Bescherming in beweging Utrecht-West

89 88 4.3 Het afhandelen van de meldingen 4.3.1 Bestaande praktijk tot 2023 De vaste wijze van handelen door Veilig Thuis bij de start van de proeftuinen was gebaseerd op het landelijke Handelingsprotocol Veilig Thuis (2019). In het Handelingsprotocol wordt gedetailleerd beschreven hoe de stappen vanaf het aannemen van een melding moeten worden genomen. Het Handelingsprotocol begint met algemene bepalingen en gaat dan in op het eerste contact met Veilig Thuis, de keuze tussen ‘advies’ en ‘melding’ en de wijze van adviseren. Er is aldus een eerste fase vóórdat een contact of bericht wordt gekwalificeerd als melding. De eerste fase vanaf de melding wordt in het Handelingsprotocol de Veiligheidsbeoordeling genoemd. In een eerdere versie van het Handelingsprotocol werd dit triage genoemd. Volgens het Uitvoeringsbesluit WMO 2105 artikel 4.1.7 lid 1 moet Veilig Thuis binnen uiterlijk 5 dagen na de melding een besluit nemen of Veilig Thuis onderzoek moet doen. Het Handelingsprotocol vertaalt dit als: Veilig Thuis moet binnen 5 dagen de triage uitvoeren en een besluit nemen over de verdere afhandeling. Na de veiligheidsbeoordeling kan Veilig Thuis volgens het Handelingsprotocol: zelf onderzoek doen de Raad voor de Kinderbescherming verzoeken een onderzoek te doen voorwaarden & Vervolg inzetten de melding overdragen aan het lokale team, lopende hulpverlening, een multidisciplinair team of direct betrokkenen besluiten tot einde bemoeienis Overdragen aan het lokale team In de praktijk worden de meeste meldingen na de veiligheidsbeoordeling door Veilig Thuis overgedragen, waarbij veel aan het lokale team. Onderzoek door Veilig Thuis zelf vindt in ten hoogste 20% van alle meldingen plaats; een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming dient Veilig Thuis in een nog kleiner percentage van alle meldingen in. Bij de start van Bescherming in beweging volgde Veilig Thuis Utrecht de tekst en de stappen van het Handelingsprotocol bij een verwijzing naar het lokale team. Het Handelingsprotocol spreekt niet over ‘verwijzing’, maar over ‘overdracht’. Het woord ‘overdragen’ komt in het protocol vaak voor en er is een apart hoofdstuk (hoofdstuk 11) over ‘overdracht’. Daarin staat: “Veilig Thuis kan bij de uitvoering van meerdere diensten het besluit nemen tot overdracht.” (pag. 45). Op dezelfde pagina staat wat het doel is van de overdracht: “11.1 Doel De verantwoordelijkheid voor het bewerkstelligen van directe en stabiele veiligheid is overgedragen aan een andere partij.” Het Handelingsprotocol beschrijft de praktische gang van zaken als volgt: “Veilig Thuis maakt bij directe overdracht na de veiligheidsbeoordeling afspraken met de overdrachtspartij(en) over: het maken van een veiligheids-, hulpverlenings- en herstelplan de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en het toezicht op genoemde plannen Wanneer er sprake is van directe overdracht dan wordt de overdracht schriftelijk of digitaal gedaan, tenzij Veilig Thuis van mening is dat het noodzakelijk/wenselijk is dat een overdrachtsgesprek plaatsvindt in aanwezigheid van de directbetrokkenen (‘warme overdracht’).” (Pag. 46).

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=