Bescherming in beweging Utrecht-West

41 40 2.1 Visie op jeugdbescherming Over het algemene doel van jeugdbescherming is brede overeenstemming. Het doel is het beschermen van minderjarigen tegen geweld, misbruik en verwaarlozing en tegen alle vormen van voor het kind ernstig bedreigende opvoedingssituaties. Het doel van verandering in de praktijk en de organisatie van de jeugdbescherming is daarom het verbeteren van deze bescherming. Bij dit algemene doel is er eveneens brede overeenstemming over het uitgangspunt dat de ouders ondersteund moeten worden om hun kinderen goed te kunnen opvoeden. De jeugdbescherming richt zich niet alleen op het kind, maar ook op het gezin en breder op alle mensen die bijdragen aan de opvoeding. Voordat dit algemene doel kan worden vertaald in concrete – zoveel mogelijk meetbare – doelen is het nodig om op hoofdlijnen te beschrijven vanuit welke visie op jeugdbescherming wordt gewerkt aan verbetering. Zo breed als de overeenstemming in de samenleving is over het algemene doel, zo veel verschillen zijn er in taal, percepties, beelden, overtuigingen en concrete punten. Het is daarom van belang om een visie op hoofdlijnen te formuleren en daarbij ruimte te laten voor verschillen, met de bedoeling dat altijd verdere gedachtewisseling welkom en nodig is. In dit hoofdstuk geven we eerst een korte beschrijving van de visie op jeugdbescherming van Bescherming in beweging. Daarna zetten we de afgeleide doelen op een rij. Deze afgeleide doelen zijn altijd ondergeschikt aan het hoofddoel (betere bescherming), maar ze zijn wel relevant en belangrijk voor een kwalitatief goede en praktisch en financieel duurzaam houdbare jeugdbescherming. 2.1.1 De rechten van het kind Jeugdbescherming is bemoeienis van of namens de overheid met de opvoeding en verzorging van minderjarigen. Dat begint zodra de bemoeienis van een instantie met een gezin niet meer (alleen) afhankelijk is van de toestemming van de betrokkenen. De instantie waar derden vermoedens van kindermishandeling kunnen melden (Veilig Thuis) bemoeit zich met het gezin op basis van wettelijke bevoegdheden en is daarbij niet afhankelijk van de toestemming van de gezinsleden. Daarom is het meldpunt (Veilig Thuis) onderdeel van de keten van de jeugdbescherming. Het meldpunt is geen vrijwillige hulp of zorg; het meldpunt werkt op basis van wettelijke bevoegdheden. Op welke grond mag of moet de overheid zich met de opvoeding en verzorging van minderjarigen bemoeien? Deze grondslag staat op tal van plaatsen in internationale verdragen, de Nederlandse wet en in het overheidsbeleid. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind verwoordt dit in artikel 18 en artikel 19 ongeveer als volgt: Het kind heeft het recht om op te groeien bij zijn ouders. De ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding en hebben de vrijheid om te bepalen hoe ze het kind opvoeden. De overheid is verantwoordelijk voor voorzieningen om ouders passende bijstand te verlenen en hulp en zorg te bieden voor het kind. De overheid moet alle passende maatregelen nemen om kinderen te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=