Bescherming in beweging Utrecht-West

145 144 is er door één ouder een klacht ingediend die inhoudt dat het lokale team volgens deze ouder ten onrechte geen veiligheidsplan maakt met de ouders. Hier kwam naar voren dat omstanders en instanties – onder meer de politie – een klacht over een omgangsregeling vaak in de taal van ‘mogelijk structureel onveilig’ zetten en melden bij Veilig Thuis. Hieruit blijkt dat de discussie over deze aanpak breder gevoerd moet worden en dat ook op landelijk niveau moet worden gecommuniceerd dat er meer dan één aanpak bestaat. Vanuit ongeveer dezelfde denkwijze is er in november 2023 een juridische uitwerking gepubliceerd in het artikel Minder maatregelen van kinderbescherming bij scheidingsconflicten. Waarom en hoe?33 In het kader van Scheiden zonder Schade heeft de werkgroep contactherstel een benadering ontwikkeld die met enige variaties vergelijkbaar is met de denkwijze in Strijdende ouders en de jeugdprofessional. Dit is opgetekend in het document Scheiden van de waarheid. Hierin wordt gebruik gemaakt van de dramadriehoek van een dader, een slachtoffer en een redder. Wanneer iemand zich meldt bij een professional, zichzelf en het kind beschrijft als slachtoffer en een beroep doet op de hulpverlener, dan loopt de hulpverlener het risico in de rol van de redder te komen. Dat is een valkuil, want in de dramadriehoek kan de hulpverlener die rol niet waarmaken. De andere ouder wordt in de positie van dader gedrukt en zal zich tegen die rol gaan verweren. De werkgroep geeft inspiratiesessies waarin medewerkers van lokale teams oefenen met bewustwording van de mechanismen in de dramadriehoek. De aanpak die de werkgroep voorstaat is dat de hulpverlener buiten de dramadriehoek blijft en niet de verantwoordelijkheid voor 33 Minder maatregelen van kinderbescherming bij scheidingsconflicten. Waarom en hoe? Adri van Montfoort & Mariëlle Bruning. NJB 98, 3 november 2023, afl. 34, pag. 2950-2960. het oplossen van het conflict overneemt. In deze denkwijze moet de overheid terughoudend zijn met het inzetten van bevoegdheden en dus zeker met het opleggen van een ondertoezichtstelling. Vanzelfsprekend is ingrijpen door de kinderbescherming in een aantal gevallen wel nodig. Er zijn gezinnen waar een maatregel nodig is en waar die ook nodig was als er geen scheiding was geweest. Bij alle aandacht voor de dynamiek tussen de ouders blijft het essentieel dat zorgen die door een ouder worden geuit over de andere ouder serieus genomen worden en dat concrete zorgen of gevaren worden onderzocht. Het frame van ‘scheidingsconflict’ mag niet als automatisme gebruikt worden. Stel dat een moeder zegt dat ze het kind niet meer naar de vader wil laten gaan, omdat hij een alcoholprobleem heeft en onlangs stomdronken was tijdens een verblijf van het jonge kind bij hem. Het is denkbaar dat deze klacht niet klopt of overdreven is en sterk gekleurd wordt door de emoties van de moeder. Maar het kan ook waar zijn. En dan is het geen ‘vechtscheiding’. Dan is het een moeder die haar kind beschermt tegen een onveilige situatie bij de vader. Vanwege de onzekerheid over de feiten en vanwege de tegenstrijdige claims op de waarheid blijft het noodzakelijk dat professionals en instanties meldingen op hun merites onderzoeken en beoordelen. 9.2.2 Gezamenlijke deskundigheidsbevordering vanuit de visie De vijf lokale teams in Utrecht-West hebben gezamenlijk met de deskundigen van Scheiden van de waarheid een scholingsprogramma gemaakt voor de medewerkers voor 2024. Dit scholingsprogramma richt zich op de vraagverkenning en op de gesprekken met de gezinsleden. Er is veel aandacht voor de dynamiek van scheidingsconflicten, waarbij ouders proberen de medewerker van het lokale team voor het eigen standpunt te winnen, maar het is breder dan deze scheidingszaken. Het gaat ook om het goede gesprek met bijvoorbeeld ouders die een PGB of een bepaal-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=