103 102 gelingen waarbij geschillen tussen de ouders en de gecertificeerde instelling aan de rechter kunnen worden voorgelegd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft naast de taken onderzoek en inschakelen van de rechter nog andere taken, onder meer de toetsende taak. Die taak houdt in dat de gecertificeerde instelling een voornemen om een kind terug naar huis te plaatsen of om geen verlenging te vragen van de maatregel moet voorleggen aan de Raad. De Raad toetst dan de voorgenomen beslissing en kan de zaak aan de rechter voorleggen indien er geen overeenstemming wordt bereikt tussen de Raad en de gecertificeerde instelling. 5.2 Veranderwensen De verdeling van taken en bevoegdheden tussen Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling is één van de centrale onderwerpen van het Toekomstscenario. De kritiek op het bestaande stelsel luidt dat het inefficiënt, onoverzichtelijk, duur en traag is. Een gezin kan te maken krijgen met 10 of meer verschillende medewerkers van de verschillende instanties. Elk van deze instanties valt onder een eigen overheid en ze vallen onder verschillende wetten. De werkwijze wordt ingevuld per ‘koker’ en niet met het gezin mee door het primaire proces. Bescherming in beweging heeft gekozen voor optimalisering binnen de bestaande wetgeving en dus ook binnen de huidige verdeling van taken en bevoegdheden van instanties. Over een eventuele stelselwijziging bestaat landelijk nog geen overeenstemming en geen duidelijkheid. In het Netwerk MT is geconstateerd dat het wenselijk is om ‘onderzoek’ meer als een doorlopende functie te zien en meer eenheid aan te brengen in het onderzoek vanaf het lokale team aan het begin tot en met contraexpertise aan het eind van het traject dat een gezin doorloopt. Een betere afstemming van wie wat voor soort onderzoek doet met welk doel, kan dubbel werk en hiaten voorkómen. Dat geldt voor de afstemming tussen Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming, maar het geldt ook breder. In Utrecht-West bestond onvrede over de wijze waarop de jeugdbeschermingstafel in de praktijk werkte. Alle bijeenkomsten waren op een vaste plek in de stad Utrecht, hetgeen voor veel gezinnen uit Utrecht-West een belemmering vormde. De aanvraag verliep altijd via SVMN, ook als deze instelling nog geen bemoeienis met het gezin had. Er was verwarring over welke vraag door wie gesteld werd bij het initiatief voor een jeugdbeschermingstafel, alsook over ieders rol en positie tijdens de bijeenkomst. De verwachtingen liepen uiteen van een snelle start van een Raadsonderzoek tot de vraag of de Raad wilde meedenken over mogelijkheden zonder Raadsonderzoek en zonder maatregel van kinderbescherming. 5.3 Acties in 2022 en 2023 en veranderwensen 2024 5.3.1 Nieuwe werkwijze jeugdbeschermingstafel De werkgroep verbetering samenwerking in de keten heeft een nieuwe werkwijze opgesteld voor de jeugdbeschermingstafel. De nieuwe aanpak houdt onder meer in dat de bijeenkomst in de woonplaats van het gezin kan plaatsvinden en dat er vooraf onderscheid gemaakt wordt naar het doel dat de aanvrager met deze jeugdbeschermingstafel wil bereiken. De aanvrager is meestal een medewerker van een lokaal team, of van Veilig Thuis. Dit zijn de twee instanties die wettelijk een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming kunnen doen. Een jeugdbeschermingstafel in het kader van de
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=