in het werkgebied van BoerenNatuur Veluwe. Beschrijving Een grote variatie in beheervormen is belangrijk in een leefgebied voor weidevogels. Het collectief stimuleert dit door de agrariërs die binnen hun bedrijf een grote variatie hebben in de toegepaste pakketten, een extra beloning te bieden. Zwaarder en meer weidevogelbeheer geeft punten; bij een bepaald aantal punten hoort een extra beloning. Puntensysteem Voor het volgende beheer worden punten gegeven. Pakketten met een rustperiode bij meer dan 25% van het totaal aantal hectares aan deelname 1 punt (Toeslag) pakketten weidegang voor 30 juni en langer dan 4 weken of voor het pakket extensieve beweiding 1 punt Toeslag pakket stroken maaien bij zomer stalvoeren 1 punt Pakketten plasdras (per plasdras 1 punt) 1 punt Hoog waterpeil 1 punt Pakketten kruidenrijk grasland, bij minstens 1 perceel 1 punt Combinatie pakketten met kuikenstroken of randenbeheer 1 punt Deelname aan last minute beheer 1 punt Bodemverbetering of ruige mest toeslag (A,B of C variant) 1 punt

Botanisch graslandbeheer

28 29 Code + pakketnaam A13b Botanisch hooiland - ontwikkelbeheer Beschrijving Dit pakket wordt toegepast op percelen in het kleinschalige cultuurlandschap en in stroomdalgraslanden met botanische potentie. Het perceel bevindt zich in een ontwikkelfase. In veel gevallen dient het dominantstadium van bijvoorbeeld witbol of grote vossenstaart doorbroken te worden. Door het dominante gras op het moment vlak voor de bloei af te maaien (half mei) wordt de verschraling versneld en deze fase doorbroken. Het pakket wordt ook toegepast in rivierkommen die gekenmerkt wordt door een wat ruigere begroeiing waar vaker gemaaid mag worden. Uiteindelijk heeft een goed ontwikkeld botanisch grasland een wat pollige structuur en verspreid voorkomende kruiden. Er komt weinig productie vanaf en het wordt vaak gebruikt voor droge koeien of pinken. Een of meer aansluitende botanische hooilanden zijn bij voorkeur maximaal 3 ha groot. Wanneer het een groter aaneengesloten open gebied betreft, dan wordt in samenspraak met de veldcoördinator het gebied aangekleed met heggen, struweel of bomen. Werkwijze Het eerste jaar dat een perceel volgens dit pakket wordt beheerd, wordt het beoordeeld door de ecoloog. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de landschappelijke ligging en de mate van verschraling. Op basis van de ecologische beoordeling kan het beheer voortgezet, gewijzigd of gestopt worden. De ecologische beoordeling vindt plaats volgens de veldgids ‘Ontwikkelen kruidenrijk grasland’ en de daarin opgenomen tabel ‘Graslandtypen en karakteristieke plantensoorten’ (Schippers et al., 2012). Dit botanische ontwikkelbeheer wordt voor maximaal 6 jaar afgesloten. Wanneer binnen 6 jaar de kruidenrijkdom niet voldoende is toegenomen voor het volledige botanische pakket, is maatwerk vereist of wordt het beheer gestopt. Pakketvoorwaarden 1. Het gewas wordt jaarlijks zoveel mogelijk, maar minimaal 2 keer gemaaid en afgevoerd. a. De eerste maaisnede vindt plaats wanneer het gras in de aar schiet, rond de eerste week van mei. b. De tweede maaisnede vindt na 15 juni plaats. 2. Beweiding is van 1 maart tot 1 augustus niet toegestaan. Van 1 augustus tot 1 maart is beweiding toegestaan naar draagkracht, met een maximale veebezetting van 2 GVE. Eventuele gerichte drukbegrazing is mogelijk in overleg met de veldcoördinator. 3. Indien aanwezig, moet het vee over de gehele oppervlakte van de beheereenheid worden verspreid. Periodiek overzetten van vee binnen de beheereenheid met behulp van (tijdelijke) rasters is alleen toegestaan voor botanische doeleinden, in overleg met de veldcoördinator 4. Bijvoeren is niet toegestaan. 5. Minimaal 4 verschillende indicatorsoorten zijn in transect aanwezig in de periode 1 april tot 1 oktober (groeiseizoen). 6. Het perceel heeft voldoende ecologische waarde of potentie. De frequentie van de ecologische beoordeling wordt door de ecoloog bepaald. 7. De beheereenheid wordt niet bemest, bekalkt en er wordt geen bagger opgebracht. 8. (Sloot)maaisel moet binnen een maand zijn afgevoerd. 9. Het grasland mag niet worden gescheurd, gefreesd of heringezaaid. 10. Klepelen is niet toegestaan. 11. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht 12. Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de beheereenheid en met toestemming van de veldcoördinator. Pakketten Veluwe | Utrecht Oost A13b.18.01 | A13b.23.01 Botanisch hooiland - ontwikkelbeheer Toelichting GVE (Grootvee-eenheid): Stieren, koeien en andere runderen ouder dan 2 jaar 1,00 GVE Paardachtigen ouder dan 6 maanden 1,00 GVE Runderen vanaf 6 maanden maar niet ouder dan 2 jaar 0,60 GVE Runderen jonger dan 6 maanden 0,40 GVE Schapen, lammeren en geiten 0,15 GVE

30 31 A13a Botanisch weiland Dit pakket kan alleen worden afgesloten in het werkgebied van BoerenNatuur Veluwe. Beschrijving Goed ontwikkelde botanische graslanden hebben vaak een wat pollige structuur en verspreid voorkomende kruiden. Er komt weinig productie vanaf en het wordt vaak gebruikt voor droge koeien of pinken. Botanische weilanden kennen een lage begrazingsdruk. De hoeven trekken de bodem een beetje open en lokaal komt er mest te liggen waardoor op kleine schaal variatie ontstaat. Werkwijze Het eerste jaar dat een perceel volgens dit pakket wordt beheerd, wordt het beoordeeld door de ecoloog. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de landschappelijke ligging en de mate van verschraling. Het rapport wordt met de deelnemer gedeeld. Op basis van dit rapport kan het beheer voortgezet, gewijzigd of gestopt worden. De ecologische beoordeling vindt plaats volgens de veldgids ‘Ontwikkelen kruidenrijk grasland’ en de daarin opgenomen tabel ‘Graslandtypen en karakteristieke plantensoorten’ (Schippers et al., 2012). Pakketvoorwaarden 1. Van 1 maart tot 1 oktober is beweiding toegestaan naar draagkracht, met een maximale veebezetting 2 GVE/ha*. 2. Van 1 oktober tot 1 maart is beweiding toegestaan naar draagkracht, met een maximale veebezetting 2 GVE/ha*. Eventuele gerichte drukbezgrazing voor een korte periode is mogelijk in overleg met de veldcoördinator. 3. Het vee moet toegang hebben tot de gehele oppervlakte van de beheereenheid. Periodiek overzetten van vee binnen de beheereenheid met behulp van (tijdelijke) rasters is alleen toegestaan voor botanische doeleinden, in overleg met de veldcoördinator. 4. Bijvoeren is niet toegestaan. 5. Minimaal 4 verschillende indicatorsoorten zijn in transect aanwezig in de periode 1 april tot 1 oktober (groeiseizoen). 6. Het gewas wordt jaarlijks minimaal 1 keer gemaaid en afgevoerd. a. Maaien is niet toegestaan voor 15 juni. Een eerdere maaibeurt is bij uitzondering toegestaan, in overleg met de veldcoördinator. b. Het gewas dient voor 15 september gemaaid en afgevoerd te zijn. 7. De beheereenheid wordt niet bemest, bekalkt en er wordt geen bagger opgebracht. Instandhoudingsbemesting wordt in overleg met de veldcoördinator bepaald. 8. Het perceel heeft voldoende ecologische waarde. De frequentie van de ecologische beoordeling wordt door de ecoloog bepaald. 9. (Sloot)maaisel moet binnen een maand zijn afgevoerd. 10. Het grasland mag niet worden gescheurd, gefreesd of heringezaaid. 11. Klepelen is niet toegestaan. 12. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht. 13. Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de beheereenheid en met tostemming van de veldcoördinator. Pakketten Veluwe A13a Botanisch weiland Toelichting GVE (Grootvee-eenheid): Stieren, koeien en andere runderen ouder dan 2 jaar 1,00 GVE Paardachtigen ouder dan 6 maanden 1,00 GVE Runderen vanaf 6 maanden maar niet ouder dan 2 jaar 0,60 GVE Runderen jonger dan 6 maanden 0,40 GVE Schapen, lammeren en geiten 0,15 GVE

32 33 A13a Botanisch weiland - glanshavergrasland Dit pakket kan alleen worden afgesloten in het werkgebied van BoerenNatuur Veluwe. Beschrijving Glanshavergraslanden zijn kenmerkend binnen de stroomdalen van de grote rivieren. Dit type grasland van kalkrijkere bodems wordt gedomineerd door het hoge gras glanshaver. Botanische glanshavergraslanden van een goede botanische kwaliteit hebben een goed ontwikkelde fijnstructuur van hoge grassen in afwisseling met voor dit grasland specifieke kruiden. Deze graslanden zijn redelijk productief en van oudsher in gebruik als hooilanden. Het gaat vaak om percelen groter dan 3 ha binnen de zones die kunnen overstromen bij hogere waterstanden. Werkwijze Het eerste jaar dat een perceel volgens dit pakket wordt beheerd, wordt het beoordeeld door de ecoloog. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de landschappelijke ligging en de mate van verschraling. De ecologische beoordeling vindt plaats volgens de veldgids ‘Ontwikkelen kruidenrijk grasland’ en de daarin opgenomen tabel ‘Graslandtypen en karakteristieke plantensoorten’ (Schippers et al., 2012). Op basis van deze ecologische beoordeling kan het beheer voortgezet, gewijzigd of gestopt worden. Pakketvoorwaarden 1. Het gewas wordt jaarlijks 1 tot 2 keer gemaaid en afgevoerd in de periode tussen 15 mei en 15 september. Een vroege maaibeurt voor de zaadzetting (half mei) van glanshaver is gewenst. 2. Van 1 maart tot 1 oktober is beweiding toegestaan naar draagkracht, met een maximale veebezetting 2 GVE/ha. 3. Van 1 oktober tot 1 maart is beweiding toegestaan naar draagkracht, met een maximale veebezetting 2 GVE/ha. Eventuele gerichte drukbegrazing voor een korte periode is mogelijk in overleg met de veldcoördinator. 4. Het vee moet toegang hebben tot de gehele oppervlakte van de beheereenheid. Periodiek overzetten van vee binnen de beheereenheid met behulp van (tijdelijke) rasters is alleen toegestaan voor botanische doeleinden, in overleg met de veldcoördinator. 5. Bijvoeren is niet toegestaan. 6. Minimaal 4 verschillende indicatorsoorten zijn in transect aanwezig in de periode 1 april tot 1 oktober (groeiseizoen). 7. De beheereenheid wordt niet bemest of bekalkt en er wordt geen bagger opgebracht. Instandhoudingsbemesting wordt in overleg met de veldcoördinator bepaald. 8. (Sloot)maaisel moet binnen een maand zijn afgevoerd. 9. Het perceel heeft voldoende ecologische waarde. De frequentie van de ecologische beoordeling wordt door de ecoloog bepaald. 10. Het grasland mag niet worden gescheurd, gefreesd of heringezaaid. 11. Klepelen is niet toegestaan. 12. Bestrijding van haarden akkerdistel, ridderzuring, jakobskruiskruid en invasieve exoten is verplicht. 13. Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de beheereenheid en met toestemming van de veldcoördinator. Pakketten Veluwe A13a.18.01 Botanisch weiland - glanshavergrasland Toelichting GVE (Grootvee-eenheid): Stieren, koeien en andere runderen ouder dan 2 jaar 1,00 GVE Paardachtigen ouder dan 6 maanden 1,00 GVE Runderen vanaf 6 maanden maar niet ouder dan 2 jaar 0,60 GVE Runderen jonger dan 6 maanden 0,40 GVE Schapen, lammeren en geiten 0,15 GVE

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=