Bescherming in beweging Utrecht-West

49 48 Deze drie dimensies monden uit in een beslissing, of in ‘de volgende stap’. Dat kan een definitieve beslissing zijn, maar het kan ook de conclusie zijn dat meer onderzoek nodig is, bijvoorbeeld omdat toch onvoldoende duidelijk is hoe het kind zelf de situatie ziet. De volgende stap is de vierde dimensie, of, in termen van het viervenstermodel, venster vier. De volgende stap Als alle informatie in de drie dimensies is verzameld, komt de vraag welke beslissing moet worden genomen. Welke vorm van ondersteuning of ingrijpen is in dit concrete geval aangewezen? In de afgelopen jaren is veel nadruk gelegd op een vaste route, waarbij vermoedens van onveiligheid heel vaak leiden tot een melding en door het meldpunt (Veilig Thuis) volgens een landelijk protocol worden afgehandeld. In de visie van Bescherming in beweging is het beter om meer tijd en aandacht te besteden aan het zoeken van specifieke oplossingen voor een specifiek gezin dan om gezinnen als het ware op een ‘lopende band’ naar een meldpunt, een beschermingsinstantie of een zorgaanbieder te zetten. 2.2 De afgeleide doelen van Bescherming in beweging Het hoofddoel van Bescherming in beweging is zoals aan het begin van dit hoofdstuk staat: het verbeteren van de bescherming van kinderen. Uit dit hoofddoel leiden we in lijn met de hiervoor beschreven visie de volgende meer concrete doelen af: Het inkorten van de jeugdbeschermingsketen. Dat wil zeggen: het verkorten van de gemiddelde tijd tussen de eerste melding en de start van hulpverlening en bescherming. En: het verminderen van het aantal beroepskrachten met wie het gezin achtereenvolgens te maken krijgt en het ontdubbelen van werk. Betere beslissingen door gezamenlijke oordeelsvorming over de vraag of en hoe moet worden ingegrepen. Er komen minder kinderen in de jeugdbeschermingsketen doordat er meer oplossingen worden gerealiseerd in en met de gezinnen in de eigen omgeving12. De veiligheid van de kinderen blijft tenminste evengoed als nu en zo mogelijk beter gegarandeerd. De rechtsbescherming van kinderen en ouders wordt verbeterd. De tevredenheid van ouders en jeugdigen over het optreden van deze instanties stijgt. De werkdruk bij de deelnemende instanties neemt af en het werkplezier van de medewerkers neemt toe. 2.3 Veranderstrategie Uit de hierboven beschreven visie volgen ook uitgangspunten voor de vraag hoe verandering van de jeugdbescherming gerealiseerd kan worden. Gemeenten en uitvoeringsorganisaties in een regio werken op basis van de wet. De wet bepaalt dat er aparte organisaties zijn: Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de Gecertificeerde Instellingen. Ook staat in de wet wat de bevoegdheden van de gemeente (officieel het college van Burgemeester en Wethouders) zijn en wat de bevoegdheden van de afzonderlijke organisaties zijn. De deelnemers in Bescherming in beweging kunnen de indeling in afzonderlijke organisaties en de verdeling van bevoegdheden niet veranderen. Dat kan alleen de wetgever. De huidige instanties Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de Gecertificeerde Instellingen kunnen niet worden vervangen door een Toekomstscenario waarin een ‘Regionaal Veiligheidsteam’ wordtgetekend. Ook niet door het aanmerken van samenwerkingsiniti12 Dit doel en het volgende doel gaan over het terugdringen van zowel fout type I als fout type II, in de wetenschap dat vanwege de vele onzekerheden in de praktijk het onmogelijk is om beide valkuilen volledig te vermijden.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=