Bescherming in beweging Utrecht-West

101 100 5.1 Bestaande praktijk De beslissing om een maatregel van kinderbescherming in te stellen of te verlengen wordt genomen door de rechter29. In het huidige stelsel in Nederland wordt een verzoek om een maatregel in te stellen vrijwel altijd gedaan door de Raad voor de Kinderbescherming. Volgens de wet is ook het Openbaar Ministerie bevoegd om een maatregel te vragen. Als de Raad geen ondertoezichtstelling vraagt, dan kan de ouder of de pleegouder (na 1 jaar verzorging) ook een verzoek indienen en in een specifiek geval kan ook de burgemeester een ondertoezichtstelling vragen.30 Tijdens een ondertoezichtstelling kan de gecertificeerde instelling een machtiging uithuisplaatsing of een verlenging van de ondertoezichtstelling verzoeken bij de rechter. De Raad voor de Kinderbescherming heeft als wettelijke taak: onderzoeken of een maatregel van kinderbescherming nodig is. Volgens de huidige wet doet de Raad onderzoek op verzoek van de gemeente (formeel het college van B&W, in de praktijk het lokale team) of van Veilig Thuis. In noodgevallen kan de Raad onderzoek doen zonder een dergelijk verzoek. Op veel plaatsen in het land en ook in Utrecht-West is de toegang tot de Raad vormgegeven door een jeugdbeschermingstafel (JBT). De jeugdbeschermingstafel staat niet in de wet en kan dus in een proeftuin worden aangepast of afgeschaft. 29 Zie onder meer artikel 1:255 BW, artikel 1:266 BW. 30 Formeel verzoekt de burgemeester de Raad voor de Kinderbescherming om het oordeel van de kinderrechter te vragen, waarop de kinderrechter ambtshalve een maatregel kan opleggen (artikel 1:255 lid 3 BW). Onderzoek past in het primair proces als fase tussen de eerste beoordeling van een melding en de start van een maatregel. Maar het begrip onderzoek is niet strak afgebakend en in iedere fase gebeurt iets dat onderzoek genoemd kan worden: De medewerker van het wijkteam die een intakegesprek voert met de gezinsleden doet (een soort van) onderzoek. De eerste beoordeling van een melding door Veilig Thuis wordt triage of veiligheidsbeoordeling genoemd, maar is ook (een vorm van) onderzoek. Het onderzoek door Veilig Thuis richt zich volgens de wet op vaststellen of er daadwerkelijk huiselijk geweld of kindermishandeling heeft plaatsgevonden. De Raad voor de Kinderbescherming richt het onderzoek op de vraag of er een maatregel van kinderbescherming nodig is, respectievelijk op specifieke vragen waarover advies gevraagd is. De rechter doet op de zitting onderzoek door vragen te stellen aan de partijen. De jeugdbeschermer doet onderzoek om te kunnen volgen welke veranderingen er in de opvoedsituatie plaatsvinden. Zorgaanbieders die het gezin helpen doen altijd een eigen vorm van onderzoek. In het geval er aangifte gedaan wordt van een strafbaar feit, doen politie en openbaar ministerie onderzoek naar de feiten, de dader en de strafbaarheid. In dit hoofdstuk gaat het om onderzoek met het doel te beslissen of de rechter moet worden ingeschakeld in het kader van maatregelen van kinderbescherming. Dat is het geval bij het eerste verzoek om een maatregel en bij diverse beslissingen tijdens de looptijd van een maatregel. Ook bij een latere machtiging uithuisplaatsing, verlenging van de maatregel of een verder strekkende maatregel (gezagsbeëindiging) neemt de rechter de beslissing. Bovendien zijn er re-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=