Bescherming in beweging Utrecht-West

121 120 In Bescherming in beweging kunnen de bestaande afspraken (protocol) worden gewijzigd. De wet niet. De 2e zin van artikel 3.5.1 is volgens de Memorie van Toelichting bedoeld als een inhoudelijk overleg vóórdat de gecertificeerde instelling beslist welke hulp wordt ingezet. De wetgever schrijft dat dit overleg belangrijk is, omdat de gemeente in het algemeen beter de lokale omstandigheden en mogelijkheden kent, korte verbindingen heeft met lokale organisaties over een breed terrein en mogelijk na afloop van de maatregel nog met de jeugdige en het gezin verder moet. De bedoeling van dit artikel is dat de jeugdbeschermer en de gemeente inhoudelijk samen nadenken over welke hulp het beste is, waarbij de gecertificeerde instelling de uiteindelijke beslissing neemt. Deze inhoudelijke samenwerking past in de bedoeling van de decentralisatie. Bescherming in beweging streeft naar een nauwere samenwerking tussen het lokale team en de jeugdbescherming vanaf de start. In 2023 zijn hierover afspraken gemaakt in de Werkgroep verbetering samenwerking in de keten. De volgende afspraken zijn gemaakt en inmiddels zijn deze afspraken gedeeltelijk in de praktijk doorgevoerd. Het kost nog tijd om deze afspraken over de hele breedte van alle jeugdigen met een maatregel uit Utrecht-West uit te voeren, omdat dit zowel van de gecertificeerde instellingen als van de lokale teams een verandering in werkwijze vergt. Door de werkdruk, tekorten aan personeel en de soms hoge druk van het gezin en van omstanders duurt het lang voordat alle medewerkers in alle zaken op deze manier werken. Gemaakte afspraken samenwerking gecertificeerde instelling en de lokale teams voor iedere casus: Bij de start van een jeugdbeschermingsmaatregel neemt de jeugdbeschermer altijd contact op met het lokale team. De jeugdbeschermer bespreekt dit met de gezinsleden. Instemming van de gezinsleden heeft de voorkeur, maar de gezinsvoogd neemt ook zonder toestemming contact op met het lokale team. Dit doet de jeugdbeschermer op basis van een wettelijk voorschrift. Het doel is het maken van een gezamenlijke analyse en het bespreken van het plan van aanpak. Het lokale team verbindt altijd een jeugd- en gezinswerker aan de jeugdbeschermer. Voordat de jeugdbeschermer een besluit neemt over het inzetten van specialistische jeugdhulp neemt de jeugdbeschermer contact op met de betrokken jeugd- en gezinswerker om de voorgenomen hulp te bespreken, na te gaan of er nog andere, lokale oplossingen zijn en om te bespreken op welke manier het gewone leven weer zo snel mogelijk kan worden hersteld voor de jeugdige en het gezin. Voordat de beslissing wordt genomen over het verlengen of afsluiten van een maatregel informeert de jeugdbeschermer de betrokken jeugd- en gezinswerker. Zo wordt de visie van het lokale team en het lokale jeugdhulpaanbod meegewogen in het nemen van een kernbeslissing. Er is nog wel uitwerking nodig van de verhouding tussen deze afspraak en de toetsende taak van de Raad voor de Kinderbescherming. Kan dit op een of andere manier worden samengevoegd? De jeugdbeschermer vraagt aan iedere 17-jarige met OTS toestemming om de situatie en de hulpvraag van de jeugdige te bespreken in het lokale overleg tussen het Jeugdteam en de WMO om te beoordelen of na het 18e levensjaar de WMO betrokken moet worden of dat er verlengde jeugdzorg nodig is en betrokkenheid van het jeugdteam of het WMO team gewenst is. Naast de samenwerking per casus nemen de gedragsdeskundige van het lokale team en de gedragsdeskundigen van de gecertificeerde instellingen die werken in Utrecht-West de kwartaalcijfers

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=