137 136 in de praktijk. Een recht op contraexpertise helpt weinig wanneer het meestal wordt afgewezen, mede omdat de uitvoering stokt. Om verder te komen is het nodig om op enkele plaatsen in het land een andere aanpak te ontwikkelen waarin zoveel mogelijk samen wordt opgetrokken tussen de ouders, de pleegouders, het kind, het lokale team en de jeugdbescherming en waar intensiever wordt gewerkt aan een duurzaam perspectief voor het kind, niet doordat op dag X de gecertificeerde instelling een besluit neemt, maar door gezamenlijk zoeken naar de mogelijkheden. Met daarbij meer oog voor de variatie. Voor het ene kind is duidelijkheid noodzakelijk op korte termijn; voor het andere kind is het beter als de lijnen en ook de opties langer open blijven. 8.2 Burgervoogdij Wanneer na een OTS het gezag van de ouders wordt beëindigd, wordt in Nederland vrijwel altijd de gecertificeerde instelling benoemd tot voogd. Dit gebeurt met het argument dat het te zwaar is voor de pleegouders om alle aspecten van de voogdij te dragen, of dat er een buffer nodig is tussen de ouders en de pleegouders, of dat er niemand is die de voogdij op zich wil nemen. Dat zijn in voorkomende gevallen duidelijke argumenten, maar toch is het opmerkelijk dat niet vaker een pleegouder of een andere betrokken volwassene – al dan niet familie – wordt benoemd tot voogd. Het algemene uitgangspunt is dat overheidsingrijpen een uiterste middel is. Dat algemene uitgangspunt is onder meer in de Methode Voogdij (vanaf 2010) vertaald in een voorkeur voor voogdij bij de pleegouders of bij een zogenaamde burgervoogd. Het past in de visie van de transformatie en in de visie van Bescherming in beweging om te zoeken naar mogelijkheden om de voogdij op te dragen aan een direct betrokken volwassene. Het is niet meer dan de meest consequente vorm van het denken in een VIP (voor de jongere een belangrijk persoon) of een JIM. Er bestaat inmiddels al meer dan 10 jaar een stichting Burgervoogdij. Het gedachtegoed van de burgervoogdij wordt breed onderschreven, maar het aantal burgervoogden blijft in de praktijk zeer beperkt. Het aantal pleegouders met voogdij is wel toegenomen in de afgelopen jaren, maar voogdij bij de gecertificeerde instelling blijft de standaard. De partners in Bescherming in beweging willen graag een actie op dit punt in Utrecht-West (en Utrecht Stad of in de hele provincie) om te komen tot meer voogdij bij pleegouders en meer burgervoogden waar geen pleegouders zijn of de pleegouders de voogdij niet op zich willen of kunnen nemen. Evenals bij andere onderwerpen is het formuleren en omarmen van een ideaal of een visie één ding, maar is het veranderen van de praktijk nog iets anders. Dat lukt alleen door gerichte aandacht en actie te organiseren op alle kinderen met voogdij in de regio plus alle kinderen met een OTS waar gezagsbeëindiging wordt overwogen.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=