Bescherming in beweging Utrecht-West

67 66 Het resultaat van de vraagverkenning is een beeld van de problemen die de inwoner ervaart, de achterliggende factoren die bijdragen aan het ontstaan en het in stand blijven van de problemen en gedachten over oplossingen. We gebruiken liever de term verklarend beeld dan het woord diagnose18. Het woord diagnose is te sterk verbonden met het medische model en suggereert meer zekerheid dan er is. Het suggereert dat er iets kapot is dat gerepareerd kan worden, of dat er een aanwijsbare ziektekiem is die met een antibioticum kan worden vernietigd. Hoewel, nogmaals, het medisch model belangrijk is voor sommige vragen, wekt dit verkeerde verwachtingen voor de meeste levens- en gezinsvragen waarmee inwoners zich tot het lokale team wenden. De basis van het sociaal werk is het professionele gesprek om het eigen oplossend vermogen van de inwoner te activeren en te versterken en om de mensen te helpen om weer verder te kunnen gaan met het gewone leven. Mensen overwinnen problemen, of leren er mee leven. En sommige problemen blijven hardnekkig bestaan. Sociaal werk of jeugdhulpverlening kan een belangrijke steun bieden en kan soms echt het verschil maken, maar het is veel meer een proces van samenwerking dan een technische ‘reparatie’. Deze visie op vragen over opvoeden en opgroeien is tevens een visie op de aard van het werk van een sociaal werker/ jeugdhulpverlener. Deze visie heeft gevolgen voor de manier waarop de uitvoering in het sociaal domein in onze opvatting georganiseerd moet worden. Er volgt uit dat een op zichzelf staand loket een verkeerd idee is. 18 Op dit moment is de term ‘verklarende analyse’ populair. We gebruiken die term hier niet, omdat het in publicaties een specifieke invulling krijgt en we in Utrecht-West een eigen manier van vraagverkenning hebben ontwikkeld. Een gemeentelijk team dat de vraag onderzoekt, verwijst en regie voert, maar zelf geen hulp verleent, is een concept dat past bij een lopende bandopvatting19 over het sociaal domein. Wie alleen kijkt naar het loket kan denken dat dit efficiënt is: het loket verwerkt veel vragen en heeft een hogere doorloopsnelheid dan een team dat ook zelf hulp verleent. Maar wie de inwoner volgt langs de schakels en alles bij elkaar optelt komt tot een andere conclusie. De hulpverlener naar wie de inwoner wordt verwezen begint weer opnieuw met de vraagverkenning, ook als de samenwerking goed is en de hulpverlener het dossier leest. De vraagverkenning is immers niet alleen een technische oefening om informatie te verzamelen, het is tevens de opbouw van de hulpverleningsrelatie en het begin van de interventie. De ‘lopende-band’ uitvoering met nadruk op efficiëntie per schakel is veel duurder dan een reflectieve praktijk die aansluit op de vraag van de inwoner en over het geheel kostenbewust werkt20. 3.3 Professionele oordeelsvorming Ieder mens vormt zich in een eerste contact een oordeel over de ander en over het verhaal dat de ander vertelt. De afgelopen decennia is er wereldwijd veel onderzoek gedaan naar de wijze waarop iedereen onmiddellijk een oordeel vormt21 Dergelijke snelle oordelen – de eerste indrukken – blijken meetbaar verschil te maken voor de beslissingen die we daarna nemen, meestal zonder dat we ons bewust zijn van die invloed. Daarbij blijken die snelle oordelen vatbaar te zijn voor denkfouten en voor te snelle en eenzijdige 19 Ferguson, H. (2004). Protecting Children in Time: Child Abuse, Child Protection and the Consequences of Modernity. New York: Palgrave. Chapman, M. & Field, J. (2007). Strengthening our engagement with families and understanding practice depth. Social Work Now: December 2007, pag. 21-30. 20 Seddon, J. (2014). The Whitehall Effect. Devon: Triarchy Press. 21 Kahneman, D. (2011). Thinking, fast and slow. New York: Farrar, Straus and Giroux. Kahneman, D.; Sibony. O. & Sunstein, C.R. (2021). Ruis. Waarom we zo vaak verkeerde beslissingen nemen, en hoe we dat kunnen voorkomen. Amsterdam: Uitgeverij Nieuw Amsterdam.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=