Bescherming in beweging Utrecht-West

151 150 10.1 Bestaande praktijk ‘Rechtsbeschermend’ is één van de vier leidende principes in het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. In de visie van Bescherming in beweging is het een essentieel onderwerp in alle fasen van de bemoeienis, vanaf het lokale team tot en met beslissingen over het beëindigen van het gezag van de ouders. Volgens onze visie moet rechtsbescherming niet worden gezien als iets dat los staat van ‘de inhoud’, of als iets ‘voor juristen’. Wij zien het als een van de hoekstenen van hulpverlening en bescherming. Een scherp oog voor de rechten van ieder gezinslid zit in de basishouding van de hulpverlener. Een professionele hulpverlener onderkent dat er spanning kan zijn tussen de rechtspositie van een ouder en het recht op bescherming van het kind, om slechts één optie te noemen. In de basishouding van iedere hulpverlener en iedere jeugdbeschermer zit evenzeer het besef dat ingrijpen in een gezin niet altijd positief uitpakt, maar ook schadelijk kán zijn. Het werken met de rechtspositie van iedere betrokkene verkleint de kans op fouten en verbreedt de verantwoordelijkheid voor de beslissingen van de individuele medewerker naar de bevoegde instanties. Het is onderdeel van het vak om de mensen te wijzen op hun recht om een klacht in te dienen, naar de bezwaarcommissie te gaan of in voorkomende gevallen een advocaat in te schakelen en hun zaak voor te leggen aan de rechter. Hoewel deze aspecten van de basishouding breed onderschreven worden, roept het woord rechtsbescherming ook de nodige vragen en discussie op bij alle betrokkenen. De ouder die het gevoel heeft machteloos te staan tegenover de overheid/ het geheel van instanties ervaart een gebrek aan rechtsbescherming. De jeugdbeschermer kan bij de nadruk op rechtsbescherming voor de ouder de vraag stellen: hoe verhoudt zich dat tot het recht op bescherming van het kind? In de huidige situatie hebben hulpverleners en jeugdbeschermers met veel verschillende functionarissen, instanties en procedures te maken en die rij groeit aan met rechtsbescherming als argument. Een jeugdbeschermer kan naar aanleiding van één feit of gebeurtenis te maken krijgen met een klacht bij de eigen leidinggevende, een procedure bij de externe klachtencommissie, een tuchtzaak bij de SKJ, een onderzoek door de gemeentelijke ombudsman en een schadeclaim. Een ontevreden ouder kan zich wenden tot al deze instanties en kan steun vragen bij de onafhankelijk klachtondersteuner, een vertrouwenspersoon, een advocaat, de wethouder en de media. De veelheid aan procedures en instanties kan voor de jeugdbeschermer leiden tot een onveilige situatie, alsof ze op ieder moment vanuit elke hoek kan worden aangevallen. Dit speelt vooral wanneer de jeugdbeschermer de opstelling van de ouder als agressief ervaart. Bij het onderwerp rechtsbescherming hoort ook veiligheid voor de medewerker. De verschillende lading die het begrip rechtsbescherming in de jeugdhulp en jeugdbescherming heeft was voor Bescherming in beweging aanleiding om samen met Utrecht Stad opdracht te geven voor een onderzoek door Universiteit Leiden naar de verschillende perspectieven op ‘rechtsbescherming’ vanuit ouders, kinderen, advocaten, rechters, jeugd- en gezinswerkers en medewerkers van de beschermingsinstanties. Het rapport Perspectieven op rechtsbescherming in de jeugdbescherming kwam in februari 2023 gereed. Het onderzoek bevestigde dat er verschillende ideeën zijn over wat rechtsbescherming betekent.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=