63 62 Vanuit deze positie heeft het lokale team te maken met het hele scala van problemen met opvoeden en opgroeien, van lichte problemen en vragen die in één gesprek kunnen worden beantwoord, tot en met gezinnen met problemen op diverse levensgebieden, ernstige vormen van kindermishandeling en huiselijk geweld, langdurige strijd tussen de ouders, uithuisplaatsingen en criminaliteit. Al deze gezinnen blijven immers inwoners van de gemeente, ook ten tijde van een maatregel van kinderbescherming. Gedurende de looptijd van een maatregel van kinderbescherming bepaalt de gecertificeerde instelling welke hulp wordt ingezet, maar voordat de gecertificeerde instelling daartoe besluit moet er overleg zijn met de gemeente16 . Het lokale team denkt mee over de mogelijkheden in de eigen omgeving, over het perspectief na de maatregel en over de mogelijkheden van terugkeer van uithuisgeplaatste kinderen. Een ondertoezichtstelling is een tijdelijke maatregel en na de maatregel kan er nog steeds behoefte zijn aan hulp en steun en dan is het lokale team nog steeds betrokken. 3.2 Aanmelding en vraagverkenning Opvoeden en opgroeien gaat over het hele leven. In de visie van Bescherming in beweging is het lokaal team een plek die voor de inwoners van de wijk of de gemeente herkenbaar is als plaats voor vragen over opvoeden en opgroeien. Dit team kan diverse namen hebben, bijvoorbeeld jeugdteam, jeugd- en gezinsteam, wijkteam of een naam die specifiek verwijst naar de buurt, wijk of gemeente. Het kan een team zijn dat alleen werkt op het terrein van de Jeugdwet, of een deel van een organisatie die over de hele breedte van het sociaal domein werkt. Welke indelingen er in een gemeente ook gekozen zijn, in alle gevallen is het noodzakelijk dat er korte lijnen zijn tussen de jeugd- en gezinswerkers van het ‘team jeugd’ 16 Dat staat in artikel 5.3 lid 1 Jeugdwet. Zie ook verderop het hoofdstuk over de uitvoering van maatregelen van kinderbescherming. en de medewerkers van het sociaal werk volwassenen, de WMO, de Participatiewet, schuldhulpverlening en inburgering. Evenzeer moet er directe samenwerking zijn met de huisartsen, de jeugdgezondheidszorg, de scholen en de politie. De aanmeldingen bij het lokale team bestrijken door deze plaats in de eerste lijn een enorm scala aan vragen, van vragen die met één gesprek – eventueel al telefonisch – voldoende kunnen worden beantwoord, tot en met aanmeldingen van gezinnen die kampen met hardnekkige problemen op alle levensterreinen. Een paar voorbeelden van aanmeldingsvragen: Een vrouw komt naar het lokale team, omdat ze te lijden heeft onder het gedrag van haar verslaafde man. Ze ziet geen mogelijkheid om bij de man weg te gaan en ze vreest dat ze dan haar kinderen kwijt zal raken. Ze hoopt dat het lokale team haar man van zijn verslaving af kan helpen. Ouders komen naar het lokale team, omdat de school zegt dat hun kind op school onhandelbaar is en dat de ouders hulp moeten zoeken. Een vader belt naar het lokale team, omdat zijn ex-vrouw volgens hem de omgangsregeling met zijn kinderen saboteert. Hij wil weten wat hij daaraan kan doen en wat het lokale team kan doen. Enzovoort. De variatie is oneindig en de vraag is niet direct evident. De inwoner ervaart een probleem en hoopt dat het lokale team kan helpen om dat probleem op te lossen, maar achter de vraag zoals die in het eerste gesprek gesteld wordt kunnen andere vragen opdoemen. Achter de vraag over een onhandelbaar kind kan een probleem zitten van het kind, maar het kan ook gaan om factoren bij de leerkracht, de verhoudingen in de klas, of een probleem in de opvoedstijl van de ouders. Misschien kan de hulp zich beter richten op het veranderen van het denken of het gedrag van de ouders dan
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=