85 84 De relatie tussen de hulpverlener en de gezinsleden komt (ook) uit dit onderzoek als essentieel naar voren. Het stoppen van het geweld is een zaak van lange adem en voor een succesvolle aanpak moet iedereen mede verantwoordelijkheid nemen. Zoveel overeenstemming er is over de knelpunten, zoveel verschillen zijn er in opvattingen over de oorzaken van de knelpunten en over de veranderingen die nodig zijn. In Bescherming in beweging wordt de brede toepassing van het veiligheidsparadigma met één organisatie als centraal meldpunt gezien als een oorzaak van de knelpunten. De oplossing wordt gezocht in het versterken van het lokale team, het minder vaak toepassen van het veiligheidsparadigma en meer aansluiten bij de oplossingen die de gezinnen en de mensen rond het kind zelf bedenken. Ook het versterken van het lokale team, tijd nemen voor de gesprekken met de gezinsleden en het aansluiten bij de oplossingen van het gezin en het sociale netwerk passen in doelen van het rijksbeleid. Het past echter niet zonder meer bij de positionering van Veilig Thuis als centrale organisatie voor alle (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling in de brede definities van de wet. Het past zeker niet bij de passages in het Handelingsprotocol Veilig Thuis en in diverse beleidsteksten die voorschrijven dat alle vermoedens van alle gevallen van onveiligheid moeten worden gemeld. We noemen hier expliciet dat er discussie nodig is over de onderliggende visies en aannames in paradigma’s zoals enerzijds ‘het veiligheidsparadigma’ en het denken in termen van een ‘centrale radar’ en anderzijds het denken in termen van ‘normaliseren’, oplossingen ‘dichtbij’ en een informele aanpak. Discussie hierover is nodig, omdat beide paradigma’s staan voor belangrijke maatschappelijke waarden én omdat ze zeer grote invloed hebben op de jeugdhulp en de beschermingsketens en daarmee op de maatschappelijke interventies waar de gezinnen mee te maken krijgen. In de visie van Bescherming in beweging is een proeftuin bij uitstek geschikt als plaats en tijd om de vaste overtuigingen, de ‘automatische’ routes en de voorschriften in protocollen, methoden en richtlijnen ter discussie te stellen en om in de praktijk te toetsen welk effect een verandering hierin heeft. 4.2.3 Veranderingen en resultaten in 2022 en 2023 In 2022 en 2023 is in de 5 lokale teams in Utrecht-West ingezet op reflectie op het ‘automatisch’ labelen van onder meer scheidingsconflicten tussen de ouders als: ‘veiligheidszaak’ -> melden bij Veilig Thuis -> inzetten SAVE begeleiding. Vanuit Bescherming in beweging is bij alle vijf gemeenten gepleit voor het versterken van de lokale teams en het zelf begeleiden van gezinnen door het lokale team. Tevens zijn Methodische Leerbijeenkomsten georganiseerd waar op actuele voorbeelden werd gereflecteerd en zijn er bijeenkomsten gehouden waar de verschillende manieren waarop scheidingsconflicten worden geframed uiteen gezet werden26. Deze veranderingen in het lokale team zijn eerst doorgevoerd in de gemeenten Montfoort en Oudewater en daarna is invoering begonnen in Woerden, Stichtse Vecht en De Ronde Venen. Het volledig doorvoeren kost veel tijd. In iedere gemeente zijn eigen opvattingen ontstaan en eigen keuzes gemaakt. Als bijvoorbeeld in 2019 door de gemeente besloten is dat het lokale team uitsluitend ‘loket’ en ‘toegang’ is, omdat de gemeente vond dat het team in de jaren daarvoor te veel was gegroeid, dan is het niet mogelijk om in 2020 weer een draai te maken. Eerst moet dan gesproken worden over alle beelden, kansen en risico’s, dan moet worden nagedacht over de vormgeving, dan komt ambtelijke en politieke 26 Voor een uitwerking, zie verderop het hoofdstuk over complexe scheidingen.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=