141 140 Samengevat volgt uit deze denkwijze dat de instanties streven naar een combinatie van de volgende drie eisen: het kind moet contact houden met beide ouders het kind moet op ieder moment bij elk van de ouders veilig zijn de ouders mogen geen ruzie maken en niet negatief over elkaar praten Als het de ouders niet lukt om aan alle drie eisen te voldoen, dan proberen de instanties de situatie te veranderen met vrijwillige mediation of hulpverlening. Lukt het niet en komen er opnieuw meldingen van conflicten, dan wordt in veel gevallen een stap in de richting van de beschermingsketen gezet (melden bij Veilig Thuis, onderzoek door de Raad, etc.) 9.1.2 Uniform hulpaanbod In het kader van het regeringsprogramma Scheiden zonder schade is tussen de rechterlijke macht en de VNG afgesproken dat rechters rechtstreeks vanuit de zitting een verwijzing kunnen doen naar specifieke programma’s. Formeel blijft de gemeente in deze zaken volgens de Jeugdwet de verwijzer; de afspraak houdt in dat gemeenten de verwijzing door de rechter zonder vertraging overnemen. Het doel van dit zogenaamde uniform hulpaanbod is het beter benutten van kansen op mediation en hulpverlening vanuit de rechtszitting. Ter zitting verklaren de ouders soms dat ze open staan voor hulp of bemiddeling. De kans van slagen hangt mede af van de snelheid waarmee de hulp kan beginnen en van de duidelijkheid over de soort hulp. Met het uniform hulpaanbod kan de rechter ter zitting een formulier invullen en duidelijkheid geven aan de ouders over het hulpaanbod. Over het uniform hulpaanbod zijn afspraken gemaakt voor de gehele provincie Utrecht. Voor Utrecht-West gelden dus deze bovenregionale afspraken. Er is een werkgroep waarin de rechterlijke macht, de Raad voor de Kinderbescherming, vertegenwoordigers van de gemeenten/ regio’s en zorgaanbieders deelnemen. 9.2 Veranderwensen en acties 2024 9.2.1 Een duidelijke visie In de afgelopen jaren is op verschillende plaatsen gewerkt aan een visie waarin de verantwoordelijkheid voor het oplossen van het conflict bij de ouders blijft liggen. In 2017 verscheen het boekje Strijdende ouders en de jeugdprofessional. Handreiking voor sociale wijkteams en het onderwijs. A. van Montfoort, A. Boeser, E. Sondorp. Uitgeverij de viervensters, Woerden). Deze tekst is opgesteld aan de hand van praktijksituaties in de regio Noord-Veluwe. Het is geschreven vanuit de visie dat jeugdprofessionals en instanties in de beschermingsketen niet verantwoordelijk zijn voor het oplossen van de conflicten tussen de ouders. Een ouder die een beroep doet op een professionele instantie wil de opvoedingssituatie voor het kind te verbeteren. Maar het inschakelen van een instantie kan (onbewust) ook de functie hebben om een invloedrijke of machtige bondgenoot te werven in de strijd met de andere ouder. En er is een reële kans dat de andere ouder denkt dat het inschakelen van een instantie een zet is in het schaakspel. De bezorgde professional loopt het risico onderdeel te worden van dat schaakspel en wordt daarmee kwetsbaar. De effectiviteit van de hulp neemt daardoor af en de professional kan niets meer voor het kind betekenen. Vanuit dit inzicht – gebaseerd op methoden uit de systeemtherapie en op de praktische ervaringen van de lokale teams in de regio Noord-Veluwe – bevat Strijdende ouders en de jeugdprofessional veel tips om als professional buiten de strijd tussen de ouders te blijven.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=