2025 - WWW.TSVB.NL 43 PRAKTIJK EN PROFESSIONAL Principe 2: Onderzoeksruimte creëren voor het leren ontmoeten De begeleidingskundige zoekt zelf de ontmoeting en ondersteunt anderen bij het aangaan daarvan. Dit laatste geeft haar werk een eigen kwaliteit: ontmoeten in het teken van ‘leren ontmoeten’, door in het hier en nu voelend te onderzoeken wat dat vraagt en brengt. Binnen een afdeling voor gespecialiseerde zorg onderzoek ik met verpleegkundigen, fysiotherapeuten, logopedisten, diëtisten, psychologen en artsen het interdisciplinair samenwerken. De bijeenkomsten verdiepen zich als een deelnemer bekent dat hij de rapportages vaak maar half begrijpt. Anderen reageren dat ze eigenlijk niet durven te erkennen dat ze ook vaak gissen wat bedoeld wordt. Ik benoem de opluchting die ik voel. Vanaf dat moment mogen kwetsbaarheid en niet-weten in de groep meer meedoen. De wederkerige bekentenis van ervaren (handelings)verlegenheid maakt de interactie tot ontmoeting. Erkennen van kwetsbare gevoelens blijkt ook in een academisch ziekenhuis basaal en voorwaardelijk voor interdisciplinaire samenwerking. Principe 3: Levende ervaringen als bron voor leren In ziekenhuizen overheerst het objectiverende probleemoplossende denken: voor ziekte, pijn en onvermogen zoeken we oplossingen. Deze instrumentele benadering wordt door begeleidingskundigen van de ander: ‘Ich werde am Du’, wat zoveel betekent als ‘ik word ik door jou’. De ander ziet en erkent mij in mijn unieke zijn, los van bedoelingen of belangen, en ik weet me daardoor gekend en gezien. Daartegenover staat de ik-het-relatie als objectivering en doelgerichtheid: de wereld valt uiteen in een veelheid van dingen die gedaan en bereikt moeten worden: dit, dat en dat. In het ziekenhuis zijn ik-jij en ik-het voortdurend naast elkaar aanwezig. Patiënten worden behandeld in een logistiek, operationeel en administratief proces. Tegelijk ontmoeten mensen elkaar in de existentiële ambivalentie van hoop en vrees, blijdschap en kwetsbaarheid. Als coach van nieuwe medewerkers loop ik met een jonge verpleegkundige door de gang. Ze vertelt dat ze niet eerder een stervende patiënte heeft verzorgd. ‘Spannend’ noemt ze het. Ik deel dat ikzelf altijd weer spanning voel als ik een patiëntenkamer binnenga: ‘Wat zal ik aantreffen? Wat kan ik betekenen? Ben ik welkom? Het blijft kwetsbaar. Voor mij is dat precies het mooie van het vak.’ De verpleegkundige krijgt een sprankeling in haar ogen…. Het woord spanning heeft een nieuwe duiding gekregen. Ons eerste principe is gegrond in de overtuiging dat de ervaring van zinvolheid in het gedrang komt als anderen tot object van interventies worden gemaakt. Dat gebeurt veel in het ziekenhuis (en niet alleen daar). Het is zelfs kenmerkend geworden voor professionaliteit: kennisgestuurd handelen om gestelde doelen te bereiken. Toch breekt de ik-jij-relatie hier telkens weer doorheen. Patiënten willen niet alleen behandeld worden, maar ook gezien en gehoord. Verpleegkundigen willen niet alleen onderdeel zijn van een behandeltraject, maak ook in echt contact zijn met de patiënt en rond de patiënt met elkaar. Als begeleidingskundigen zien we het als onze opgave om die realiteit van ik-jij-ontmoeting opnieuw te vestigen. In een context van technische beheerssystemen vraagt dat moed! DE ERVARING VAN ZINVOLHEID KOMT IN HET GEDRANG ALS PATIËNTEN TOT OBJECT WORDEN GEMAAKT
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=