Bescherming in beweging Utrecht-West

82 83 400 meldingen in het eerste jaar23 naar 65.280 landelijk in 2023. Naast deze meldingen waren er ook 75.950 adviesvragen over een vermoeden van kindermishandeling. Bij een melding gaat de verantwoordelijkheid voor de behandeling over van de melder naar Veilig Thuis. Bij een adviesvraag blijft de verantwoordelijkheid voor vervolgstappen bij de adviesvrager. Veilig Thuis ontving naast deze meldingen van kindermishandeling ook ongeveer evenveel meldingen van huiselijk geweld. Van alle meldingen was in 2023 ongeveer twee derde (65,5%) afkomstig van de politie24. 4.2.2 Veranderwensen Bij de start van Bescherming in beweging in 2020 was er een tamelijk brede overeenstemming over een aantal knelpunten die ook in het Toekomstscenario worden genoemd als reden voor het in gang zetten van een verandering. De meeste lokale teams boden zelf geen begeleiding aan gezinnen zodra er een melding bij Veilig Thuis was gedaan. Veel gezinnen werden door Veilig Thuis verwezen naar SAVE-begeleiding, een vorm van begeleiding door de gecertificeerde instelling zonder juridische maatregel. Bij Veilig Thuis was een hoge werkdruk en verreweg de meeste meldingen werden na de veiligheidsbeoordeling afgedaan door ofwel overdracht naar SAVE, ofwel overdracht naar het lokale team. De lokale teams ervaarden in veel gevallen een grote druk vanuit ‘de verantwoordelijkheid voor de veiligheid’. Tussen het lokale team, Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling vonden veel discussies plaats over vragen zoals ‘wie heeft de regie’, ‘wie is verantwoordelijk voor de veiligheid’ en ‘wie heeft zicht op veiligheid’. 23 Jaarverslag Bureau vertrouwensarts inzake kindermishandeling 1972. 24 CBS. https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/84850NED?q=meldingen%20kindermishandeling. Voor de gemelde gezinnen is een melding bij Veilig Thuis een ingrijpende gebeurtenis op zichzelf. Het label ‘huiselijk geweld’ of ‘kindermishandeling’ is een forse interventie. Dat kán leiden tot verbetering, omdat de gezinsleden schrikken, de ernst van de situatie zelf onderschrijven en gaan werken aan verandering. Maar het kan ook leiden tot een defensieve reactie, waardoor verandering in het gezin en hulp van buitenaf moeilijker wordt. Een ander probleem is dat de meeste beschuldigingen of vermoedens niet volledig en niet objectief kunnen worden bevestigd of ontkracht. Slechts een zeer klein deel van alle meldingen blijken evident ‘vals’ te zijn. Aan de andere kant kan slechts een klein deel ‘hard’ worden ‘bewezen’. Bij de meeste meldingen zijn er problemen in de opvoeding, in de relatie tussen de ouders, in de relatie tussen het gezin en de omgeving, etc., maar zijn er verschillende beelden over wat er aan de hand is en over wie welke actie moet ondernemen om de problemen op te lossen. De ouders hebben geen rechtsmiddel tegen een melding en ook niet tegen de conclusie van Veilig Thuis. Dat is problematisch vanuit het oogpunt van de rechtsbescherming van de gemelde gezinsleden. De kosten van jeugdhulp en jeugdbescherming bleven ieder jaar stijgen en dat gaf een grote druk op de gemeenten. Ondanks de hogere uitgaven bleven wachtlijsten en lange doorlooptijden bestaan. Ondanks het grote aantal meldingen bleef het voorkomen dat een gezin waar een ernstig incident plaatsvond niet bekend was bij de instanties respectievelijk nooit gemeld was bij Veilig Thuis. Uit landelijk onderzoek bleek dat in de periode 2015 tot 2020 een melding bij Veilig Thuis lang niet altijd leidde tot het stoppen van het geweld25. De onderzoekers adviseren deskundigheidsbevordering voor de lokale teams en betere samenwerking tussen instanties. 25 Steketee, M., Tierolf, B., Lünnemann, K. & Lünnemann, M. (2020). Kwestie van lange adem. Kan huiselijk geweld en kindermishandeling echt stoppen? Utrecht: Verweij Jonker Instituut.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=